Huibert van Ginhoven omstreeks 35 jaar.
De Bakkummer Simon Belgraver op 60-jarige leeftijd in Australië.
Als laborant leverde hij de stoffen die nodig waren voor het maken
van vliegtuigbenzine.
Engelandvaart
Alles in hem verzette zich tegen het Duitse regiem. De maatregelen
tegen de Joodse medeburgers wakkerden zijn weerzin nog meer aan.
Al in het eerste oorlogsjaar zette Van Ginhoven zich in voor het vinden
van onderduikadressen. Hij zou zelf ook mensen van Joodse afkomst
in huis hebben gehad. Als vanzelfsprekend ontwikkelden zich zijn
verzetsactiviteiten, waarbij hij vaak de hulp in riep van mensen uit zijn
eigen kring van gereformeerden of leden van de Anti-revolutionaire
partij. Hij verzamelde zoveel mogelijk informatie die van belang zou
kunnen zijn voor de Nederlandse regering in Engeland. Ook riep hij
daarbij de hulp in van anderen die bijvoorbeeld door hun werk van
bepaalde bewegingen op de hoogte waren.
Een van de mensen die zich in 1940 bij zijn groep aansloot, was
Simon Belgraver die aan de Stetweg in Bakkum woonde. Belgraver
kwam in contact met GJ. Krösschell. woonachtig aan de Torenstraat,
die weer in contact stond met de uitvoerder van de werkzaamheden
voor de ombouw van het vliegveld Bergen. Op die manier kon
Belgraver een tekening maken, die hij, volgens zijn eigen verklaring
aan een contactpersoon van Van Ginhoven, bij een van de uitgangen
van het Centraal Station in Amsterdam overhandigde. Die zou dan
weer voor het verdere transport zorgen. Ook maakte Belgraver
voor Van Ginhoven een schets van de werf in Haarlem waar Duitse
onderzeeboten werden gerepareerd.
In het vonnis van de Krijgsraad van 4 oktober 1941 zijn veel details
opgenomen van de bewezen geachte illegale activiteiten van Huibert
van Ginhoven.
Hij stond kennelijk al in wijdere kring bekend als een tegenstander
van de nieuwe machthebbers, want via een tussenpersoon werd in
december 1940 de toen 22-jarige chemicus Lambertus Ligtvoet
uit Amstelveen in zijn huis ondergebracht. Deze Lambertus, een
vaandrig uit het Nederlandse leger, wilde hoe dan ook proberen
in Engeland te komen om zich daar bij de krijgsmacht te voegen.
Van Ginhoven wilde er alles aan doen om de overtocht mogelijk te
maken, waarbij dan ook zijn verzamelde materiaal naar Engeland
kon worden overgebracht. Ligtvoet verbleef bij hem van midden
december 1940 tot begin maart 1941.
Van Ginhoven steunde nog twee andere mannen die naar Engeland
wilden: elektrotechnicus Andreas Kop-Jansen uit Haarlem, die Van
Ginhoven nog uit zijn jeugd kende en de vrachtwagenchauffeur
Christian van 't Schip. Door bemiddeling en op zijn kosten zorgde
hij steeds voor onderdak en levensonderhoud. Van Ginhoven riep
met succes ook verschillende andere mensen op om de goede zaak
met geld te steunen.
Begin februari 1941 hoorde Van Ginhoven van plannen om een
vliegtuig naar Engeland te laten vertrekken. Er was vertraging omdat
er niet genoeg benzine was. Ligtvoet zag als chemicus wel kans om
gewone benzine te verbeteren tot vliegtuigbenzine. Van Ginhoven
vroeg Simon Belgraver, die op het laboratorium van de Bataafse
Petroleum Maatschappij (later Shell) werkte, om hulp. Die wist het
benodigde materiaal uit het laboratorium te smokkelen en leverde
het bij Van Ginhoven af. Nu het probleem van de brandstof was
opgelost, konden de voorbereidingen worden vervolgd. De vlucht
werd op het laatste moment vertraagd door de weersomstandigheden
en tot overmaat van ramp verscheen in de hangar een onbekend
gebleven man, die waarschuwde dat de Duitsers achter de plannen
waren gekomen. Besloten werd de onderneming voorlopig af te
blazen. Het door Van Ginhoven verstrekte pakket informatie dat
meegenomen zou worden, werd weer bij hem teruggebracht.
V-Manner
Ligtvoet zag nu bij Van Ginhoven geen mogelijkheid meer om met
diens hulp in Engeland te komen en nam in Amsterdam andere hulp
in de arm. Tijdens deze escapade verscheen er een jonge man ten
tonele, die zich voorstelde als Stellbrink. Die maakte Ligtvoet wijs
dat er elke twee weken een vliegtuig tussen Engeland en Holland
vloog. Maar hij moest wel spionagemateriaal meenemen en
overdragen aan de officiële instanties in Engeland. Het betrof een
68