voor Castrieum. de Sleutelkoning, restaurant 'De Griek' en café de Balustrade, voorheen Bal Lute etc. Deze aaneengeschakelde panden hebben een relatief korte geschiedenis, waar wij in het kader van dit artikel niet verder op zullen ingaan. Vroeger was het veld aan de Dorpsstraat en Oude Overtoom, waarop deze panden zijn gebouwd, in gebruik voor de volkstuinderij. Later werd het grasland, waarop paarden liepen. Eigenlijk was dit land een echte 'Brink' in het dorp. Er werd een muziektent gebouwd, die onder andere werd gebruikt voor de concoursen die werden georganiseerd door de plaatselijke fanfarekotpsen. Foto's tonen hoe het veld er toen bij lag; het werd onder andere gebruikt door de verkennerij voor het vieren van bijvoorbeeld het St.-Jorisfeest. Een evenement in de muziektent op het kermisterrein. Vanaf 1928 werd op het terrein jaarlijks in augustus de kermis georganiseerd en kwam de benaming kermisterrein in zwang. Daarvoor werd de kermis gewoon op de Rijksstraatweg gehouden. De kermis was een jaarlijks hoogtepunt. Vroeger gingen de meeste mensen niet op vakantie, maar gaven ze wel veel geld uit op de kermis. Wie kon nam vrij, behalve de bakkers, die de beroemde kermisbroodjes bakten en de caféhouders, die uit voorzorg hun biljarttafels in veiligheid brachten. Naast Funadama, het vroegere cafébedrijf aan het eind van de Dorpsstraat bij de spoorovergang, werd zelfs over het aangrenzende water een grote danstent gebouwd, waar men zich op de klanken van een gehuurd dansorgel kon vermaken. Tot de meest imposante kermisattracties behoorde vroeger een stoomcarrousel met een stoommachine om het carrousel te laten draaien, geplaatst in een enorme tent waarin ook een dansvloer en een bar aanwezig waren. De kermis duurde toen 3 dagen en de verstokte kermisganger liet zich geen tijd ontgaan en sloeg al vroeg aan het drinken. Onder invloed van drank deden zich dan ook van tijd tot tijd ongeregeldheden op de kermis voor. Soms kreeg de veldwachter bij het in het gareel brengen van de feestgangers hulp van burgemeester Mooij, die vlak bij het kermisterrein aan de Dorpsstraat woonde. Het was dan wel kermis, maar de tuinders moesten ook in die dagen hun producten kwijt op de veiling, waarna ze de gewoonte hadden op het kermisterrein met hun karren te wachten op de kopers die hun waren kwamen ophalen. Dat gaf wel eens strubbelingen met de kermisexploitanten. Om de tuinders zoet te houden kregen ze dan een bon voor een borrel. Het bleef meestal niet bij één glaasje, maar geen nood, als ze huiswaarts gingen, hadden ze houvast aan hun lege karren. Dat alles is nu verleden tijd. De laatste kermis op het terrein werd gehouden in 1949. Daarna was het zoeken naar een geschikte plaats om kermis te houden, wat nog niet meeviel. Uiteindelijk werd de kermis verplaatst naar de Brink. We vervolgen nu de bewoningsgeschiedenis van de Dorpsstraat, te beginnen met het pand Dorpsstraat 37, waar slagerij Van der Meer is gevestigd. Dorpsstraat 37 (nu 'Slagerij Van der Meer') De panden langs de Dorpsstraat die we zullen bespreken, zijn gelegen op een min of meer driehoekig stuk land, ingesloten door Dorpsstraat, Overtoom en Schoolstraat, met ongeveer in het midden de kerk (zie de kadasterkaart uit 1822). Een kadasterkaart opgemaakt in 1874 toont voor het eerst bebouwing in de uiterste punt van de driehoek, waar Dorpsstraat en Overtoom bij elkaar komen, een rechthoekig pand met kadasternummer 1391, gelegen op de plaats van de huidige slagerij Van der Meer. Manifestatie van de padvinderij op het kermisterrein, met een ingenieus aangelegde kabelbaan. Op de achtergrond het cafébedrijf hoek Dorpsstraat- Burg. Mooijstraat. Het huizenbezit van bakker Jan Adam van Soll. zoals aangegeven op een kadasterkaart uit 1874. Het pand met kadasternummer 1391, in de punt van de driehoek waar Dorpsstraat en Overtoom bij elkaar komen, is gelegen op de plaats van de huidige slagerij Van der Meer. 42

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2005 | | pagina 42