Kees van Ginhoven en zijn moeder Cornelia Feij (1902-1990) bij het graf van Huibert in Osnabrück. Een paar weken na onze vader's dood moesten wij wegens de grootscheepse evacuatie onze woning aan de Torenstraat verlaten. Met een vrachtwagentje werd ons huisraad naar Friesland gereden: mijn zusje en ik zaten in de cabine naast de chauffeur. Mijn oudste broer (ook 6 maanden in de gevangenis opgesloten geweestdook onder in Surhuisterveen; de op een na oudste dook onder op een boerderij in Ellecom de derde broer trok in bij een oom (tevens voogd) in de De Steeg Gelderland jaren bij ons ingewoond in Amsterdam. Hij leed zeer onder zijn schuldgevoel (hij had het gevoel ten onrechte overleefd te hebben). Een aantal Van Ginhoven's heeft de Yad Vashem-onderscheiding gekregen. Een aangetrouwde oom Wijntje uit Vlaardingen die deze onderscheiding ook kreeg) heeft mijn oom Dick van Ginhoven (de dominee, broer van mijn vader) gewapenderhand uit de gevangenis bevrijd (zou anders ook geëxecuteerd zijn). Mijn hele familie heeft in het verzet gezeten en Joden ondergebracht en gered. De meesten van ons gezin en ikzelf ook hebben de nare ervaringen een eigen intieme plaats gegeven. Er werd niet over gepraat, het gezin was uit elkaar gespat. Emotioneel (het was allemaal te erg) is het contact tussen broers en zus nooit meer hersteld. Ook mijn moeder is overgegaan tot de orde van de dag; zij heeft tot op hoge leeftijd voor haar dagelijks brood moeten knokken en heeft het beste resterendedeel van haar leven aan de opvoeding van haar thuiswonende kinderen gewijd (zij verdient de Militaire Willemsorde); zij heeft argwaan, jaloezie, kerkelijke bemoeizucht en gebrek aan steun van de Stichting 40-45 ook uit trots) weerstaan. In 1946 werd bij de gemeentelijke sociale dienst in Amsterdam een gebrandschilderd gedenkraam geplaatst ter nagedachtenis aan Joodse ambtenaren en verzetsmensen van deze dienst, die in de oorlog omkwamen. Oud-collega's brachten het geld daarvoor bij elkaar. Op dat raam staat ook de naam van Huibert van Ginhoven en de datum van zijn executie. In Castricum zijn er de straatnamen die aan hem en aan zijn lotgenoten Jan Hoberg en Leo Toepoel herinneren. Bij de Hervormde kerk vinden we 36 oorlogsgraven van bemanningsleden van geallieerde vliegtuigen. In het park Noordend staat het herdenkingsmonument voorde gevallenen, vlak bij de plaatsen waarbij wijze van represaille 20 mannen werden doodgeschoten. Zij mogen niet worden vergeten Niek Kaan Moeder, dochter en de jongste werden opgenomen door een boer Reinder de Vries in Opeinde Smallingerlanden ik kwam op een kleine boerderij ook in Opeinde. Op de zolder van de school werden onze bezittingen opgeslagen. Die zolder is in 1944 in brand geraakt en daarbij verloren wij alle privé-spullen. Medio mei 1944 vond mijn moeder het te gevaarlijk worden op de boerderij en vertrok met de kinderen naar een ander adres. Zij kreeg op een verschrikkelijke manier gelijk; de boerderij van De Vries was het onderkomen van de leden van de knokploeg Smallingerland en het opvangcentrum voor neergeschoten geallieerde vliegers. Die familie De Vries bestond louter uit helden. Op 21 november 1944 vond er een overval plaats door Duitse militairen. Er volgde een schietpartij, waarbij ook twee zoons Jan en Marten de Vries het leven lieten. De boerderij ging in vlammen op. Er is veel gebeurd in Friesland. In 1947 keerden moeder en de drie jongsten terug naar Castricum, om kort daarna te verhuizen naar Amsterdam in verband met de studie van de kinderen. Moeder kon het heen en weer gereis niet betalen. Na de oorlog zijn alle kinderen geëmigreerd naar Canada. Ik ben teruggekeerd; emigratie had alles te maken met de treurige naoorlogse situatie in Nederland en veronachtzaming (door de gemeenschap, ook de kerkvan het leed dat ons gezin is overkomen. Ligtvoet was in mei 1940 bij ons gezin ingekwartierd, evenals Jan, de later omgekomen oudste zoon van Pake de Vries. Ligtvoet is na de oorlog tijdens de oorlog in de gevangenis in Duitsland) teruggekeerd naar Amsterdam, werd arts en heeft nog enkele Bronnen: Jong, L. de: Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog o.a. delen 3 en 5. Wal, J.Q. van der: Slachtoffers van de Rozendaalse Emma- pyramide. Baarda S. en Valk G: Alkmaar in oorlogstijd 1940-1945. Don Bosco Groep Alkmaar: Wat een tijd .gedenkboek 50 jaar Don Boscogroep 1991. Elburg, A. van: Verslag activiteiten Don Boscogroep in de oorlogsjaren. Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie: uitspraak Feld- gericht inzake Van Ginhoven en 17 anderen d.d. 4-10-1941. Opgaven Erelijst voor gevallenen. Streekarchief Alkmaar: archief gemeente Castricum. Gemeentearchief Amsterdam: gezinskaarten Informatie van: de heer en mevr. C.L. Toepoel, Zr. Matthea Bakker, M. Hopman, mevr. A. Lute-Borst, mevr. T. Vos-Baltus, mevr. T. Wulp-Vergouw, D.J. Hoberg, mevr. H.C. Hoberg, mevr. M. Hoberg-van der Ven, H.R. Hoberg, mr. C.H. van Ginhoven, G. Eikelenboom. C.J. Baart, Th. S. Belgraver en mevr. S. Winter- Belgraver (Australië). 70

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2005 | | pagina 70