1982 blijkt dat de firma Brandjes, Dorpsstraat 61, is opgegaan in de keten van Blokker BV en verder als een filiaal van deze keten door het leven zal gaan, met echter als bedrijfsleider nog wel Kees Brandjes. In 1988 verhuisde Blokker naar het winkelcentrum Geesterduin en vestigde zich op Dorpsstraat 61 woninginrichting Piet Post, een situatie die thans nog bestaat. Dorpsstraat 63 (nu 'kleinmeubelen Schotten's seniormeubelen') Het nu beschreven gedeelte van de Dorpsstraat is vooral om zijn historie interessant, niet om een bijzondere architectuur. Een monumentenlijst van enige tijd geleden maakt wat dit laatste betreft een opvallende uitzondering voor Dorpsstraat 63, waar thans de firma Schotten is gevestigd. Gesproken wordt van "een winkel- en woonhuis met een gevelindeling nog grotendeels in de oorspronkelijke vorm, met getoogde vensters, 3 haaks op de straat staande zadeldaken met rode Hollandse pan, verborgen achter een schijngevel.Het waren drie aaneengelegen pandjes van omstreeks 1875, die onafhankelijk van elkaar waren gebouwd, wat nog merkbaar is door verschillende verdiepingshoogten. Zij waren in gebruik als woonhuis, met op het erf erachter een bijbehorende paardenstal, die ook de tijd heeft doorstaan. Eigenaar was toen Johannes Frederik Rommel, uitbater van 'De Rustende Jager', grootgrondbezitter en lid van de gemeenteraad. Hij overleed in 1879, waarna zijn zoon Jan Willem Rommel, een bloemkweker, uit de erfenis ondermeerde drie huisjes en de paardenstal kreeg toebedeeld. Hij verkocht ze in 1883 aan Cornelis Mooij, een landbouwer en ook een grootgrondbezitter, die optrad namens een soort consortium van belanghebbenden. De panden werden nog in 1884 doorverkocht aan Martinus de Haas, in dat jaar getrouwd in Alkmaar met Catharina van der Meulen. De Haas stortte zich in verschillende soorten handel. Zoals oude foto's tonen, vestigde hij in zijn nieuw aangekochte pand een winkel, waar hij kruidenierswaren en huishoudelijke artikelen ging verkopen. Hij was ook grossier, voor welke handel hij in 1906 het pand Dorpsstraat 57 kocht, dat als pakhuis in gebruik werd genomen. Het bedrijf van Martinus de Haas was ruim 30 jaar in Castricum gevestigd. Zijn echtgenote bracht acht kinderen ter wereld. Twee zoons, Martinus en Cornelis, gingen op den duur meehelpen als bedienden in de winkel en zoon Jan de Haas, die in archiefstukken een koopman in granen wordt genoemd, werd bij de grossierderij betrokken. Wat het winkelpand betreft voerde De Haas sinds zijn vestiging een aantal veranderingen door, waarvan als meest De winkel van Martinus de Haas, omstreeks 1900 aan de Rijksstraatweg, later Dorpsstraat 63. spectaculaire het plaatsen van de schijngevel, waarschijnlijk in 1895. Martinus de Haas overleed in 1916 op 58-jarige leeftijd. Mogelijk hebben zijn zoons de zaken nog enige tijd voortgezet, want pas in 1919 werd het winkelpand verkocht en in 1920 het pakhuis. Het pand werd daarna een aantal malen doorverkocht. De eerste koper, die het na de periode De Haas geruime tijd in bezit had, was een zekere Carel Willem Hendrik Pieper. Uit de koopakte van 1927 blijkt hij 50 jaar oud te zijn en in Amsterdam gevestigd als winkelier. Volgens de overlevering zou Pieper in zijn pand in Castricum een slijterij zijn begonnen, maar daarover zijn geen gegevens aangetroffen. Wel duidelijk is dat Pieper het pand ging verhuren. Een van de eerste huurders, omstreeks 1935, was Bartholomeus Buxtorff, timmerman en meubelmaker, zoon van Johannes Buxtorff, die in Castricum onder andere bekendheid kreeg als beheerder van de stationskiosk. Het zat Buxtorff niet mee, het was crisistijd met veel werkloosheid en weinig verkoop en hij hield het dan ook al snel voor gezien. In 1937 beproefde de 30-jarige meubelmaker Simon Schotten, tot dan in loondienst bij een stoffeerderij in Heiloo, zijn geluk als zelfstandig ondernemer op Dorpsstraat 63, met een zaak gespecialiseerd in woninginrichting. Ook zijn bedrijf was aanvankelijk geen vetpot. Maar hij hield het hoofd boven water, ook in de oorlogsperiode, toen hij weliswaar kans zag in het pand te blijven wonen, maar zijn winkel tijdelijk werd toegewezen aan het kruideniersbedrijf van de gebroeders Stolk, die hun behuizing in Bakkum op last van de bezetter hadden moeten ontruimen. Na de oorlog wist Schotten zijn bedrijf tot bloei te brengen en in 1955 was hij zelfs in staat het pand van genoemde Carel Pieper te kopen. Het karakteristieke pand belandde op een gemeentelijke monumentenlijst, wat betekende dat nu eisen konden worden gesteld aan het onderhoud. Dat viel niet altijd goed en Simon Schotten zou, toen hij geen glas-in-lood ramen mocht aanbrengen, hebben opgemerkt dat hij dan een piespot voor de ramen zou hangen. Toen bij het zandstralen van de gevel mankementen aan het licht kwamen, adviseerde de gemeente om de gevel wit te pleisteren, wat werd gedaan en het pand zijn huidige, opvallende uiterlijk opleverde. In 1969 werd de winkel overgenomen door Cornelis Schotten, zoon van Simon Schotten, die zijn vader al enige tijd in de zaak assisteerde. Cornelis Schotten is nog steeds eigenaar van het oude pand en de achtergelegen voormalige paardenstal. Hij en zijn vrouw Johanna Limmen zijn de Castricummers nog steeds van dienst in hun winkel, waarvan het assortiment in de loop der tijd wel is aangepast en nu is beperkt tot klassieke meubelen. Dorpsstraat 65 (nu 'Landschap Noord-Holland') Het pand Dorpsstraat 65, waar nu de stichting 'Landschap Noord- Holland' is gevestigd, werd in 1980 in een bestemmingsplan tot een 'beeldbepalend' pand in de Dorpsstraat gerekend en dat is ook wel te begrijpen, want het werd oorspronkelijk gebouwd als raadhuis en dat verplicht uiteraard tot een zekere monumentaliteit. Het is een pand met een vrij voorname gevel, bekroond met een karakteristiek torentje en een ingang via een bordes dat in de loop der tijd vele feestelijk gebeurtenissen aan zich voorbij heeft zien gaan en ook veelvuldig als podium heeft gediend voor défilés en toespraken tot de verzamelde menigte. Wat dit betreft is door de nieuwe bestemming van het gebouw in 1990 een stuk levendigheid in de Dorpsstraat verloren gegaan. Het pand dateert van 1911, welke datum in een gevelsteen werd vastgelegd. Architect was Jan Stuyt (1868-1934). die in 1910 ook de nieuwe Pancratiuskerk in de Doipsstraat had ontworpen. Dit voormalige raadhuis kende als voorloper een raadhuis, waarvoor de eerste steen in 1869 door burgemeester Zaalberg werd gelegd. Ernaast, aan de Schoolstraat, stond de in 1854 gebouwde eerste Openbare Lagere School van Castricum. Dit gebouw werd in 1934 gesloopt. 57

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2005 | | pagina 57