diensten bewezen bij gelegenheid van de staking van het spoorweg
personeel. Vele maanden later is er nog niets betaald.
In een brief van 26 maart 1904 aan de gemeenteraad vragen Hendrik
Zoontjes, Frederik Wulp, Albertus van der Wolff, Dirk de Winter en
Bernardus Jacobs, allen onbezoldigd rijksveldwachters-opzichters
der jacht en visserij in de gemeente Castricum, een billijke vergoe
ding te willen toekennen voor de diensten die zij in de maanden
februari, maart en april 1903 aan het vaderland en dus ook aan deze
gemeente hebben bewezen. Deze betreffen de bewaking die zich
niet alleen beperkte tot het stationsgebouw maar zich ook uitstrekte
over de gehele spoorlijn in de gemeente vanaf Limmen tot Uitgeest,
'welk gedeelte zij ook des nachts, ondanks het zoo hijzonder on
gunstige weder dier dagen, meermalen moesten afloopen; dat hij
matige berekening de dienst aan station en spoorlijn loopt over een
totaal van 224 uren voor iederen bewaker; dat adressanten in alle
bescheidenheid meenen te mogen wijzen op andere gemeenten waar
de opgeroepen bewakers na het eindigen der misdadige woelingen
voor hunne diensten in belang van orde en rust werden beloond, o.a.
op Heemskerk waar hun niet alleen dagelijks van gemeentewege
warm voedsel werd verstrekt, maar zij na afloop van de gemeente
eene gratificatie ontvingen, gelijkstaande met ongeveer 17 cent per
uur'.
Op een vraag van de burgemeester over de uitbetaling antwoordt de
provincie op 21 april 1904 dat er nog steeds geen beslissing door
de regering is genomen in verband met een ingediend wetsontwerp
dienaangaande.
17 april 1903
In de opgave van de burgemeester aan de inspecteur der directe be
lastingen worden de volgende kasteleins genoemd met hun omzet
in liters:
1. L.A. van Benthem (Dorpsstraat, nu de Oude Schimmel) 2839
2. P. Lute (Burg. Mooijstraat) 2190
3. wed. J. Koopman (De Rustende Jager - Dorpsstraat) 1457
4. B. Wempe (hoek Burg. Mooijstraat - Dorpsstraat) 1115
5. D. de Winter (De Goede Verwachting - Heereweg) 204
6. wed. F. Twisk (Heereweg) 102
De pastoor Jan van 't Westeinde wordt nog aan de opgave toege
voegd met 76 liter (miswijn). In een lijst met schattingen van de
huurwaarde van latere datum is het café en de naam van de eige
naar Dirk de Winter vervangen door die van Wub Joosten (met café
aan de Van Oldenbarnevcldweg) en is het café van de wed. Floor
Twisk per 1 mei 1903 overgenomen door Jan Zonneveld Czn. Alle
cafés hebben één gelagkamer met uitzondering van het café van B.
Wempe met twee gelagkamers. Van Benthem beschikte naast een
gelagkamer ook over een opkamer.
1 mei 1903
Het café van Wub Joosten wordt in gebruik genomen. Wub Joosten
is als Wilbrordus Joosten geboren in 1871 in Castricum, trouwt met
Maartje de Winter en is slager van beroep (overgrootvader van t.v.-
presentatrice Astrid Joosten). Hij koopt in 1902 een perceel grond
(waarop nu hotel Borst is gevestigd) en bouwt er een pand dat be
staat uit een woning, slagerij en een café. Op zijn verzoek en dat van
zijn zwager Dirk de Winter jr. krijgt hij van het gemeentebestuur
de vergunning tot de verkoop van sterke drank. Dirk de Winter jr.,
jachtopziener van beroep, had het huis aan de Heereweg (later "De
Goede Verwachting) gekocht van zijn ouders Dirk de Winter en
Heintje Hageman. Zij hadden gedurende vele jaren een vergunning
voor het tappen van sterke drank; dit wil Dirk jr. niet voortzetten en
hij draagt deze vergunning over aan zijn zwager.
Wub Joosten doet ook een dringend verzoek aan het gemeentebe
stuur om 'het bedrijf van slachter en vleeschhouwer te mogen uit
oefenen': - dat hij ook in deze woning zijne affaire van slager,
waardoor hij in het onderhoud voorziet van zijn huisgezin, gaarne
zal voortzetten, - dat hij deze nieuwe woning gaat betrekken om bij
eventuele uitbreiding van dit gedeelte der Gemeente zijn bestaan te
verbeteren komst Duin en Bosch zich voor deze bouwing groote
uitgaven heeft getroost en bij niet toestaan eener slachtplaats zijn
bestaan hoogst ernstig zoude zien bedreigd; - dat de slachtplaats
geheel van steen is gebouwd, van de straat is verwijderd en afge
scheiden van de woning, met afzonderlijke ingang en niet alleen
voor kinderen ontoegankelijk is, maar ook zo is ingericht dat de
kinderen die later de nieuw te bouwen school zullen bezoeken vanaf
de straat geen blik in de slachtplaats kunnen werpen en het dooden
van dieren niet zullen kunnen gadeslaan".