vijf jaar aan de Dorpsstraat was gevestigd, verkocht hij zijn garagebedrijf alweer in 1929 aan Maartje van Egmond, die gehuwd was met zijn broer Gerard Gorter. Hij ging nu werken bij een garagebedrijf in Beverwijk. Later exploiteerde hij een café aan de Beverwijkerstraatweg. Daarna ging hij in de Geelvinckstraat wonen en in een garagebedrijf in Amsterdam werken. Deze bekende Castricummer kwam te overlijden in 1993 op de hoge leeftijd van 91 jaar. Resultaat van de verbouwing in 1928 van het pand van Anton Gorter tot een garagebedrijf. Rechts nog steeds de 'Herstelplaats voor Rijwielen en Motorenen de benzinepomp. Links het voormalige woongedeelte dat is verbouwd tot garage. Gerard Gorter zette het bedrijf van zijn broer voort tot december 1934, waarna het onroerend goed, omschreven als een winkelhuis met bovenwoning en een garage, volgens het kadaster werd "ingebracht ter veiling en verkoop". Koper was Jacobus Fontijn, eigenaar van autobus- en touringcarbedrijf de 'Zeemeeuw', opgericht in 1933 te Wormer. Dit bedrijf hield zich bezig met de exploitatie van buslijnen in Noord-Holland en had zijn zinnen gezet op de bestaande busdienst vanaf het station naar het strand, 'De Onderneming' van Thijs Olgers. De 52-jarige Jacobus Fontijn nam de exploitatie in 1934 ter hand en vestigde zich daartoe met zijn vrouw Antje Hille aan de Stationsweg 13. Over de busdienst van Fontijn naar het strand werd een en ander opgetekend uit de mond van chauffeur Henk Kuijs, in een artikel over het Castricumse strandleven, gepubliceerd in het 24e jaarboekje. Er werd gereden in Chevrolet- en Opelbussen, waarin plaats was voor ca. 25 personen. Henk reed van half juni tot half september dagelijks zijn ritten tussen 8.30 en 23.00 uur, zonder een dag per week vrij te hebben. Alleen op zaterdagmorgen werd niet gewerkt en werden de bussen op het Stationsplein gewassen. Jacobus Fontijn betrok bij zijn onderneming al dadelijk zijn zoon Herman, die zich in juni 1935 als garagehouder op Dorpsstraat 39 vestigde, maar niet nadat het pand opnieuw was verbouwd, nu wel heel ingrijpend. Een bouwtekening toont dat het rechtergedeelte van het pand, ooit 'De Nieuwe Winkel', nu een puntdak kreeg en de bovenverdieping een erker. Op het linkergedeelte, de garage, werd een verdieping gebouwd, ook met puntdak. Omdat er nu twee gescheiden huizen met een woonfunctie waren ontstaan, werd de huisnummering aangepast. Rechts behield nummer 39. Links werd 39a. In 1940 kregen Jacobus en Herman Fontijn te maken met de gevolgen van de bezetting. Het strandvervoer hield op te bestaan en volgens de plaatselijke krant kon slechts met een beperkte dienstregeling alleen nog het vervoer naar Duin en Bosch en de koloniehuizen in Bakkum worden verzorgd. Waarschijnlijk als gevolg van deze Bouwtekening van het in 1935 door eigenaar Jacob Fontijn drastisch veranderde pand Dorpsstraat 39. Er zijn nu twee gescheiden panden ontstaan, elk met bovenbewoning. Het winkelpand rechts behield nummer 39. Het linkerpand met beneden het garagebedrijf, waar autobussen werden gestald, vervolgde zijn geschiedenis als Dorpsstraat 39a. beperkingen was de busdienst niet meer lonend en werd Fontijn gedwongen zowel Dorpsstraat 39 als 39a in 1942 te verkopen. Gezien de omstandigheden wekt het verbazing dat toch een koper opdaagde in de persoon van Johannes Liefting, die met zijn gezin uit Egmond-Binnen kwam, waar hij als melkventer, nog met paard en wagen en later als melktransporteur, had gewerkt. Wegens een slechte gezondheid had hij bij zijn vestiging in Castricum zijn beroep reeds opgegeven, maar zijn zoon Piet Liefting was nog wel actief in de transportsector en dat was waarschijnlijk de reden dat het gezin in de oorlogsperiode niet te maken kreeg met evacuatie. Herman Fontijn verbleef gedurende de oorlog eveneens op het adres Dorpsstraat 39a, want hij had, voor wat er nog aan bedrijfsvoering mogelijk was, zoals taxivervoer, zowel de garage als de bovenwoning gehuurd van Liefting. Na de oorlog was er nog kort een herstart van zijn bedrijf aan de Dorpsstraat, maar Fontijn verhuisde nog in 1946 naar de Stationsweg, waar hij de 'Zeemeeuw' voortzette als taxibedrijf (het toen bekende telefoonnummer 333), een rijwielstalling ging beheren, rijlessen ging geven en ook ziekenvervoer verzorgde. Dit artikel is niet de plaats om de verdere lotgevallen van Herman Fontijn te volgen, maar het is wellicht interessant te weten dat er vandaag de dag in Wormer nog steeds een autobedrijf 'Zeemeeuw' bestaat, beheerd door de familie Fontijn. In 1947 overleed Johannes Liefting en zijn weduwe, Johanna Verduin, verhuurde vervolgens het winkelpand Dorpsstraat 39 in 1948 aan herenkapper W. Molenaar, afkomstig uit Amsterdam. Hij ging samenwerken met Nicolaas Liefting, een zoon van Johannes Liefting. Nicolaas was als kapper ook enige tijd in Amsterdam werkzaam geweest en had daar waarschijnlijk Molenaar leren kennen. Molenaar stopte om onbekende redenen in 1953, in welk jaar het pand Dorpsstraat 39 weer een totaal andere bestemming kreeg. Het werd een automatiek-snelbuffet, met als exploitant Samuel (Siem) Boer, afkomstig uit Amsterdam. Dit betekende uiteraard weer een vrij ingrijpende verbouwing van vooral de benedenverdieping. De snackbar kende, wat in deze branche gebruikelijk schijnt, een reeks van eigenaars, die we hier niet allemaal zullen opsommen. In 1992 werd het snackbar Panda, die er onder deze naam nog steeds gevestigd is. De benedenverdieping van 39a bleef nog geruime tijd een garage. Onder meer expeditiebedrijf Stet ging hier bedrijfswagens stallen, wat aan mevrouw Eggers van 'De Rustende Jager' in een terugblik 46

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2005 | | pagina 46