de groep toen bestond. In het bestuur waren meerdere geestelijken vertegenwoordigd. Ook worden er diverse bijnamen van de leiding in genoemd. 'Rea' was bijvoorbeeld een kabouterkringleidsteren de assistente daarvan heette 'Radi'. De Claragroep telde toen 70 leden, waarvan 18 gidsen en 52 kabouters. De leiding bestond verder uit Gré Baltus, Lies Borst, Corrie de Zeeuw, Els Briefjes, Ineke van Riel en Ans Borst. Om alle zaken door te nemen kwam men regelmatig als 'Groepsraad' bij elkaar. Het ging om onderwerpen als op kamp gaan. de financiën en het vieren van Palm-Pasen, wat altijd een grote gebeurtenis was. Het logboek van Simone vertelt ook dat de opbrengst van de actie 'Heitje voor een Karweitje' in april 1961 ruim 200,- was. Alle gidsen en kabouters kregen een reep chocola voor het harde werken. De helft van de opbrengst was voor eigen kas en de andere helft ging naar het District. Op 6 juni 1961 werd Guido Simone officieel geïnstalleerd als groepsleidster voor de gidsen en kabouters. Daarbij waren onder andere pastoor Minnebo en de kapelaans Van der Linden, Groot en Schrama aanwezig. Als onderdeel van de scouting organiseerde Simone rond 1963 reizen naar Lourdes. Door middel van spaaracties maakte zij het mogelijk dat voor veel zieke mensen hun wens in vervulling ging door deze Franse bedevaartsplaats te kunnen bezoeken. Ook was zij actief betrokken bij de verhuizing van de St. Claragroep in de zestiger jaren naar een gebouw naast de Pancratiuskerk. Dit onderkomen kreeg de naam 'El Cabana' (dat betekent strohut of stulpje). Net als bij de andere groepen werd er veel plezier beleefd aan de zomerkampen van de St. Claragroep. Vooral het 9-daagse kamp van de gidsen in een oud klooster in het Belgische Wernhout in 1967 was een groot succes. Marijke Bodewes-De Groot en Anneke Beentjes-De Groot kijken daar nu nog met veel plezier op terug. Zij zijn beiden lid geweest van de groep vanaf de periode dat Simone Martin de leiding kreeg en waren ook kabouterleidster of gidsenleidster tot 1977. Zij hebben heel veel creatieve activiteiten met de meisjes ontplooid, waarvan de plakboeken zeer goed getuigen. Er werden toen door de gidsen en sherpa's ook veel leuke avonden georganiseerd voor de ouderen in het dorp, die daar echt van genoten. Ook de kerst-inns stonden in het teken van de senioren. In de hut naast de kerk werd dan de mis opgedragen en men kon een maaltijd nuttigen. De gidsen van St. Clara boekten ook succes tijdens wandel wedstrijden voor scoutinggroepen. Op 5 mei 1967 wonnen zij de eerste prijs in Bergen, waar zij meededen aan de jaarlijkse St.-Jorismars. In de tweede helft van de jaren zeventig moest 'El Cabana' plaats maken voor de vestiging van een rouwcentrum. Zodoende kreeg de groep haar vijfde onderkomen in een houten gebouw achter de Cuneraschool in Bakkum. St. Clara werd officieel een stichting op 6 juli 1977. Nico Meijne was toen voorzitter van het bestuur. Trudy Glorie werd begin jaren tachtig voorzitter en die functie zou zij zo'n 10 jaar bekleden. Op 25 oktober 1985 werd de St. Claragroep dakloos door een fikse brand in het clubhuis. De Castricumse brandweer slaagde er weliswaar in om het vuur in bedwang te houden voor het gebouw helemaal in de as werd gelegd, maar men ontkwam er niet aan om het gehele onderkomen te slopen. De groep hoefde haar activiteiten gelukkig niet te staken, want zij kon voorlopig gebruik maken van de accommodaties van de zustergroepen. Al het foto- en archiefmateriaal van de jaren daarvoor was echter in vlammen opgegaan. Met behulp van de leiding, scouts, ouders en een aannemer werd de hut spoedig herbouwd en ingericht. De opening van de nieuwe hut vond plaats op 24 mei 1986. Vanaf dat moment draaiden de kabouters, gidsen en sherpa's weer volop op de zaterdagmorgen of de vrijdagavond, maar in de loop van de jaren negentig bleek het steeds moeilijker om zelfstandig het hoofd boven water te houden. Dit had tot gevolg dat de kabouters in september 1994 overgingen naar de St. Wilfriedgroep. Uiteindelijk zag men zich genoodzaakt om de meisjesgroep na een bestaan van bijna een halve eeuw met ingang van 1 januari 1995 op te heffen. JULIETTE LOW De openbare meisjesgroep Juliette Low ging op 13 augustus 1947 van start. Echter nog niet onder deze naam, want die kreeg de groep pas in 1956. Eerst heetten zij 'Woudlopers' en waren zij een onderdeel van de Beverwijkse scoutinggroep 'Wiawaha'. De groep was onderverdeeld in twee leeftijdsgroepen, t.w. de kabouters (7 t/m 10 jaar) en de padvindsters (11 t/m 14 jaar). De meisjes vanaf 15 jaar werden seniorenpadvindsters (later sherpa's) genoemd. In de beginperiode was het maar behelpen wat de huisvesting betreft. Het eerste onderkomen was een bollenschuur die op het terrein van Die Bogeheimers stond. Deze schuur werd in 1958 vervangen door een houten gebouwtje met een oppervlakte van 50 m2, dat in 1971 werd uitgebreid. Hierdoor verdubbelde de oppervlakte. In 1990 was er sprake van een riante verbetering toen er op dezelfde plek een stenen gebouw kon worden gerealiseerd. Bij de opening roemde wethouder Postma de zelfwerkzaamheid van ouders en andere direct betrokkenen. De groep beschikte vanaf dat moment over een onderkomen met aparte verblijven voor kabouters, padvindsters en sherpa's. De bouw had ruim 300.000,- gekost en werd voor een groot deel gefinancierd via de zogenaamde 'derde geldstroom', bestaande uit gemeentelijke en provinciale subsidies en bijdragen van acties als Jantje Beton. Bouk Riethorst, die ruim 40 jaar het boegbeeld is geweest van Juliette Low, wordt hiervoor onderscheiden in 1998 door districtsvoorzitter Bert Colijn. De kabouters De vrouw die ruim 40 jaar het boegbeeld is geweest van de Juliette Lowgroep is Boukje Riethorst-Nijhuis. Zij begon op 20 april 1958 als leidster van de kabouters onder de bijnaam 'Oehoe', die staat voor wijze bruine uil. In 1969 werd ze groepsleidster en vanaf die tijd tot haar afscheid in juni 1999 was ze in feite de mentor van deze scoutinggroep. Vanaf 1969 kende men haar als 'Wing', omdat ze twee vleugels onder haar hoede had. Het was dan ook meer dan terecht dat zij op 10 maart 1990 de eerste steen mocht leggen voor de nieuwbouw. Boukje Riethorst was geknipt voor de padvinderij. "Ik heb het altijd een geweldig leuke tijd gevonden en mis het nog steeds", 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2005 | | pagina 36