Niek Portegies liet er geen gras over groeien en vroeg reeds in september 1921 vergunning om de benedenverdieping in te richten als winkel. Hij begon er een kruidenierszaak. In de eerste jaren had hij nog te maken met Hannes Stolk, met zijn vlakbij gelegen kruideniersbedrijf 'De Nieuwe Winkel', maar na het vertrek van Stolk in 1924 naar een andere locatie, kreeg hij vrij spel. in hengelsportartikelen. Hoewel hij het bijna 10 jaar uithield, zijn we vrijwel niets over hem te weten gekomen. Hij vertrok in 1965 naar de Louise de Colignystraat. In 1966 kreeg het pand een geheel andere bestemming. Er vestigde zich een chocolaterie, die eerst werd geëxploiteerd door mevrouw Holzmann-Ringers, maar vanaf november 1968 door mevrouw Poel-Boots, afkomstig uit de Beemster. Zij vertelde ons dat zij de bonbonièrre, zoals de winkel nu in advertenties werd genoemd, begon in een periode waarin deze verkoop duidelijk loonde. Ze hield het lang vol, maar voelde zich toch genoodzaakt in 1980 op te stappen, vooral wegens de concurrentie van de supermarkten, die in toenemende mate ook kwaliteits-chocoladeartikelen gingen verkopen. In 1983 kwam de 29-jarige Janke Bergsma vanuit Heemskerk naar Castricum en begon op" Dorpsstraat De kruidenierswinkel van Nicolaas Wouter Portegies, Dorpsstraat 43, in 1935. 41 een kapperszaak, die er als Haarstudio Avant-Garde V±n r-: knecht Huub Wijker, eigenaar Niek Portegies nauwelijks zichtbaar achter nog steeds is gevestigd. ^et stuur van zijn bestelauto), zoon Sjaak Portegies, dochter Anna Portegies en Anna Portegies-Schouten. Links het pand Dorpsstraat 45, waar toen een bakkerij was gevestigd. Dorpsstraat 43 (nu 'Tip Top Lady's shop') Foto uit 1971 met op Dorpsstraat 41 een chocolaterie en op 43 slagerij Van der Meer, die later naar Dorpsstraat 37 verhuisde. Nog in 1925 liet hij een van Siem Schram gekochte bergplaats aan de Overtoom slopen, om er een nieuw magazijn voor in de plaats te bouwen. Na de oorlog werd de zaak verder uitgebreid, in 1947 met een filiaal in IJmuiden en kort daarna met een filiaal in de Rijnstraat te Amsterdam. Zoon Nicolaas Portegies opende een kruidenierszaak in Den Haag. In 1949 slaagde zijn zoon Jacobus Portegies, bijgenaamd Rooie Sjaak, voor diverse examens met betrekking tot de detailhandel, wat hem de bagage verschafte om na de dood van zijn vader in 1951 het kruideniersbedrijf nog enige tijd overeind te houden. Sjaak Portegies stopte in 1956 zijn activiteiten als kruidenier, waarbij de toegenomen concurrentie van het grootwinkelbedrijf een rol zou hebben gespeeld en ging werken als chauffeur bij de NZH. Nicolaas Portegies emigreerde naar de V.S. Het pand Dorpsstraat We keren terug naar 1912, toen Cornelis Stolk op een stuk grond dat hij een jaar eerder van zijn vader Jan Stolk had gekocht, de panden Dorpsstraat 41 en 43 liet bouwen. Dorpsstraat 41 was volgens de oudste gegevens een winkelpand, waar Cornelis Stolk, zoals hiervoor besproken, zijn rijwiel- en motorhandel had gevestigd en Dorpsstraat 43 was een woonhuis, dat Cornelis Stolk zelf met zijn vrouw Cornelia Ineke ging bewonen. In 1917 kocht Bernard Roemer de panden. Vanaf 1920 verloopt de geschiedenis van de panden gescheiden. Zoals we hiervoor zagen verkoopt Roemer Dorpsstraat 41 dan aan Anne Vlietstra, die er een drogisterij begint. Dorpsstraat 43 kwam in 1921na onder andere te zijn doorverkocht aan een soort consortium van Castricumse huizenspeculanten, wel de 'Gouden Ploeg' genoemd, in handen van Nicolaas Wouter (Niek) Portegies, die zich in dat jaar vanuit Beverwijk in Castricum vestigde. Het ligt voor de hand te veronderstellen, dat aan zijn komst naar Castricum een familierelatie ten grondslag lag met zijn reeds sinds 1877 in Castricum woonachtige naamgenoten, maar die hebben wij nog niet onderzocht. 43 bleef overigens in bezit van de familie Portegies, die het ging verhuren. Als eerste huurder van de winkel diende zich Leendert Biskanter aan, een slager stammend uit een Alkmaarse familie van slagers, waaronder zijn vader, grootvader en overgrootvader. Biskanter ging niet in Castricum wonen, maar runde de winkel vanuit Alkmaar. In 1968 huurden Theo en Marian van der Meer, toen pas getrouwd, de slagerswinkel. Zij voerden in 1971 een verbouwing door, die neerkwam op een aanpassing van de winkelpui door verplaatsing van de ingang wat een grotere veiligheid zal bieden aan de klanten bij het binnenkomen en verlaten van de winkel'en een aanbouw aan de achterkant. In 1979 verhuisde Van der Meer met zijn slagerij, zoals hiervoor ai beschreven, naar het voormalige pand van de fa. Schram, hoek Dorpsstraat- Overtoom. Op Dorpsstraat 43 kwam nu een geheel andere bedrijvigheid, de grammofoonplatenzaak van Joost Negenman. Deze was getrouwd met een dochter van Jacobus Portegies, de voormalige kruidenier, wiens familie nog steeds eigenaar was van het pand. De zaak van 48

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2005 | | pagina 48