Zestig jaar scouting in Castricum
Direct na de bevrijding kwam de Amsterdamse hopman
Herman Slot met zijn vrouw in Castricum wonen. Hij leidde
op dat moment twee padvindersgroepen in de hoofdstad.
Nadat hem gevraagd werd of hij in Castricum een groep wilde
starten, moest hij daar dan ook wel even over nadenken. Op
zekere dag stonden er zes enthousiaste jongens voor zijn deur
en toen besloot hij dat hun wens om padvinder te worden
in vervulling kon gaan. Hopman Slot stond voor de niet
eenvoudige taak om van deze jongens, die nauwelijks wisten
dat padvinders korte broeken en hoeden met brede randen
droegen, verkenners te maken.
Grondlegger Baden-Powell
Scouting, het Engelse woord voor padvinderij, bestaat in ons land
sinds 1916. Een padvinder wordt door de 'dikke Van Dale' als volgt
omschreven: "Knaap die aangesloten is bij de vereniging der boy
scouts, die ten doel heeft jongens door oefening op te leiden tot
moedige, vaardige, opofferende, zelfstandige mannen.
Over scouting zijn de meningen altijd verdeeld geweest. De een ziet het
als een leuke, leerzame en nuttige vrijetijdsbesteding voor de jeugd en
de ander heeft er wat moeite mee dat deze liefhebberij oorspronkelijk
op militaire leest geschoeid is. Het laatste is niet zo vreemd omdat de
grondlegger, Robert Baden-Powell. generaal-majoor in het Engelse
leger was. Vooral vroeger waren orde en netheid dan ook belangrijke
onderdelen van scouting. Feit is echter dat scouting, na de start in
Engeland in 1908, al snel een internationaal fenomeen is geworden.
Ook in ons land sloeg de padvinderij aan.
De Castricumse groepen
De eerste openbare jongensgroep, die in mei 1945 werd opgericht,
kreeg de naam 'Die Bogeheimers'. Ongeveer gelijktijdig ontstonden
in de maand daarop de katholieke jongensgroep 'St. Wilfried' en de
katholieke meisjesgroep 'St. Clara'.
Spoedig daarna volgden er nog twee. In 1946 zag de openbare
meisjesgroep 'Juliette Low' het levenslicht. Deze groep werd
vernoemd naar de oprichtster van de Girl Scouts die in 1912 in
Amerika was opgestart. Daarnaast kende men in die tijd de christelijke
'Abel Tasmangroep', genoemd naar de ontdekkingsreiziger.
Die Bogeheimers en de Juliette Lowgroep gingen in 2001
samenwerken en zijn vanaf 1 januari 2005 gefuseerd. De nieuwe
groep is de enige die nu nog actief is onder de naam 'Scouting JL
Die Bogeheimers'.
DIE BOGEHEIMERS
Voor velen is het een raadsel hoe men aan de naam Bogeheimers is
gekomen. Volgens schrijver W.J. Hofdijk stond 'Bogeheim' in de
tijd van Karei de Grote voor Bakkum.
Het eerste onderkomen van de groep was ook in Bakkum te vinden
en bestond uit twee houten werkkeetjes op het terrein van Duin en
Bosch. Spoedig brandden deze echter af, waarna de scouts in de
mandenmakerij van het provinciaal ziekenhuis werden gehuisvest.
In 1946 verhuisden zij naar het oude boerderijtje op het terrein, dat
later dienst deed als theehuis en museum.
Bij de oprichting werden de volgende jongens onder leiding van
Herman Slot direct padvinder: Jan Bakker, Nico Bettink, Guus
26