igericht,
stonden
d' en de
penbare
:p werd
1912 in
istelijke
n 2001
nieuwe
uting JL
nmers is
ri' in de
3 vinden
Duin en
its in de
tuisvest.
rein, dat
ling van
k. Guus
Padvinders en leiding van Die Bogeheimers in 1946 voor hun onderkomen op Duin en Bosch.
De nummers vermelden, voor zover bekend, de volgende personen:
1. Henk van Elven? 2. Rob Teeuw 3. Dolf Verhoeven, 4. Sijbrand Bakker 5. Huib van der Woude
6. Piet van Maarleveld 7. Kees Blokdijk 8. Bob van Aalst 9. Jan-Jaap van Muijlwijk 10. Gert-Jan van Muijlwijk 11. bagheera Rie
Boesenkool 12. 13. Martien Smit 14. Henk van der Woude 15. chil Loes Kieft 16. Jacques van Eik 17. Theo van Straaten 18. Gerard
van Straaten 19. akela Attie Slot 20. Jan Bakker 21. Sjaak Burgering 22. Jaap Mosterd 23. Paul Broekhuizen 24. Leo Bartels 25. Kees
Verhoeven 26. Harrie van Diggelen 27. Ben Jacobs 28. Ben Smit? 29. Koos van de Berg 30. 31. 32. Bob Wilhelm 33. Johan Schouten
34. Puck Wouters 35. Bob Terol 36. Fred Baljé 37. George Jacobs 38. Nico Bettink 39. Bert de Vries 40. Bob van Gulik? 41Jan Duinker
42. 43. Ed van Aalst en 44. Ton Kroonenburg.
Die Bogeheimers maken voor
het eerst een treinreis en poseren
voor het oude station van
Castricum.
V.l.n.r.: akela Attie Slot, Kees
Verhoeven, Ben Jacobs, Ton
Kroonenburg, Ben Smit, Puck
Wouters. Bob Wilhelm, George
Jacobs, Ed van Aalst, Ben
Willems, Fred Baljé, Sjaak
Burgering, Jaap Mosterd en Jan
Ronk.
Glass, Ben en George Jacobs, Ton Kronenburg, Jaap Mosterd, Jan-
Jaap van Muijlwijk, Gerrit Ronk, Gerard en Theo van Straaten. Kees
Verhoeven en Puck Wouters. In het bestuur zaten in de beginjaren
onder anderen de heren Van Gulik en Van Keeken. Later namen
de heren Meyer, Van Goudoever, Van Aalst, Bakker en Bets daarin
zitting. Chris van Keeken. zoon van de voorzitter, werd vaandrig en
trouwde met akela Loes Kieft. Gré Tates was in die tijd ook akela.
Zij is later getrouwd met Gerard van Straaten, die lid van het eerste
uur was.
Nadat Die Bogeheimers zo rond 1947 niet meer op Duin en Bosch
terecht konden, kregen zij hun onderkomen aan de rand van het
duin en de Zanderij, waar ze nog steeds zijn gevestigd. De grond
was vroeger eigendom van een Alkmaarder, die het terrein aan de
padvinders verpachtte. Op een gegeven moment wilde deze de
grond verkopen aan de bollenboeren die de omliggende velden in
hun bezit hadden. Dankzij inzamelacties door de groep en donaties
van ouders is er toen veel geld bij elkaar gebracht en konden de
scouts de grond kopen. Daarnaast hadden ze nog dertig jaar een stuk
in bruikleen van een Amsterdammer. Ook dit stuk is nu eigendom
van Die Bogeheimers en zodoende zijn zij altijd de enige groep in
Castricum gebleven die over eigen grond beschikte. Op hun stek
verrees als eerste de verkennershut. Later werden hier nog het
hordehol, stamhok, de keuken en de rowanbasis aan toegevoegd.
In de beginperiode met Hopman Slot waren de aspirant-padvinders
al spoedig erg enthousiast over het scoutinggebeuren. Ze voelden
zich belangrijk omdat ze konden worden ingezet voor karweitjes
zoals houthakken en zorgen voor de dagelijkse kost. Natuurlijk
wilden ze ook van alles aanpakken wat met pionieren, woudiopen
en kamperen te maken had. Dit enthousiasme werkte aanstekelijk en
het duurde niet lang voordat vele Castricummers en ook jongeren
uit Limmen en Uitgeest zich bij de groep aansloten.
Om een goede padvinderstroep op te bouwen besloot de hopman
tijdens de eerste opkomst een aantal jongens versneld op te leiden,
zodat die later hun kennis konden doorgeven. Drie patrouilles van
7 man achtte hij ruimschoots voldoende voor een goede troep en
het was niet gewenst dat deze zich onbeperkt zou uitbreiden. De
goedgetrainde kern moest de geestkracht en capaciteiten bezitten
27