Het zicht op de boerderij vanaf de Rollerusstraat. Jacob Pietersz Schotvanger werd de eigenaar van het weiland en zijn weduwe Grietje Kuijs verkocht het weiland in 1924 aan Wilhelmus Hendrikus de Wildt. Na zijn overlijden in 1934 kwam het geheel op naam te staan van zijn weduwe, Anna Maria Leek. In 1941 vond verkoop plaats aan Jacobus Johannes de Wildt, wonende te Beverwijk die het door verkocht aan Lucas Aardenburg, directeur van de gelijknamige N.V. uit Beverwijk. In 1942 werd de boerderij betrokken door de familie Dirk Brandjes, die de boerderij aan de Oosterbuurt 2 moest verlaten op gezag van de Duitse bezetter. De hele inboedel en de 28 melkkoeien moesten in twee dagen worden overgebracht en tot eind 1952 verbleven zij aan de Breedeweg, tot de herbouwde boerderij aan de Oosterbuurt kon worden betrokken. Inmiddels was Theodorus W. de Wildt sedert maart 1954 de 22 huurder/gebruiker van de boerderij geworden en oefende er zijn melkveehouderij uit tot 1970. In 1955 vond verkoop plaats van een perceel weiland aan Petrus C.W. de Wildt, veehouder te Castricum, die in 1959 nog een stuk weiland overnam met een gedeelte van een zomerhuis en in 1965 werd door Lucas Aardenburg weer een stuk weiland afgestaan, ditmaal ter grootte van 10.000 m2, voor een nieuwe straat, de Rollerusstraat, en voor woningbouw. Op20juli 1971 verkocht Lucas Aardenburg de boerderij, inmiddels aan de Rollerusstraat nr. 1 gelegen, met ca. 2000 m2 grond aan Theodorus de Wildt, bloembollenkweker, geboren op 8 februari 1925, gehuwd met Wilhelmina Brendel. Na de overname maakte hij de boerderij geschikt voor bewoning en liet in de kap een dakkapel aanbrengen. Na het overlijden van Theodorus de Wildt op 30 december 1994 kwam de boerderij op naam te staan van zijn vrouw Wilhelmina Brendel en de vijf kinderen. De grote, statige boerderij, met een nokhoogte van ruim 16 meter, wordt nu bewoond door Wilhelmina de Wildt - Brendel en haar zoon Jan de Wildt, die ongehuwd is; het achterste gedeelte wordt bewoond door twee neven van de familie. Boerderij aan het Schulpstet (nr. 7) De boerderij aan het Schulpstet dateert van voor 1820, is van oorsprong een Noord-Hollandse stolpboerderij en werd altijd door meerdere gezinnen bewoond. In 1830 werd de boerderij bewoond door de twee eigenaren: Pieter Ranke, geboren in 1785 te Bergen, schelpenvisser, gehuwd met Grietje Hollander, geboren in 1784 te Heiloo en Jan van Beek, ook schelpenvisser van beroep, gehuwd met Grietje IJpelaan; zij hadden zes kinderen. Op 1 maart 1834 verkocht Grietje IJpelaan de boerderij, die zij verkregen had bij het overlijden van haar ouders, aan Lammert Nijman, die in Castricum woonde. In 1848 kwam het huis in bezit van de erfgenamen van Lammert Nijman en zijn vrouw Antje Lotten. Doordat er sprake was van wanbetaling van de schulden volgde in 1860 een publieke verkoping en kwam het huis en erf in bezit van Dirk Belleman, wagenmaker, wonende te Egmond aan den Hoef, waarvan Dirk 1/3 deel overdroeg aan Hermanus Josephus Belleman, wonende te Castricum. In 1864 werd het huis vergroot en in 1865 nam Hermanus Josephus Belleman, wagenmaker te Castricum, het 2/3 deel over van Dirk Belleman en bestond het bezit uit: - een huis en erf. gelegen in sectie B, nr. 917, groot 714 m2; -eenhuis, gelegeninsectieB.nr. 918, groot36m2, tezamen 750 m2. Herman Belleman had in 1861 een stuk bouwland gekocht ter grootte van 2450 m2, gelegen aan de zuidkant van het huis; in 1869 werd aan het huis een verbouwing uitgevoerd. Floris Cornelisz Twisk jr., wagenmaker, timmerman en veehouder, kocht het huis, waarin een wagenmakerij, het erf en het bouwland aan het Schulpstet in 1883 en liet in het jaar 1892 een verbouwing in het huis uitvoeren en 'een bijbouw' plaatsen. Het geheel bestond toen uit een huis met erf en een huis, gelegen aan het Schulpstet, sectie B, nr. 1159, groot 750 m2. Anthonie (Toon) Lute, geboren in 1861 te Castricum, arbeider, tuinder, vrachtrijder en schelpenvisser, kocht het huis op 19 juli 1916. Hij woonde vanaf 1884 in de boerderij en was gehuwd met Antje Sweeren. Uit het huwelijk werden aan het Schulpstet dertien kinderen geboren. (Zie het 8e jaarboekje.) Toen Antje Sweeren in 1919 overleed, volgde een scheiding en verdeling van het onroerend goed. Zoon Toon Lute, landbouwer.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2005 | | pagina 22