Li y - v uis van Die het 10-jarig en en brengt oen aan het die eigenlijk n tekort aan atsgevonden n altijd een atstgenoemd n de draak', ia, zoals een n die op dat met de hele npvuur. Tegenwoordig worden er in oktober in één weekend twee speciale activiteiten gehouden: de JOTA (Jamboree on the Air) en de JOTI (Jamboree on the Internet). Beide activiteiten hebben als kerndoel andere scouts van over de hele wereld te spreken. Bij de JOTA gaat dit via radiozenders en daarvoor is het nodig dat er een grote zendmast geplaatst wordt en er medewerking is van zendamateurs. Bij de JOTI ligt dit wat eenvoudiger, omdat er dan gewerkt wordt met speciale chats op de computer. Voor alle duidelijkheid: een jamboree is een term die al sinds jaar en dag bij de scouting voorkomt en staat voor "internationaalpadvinderskamp" Het hoogtepunt voor de jongere scouts is nog altijd het jaarlijkse zomerkamp. De invulling hiervan verschilt per onderdeel (in scoutingtermen 'speltak' genoemd). De kleinste kinderen vanaf 7 jaar (esta's genaamd) verblijven in een clubhuis en de scouts (11 tot 14 jaar) gaan kamperen. De wat oudere sherrows (15 tot 18 jaar) trekken er vaak met bepakking op uit in het buitenland. De esta's kent men overigens pas sinds 2001. Daarvoor heetten ze bij de jongensgroepen welpen en bij de meisjesgroepen kabouters. De voorlopers van de sherrows waren weer de rowans en de sherpa's bij respectievelijk de jongens en de meisjes. Naast deze activiteiten is er verschillende keren een vossenjacht in het dorp georganiseerd. Dit gebeurde onder andere in 1985, 1999 en recentelijk in februari van 2005 ter ere van het 60-jarig jubileum. Om scouting te promoten konden hieraan ook kinderen van buitenaf meedoen. Ook wordt er door de scouts jaarlijks aan wedstrijden in regioverband deelgenomen. Vanzelfsprekend zijn er in de loop der tijd nieuwe activiteiten bijgekomen, die in het tijdsbeeld passen. Ook zijn er gebruiken afgeschaft, omdat ze verouderden. Een voorbeeld hiervan is de al lang verdwenen actie 'Heitje vooreen Karweitje'. Hiervoor gingen de padvinders de straat op om klusjes te doen en de opbrengst daarvan was bestemd voor de verenigingskas. Betekenis van veel gebruikte scoutingwoorden bivak plaats waar de tenten worden opgezet (ook kamp genoemd) hike speurtocht horde troep welpen hordehol lokaal waarin horde speelt en werkt hut clubhuis installatie plechtige opneming in de vereniging kring groepje binnen onderdeel (bijv. bij kabouters) logboek boek waarin verslag wordt gedaan van activiteiten opkomst wekelijkse bijeenkomst op een vaste dag overvliegen overgaan van een groep naar een oudere groep patrouille groep verkenners pionieren van alles ontdekken en jezelf redden platte rust verplicht een uur rust tijdens kamp sjorren stokken of palen stevig vastmaken met touw speltak onderdeel van de groep (bijv. sherpa's) stam eenheid jongeren uit diverse groepen die te oud zijn voor scouting troep eenheid verkenners of padvinders vuurtafel tafel met aarde waarop gestookt werd (in feite 'verhoogd' kampvuur) Vijfendertig jaar in vogelvlucht Er was begin jaren zeventig een grote belangstelling om welp te worden, waarvoor veel jongens op een wachtlijst stonden. Daarom werd besloten om de bestaande horde 'De Bossluipers' uit te breiden met een tweede horde, die de naam 'De Duinklimmers' kreeg. Tussen deze twee groepen bestond altijd een grote rivaliteit, want tijdens bijna elke opkomst moest er beslist worden wie de sterkste of beste was. Meestal wonnen de Bossluipers. Een spelletje vlaggenroof was doorgaans oorlog. De uit die tijd bekende akela's zijn Gré Tates, Margreet Bakker en Willem Huising (die later ook hopman werd). Bij de verkenners werden de namen genoemd van hopman Prins en zijn opvolger Nico Papineau Salm. In 1972 werden de ouders van de welpen voor een ouderavond bijeen geroepen. Er moest namelijk een nieuw hordehol gebouwd worden en daarvoor was geld nodig. Voor extra inkomsten werd vooral door het ophalen van oude kranten gezorgd. Ze werden verzameld in een speciaal daarvoor gemaakt hok. Ter ere van het 30-jarig bestaan werd er in 1975 een groepsweekend in Limmen gehouden, dat een enorm succes was. In hetzelfde jaar werd Paul van Beek als hopman bij de verkenners geïnstalleerd. Vanaf 1970 kende men bij scouting ook periodes waarin een 'stam' actief was. Een stam werd gevormd door de jongeren uit de diverse groepen die in feite te oud waren om nog langer tot de rowans of sherpa's te behoren. Zij hadden echter nog wel behoefte om elkaar te zien of te spreken en daarvoor werden er speciale avonden georganiseerd. In 1984 bestond Scouting Nederland 75 jaar. Die Bogeheimers grepen deze gelegenheid aan om hun activiteiten ook lokaal te promoten en boden burgemeester Gmelich Meijling een taart aan om hem mee te laten delen in de feestvreugde. Het 45-jarig jubileum werd gevierd met een ouderdag op 19 en 20 mei 1990. In een clubblad uit dat jaar wordt een vergelijking gemaakt tussen scouting uit de oprichtingsperiode en die in 1990. Een citaat hieruit: "In de ogen van Lord Baden-Powell was scouting een voorbereiding van het leger. Tegenwoordig vind je hier gelukkig weinig van terug. Het uniform en de opening met de vlag zijn nog gebleven, maar het spel is niet meer te vergelijken met vroeger. Opnieuw werd er stilgestaan bij een jubileum in 1995 en dat was uiteraard het 50-jarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan vond er een groepsweekend plaats in IJmuiden en als thema maakten de leden met behulp van een tijdmachine een reis door het verleden van Die Bogeheimers. Rond 2000 bereikte de groepsraad het bericht dat de buren, de Juliette Lowgroep. te kampen hadden met te weinig leiding. Die Bogeheimers toonden zich daarop bereid om samen te gaan werken met deze meisjesgroep en na een proefperiode van een jaar werd besloten tot een fusie van de twee groepen onder de naam 'Scouting JL Die Bogeheimers'. Op dit moment bestaat de groep uit ongeveer 70 leden en met hun leiders en bestuursleden vierden zij in 2005 hun 60-jarig bestaan. Kaderlid Sander van Scheepen dook voor het jubileum in het archief Een hike tijdens het zomerkamp van de verkenners in 1987. 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2005 | | pagina 29