De Castricumse familie Meijne In de afgelopen eeuw woonden er binnen de toenmalige gemeen tegrenzen van Castricum drie verschillende families Meijne, die meenden op geen enkele manier familie van elkaar te zijn. Deze families Meijne woonden aan de Breedeweg, op de Heereweg in Bakkum en op een boerderij aan de Madeweg in Noord-Bakkum. In de nu volgende beschrijving van de stamboom van de familie Meijne worden de opeenvolgende generaties behandeld. Hieruit blijkt dan ook de verwantschap van de hierboven genoemde families Meijne in Castricum. Hoewel de oorsprong van de familie Meijne niet in Castricum ligt maar in Limmen en meerdere generaties in Akersloot en Uitgeest hebben gewoond, blijkt uit de gegevens van de volkstelling van 1947 dat Castricum de plaats is die verreweg de meeste Meijne's telt en kunnen we deze familie als een Castricumse familie beschouwen. De oudste voorvaderen uit Limmen Van de familie Meijne treffen we de oudste generaties aan in Limmen en de oude gegevens roepen een beeld op van een rijke boerenfamilie. Hierdoor gaat de familie Meijne wat verder terug dan veelal het geval is. Met name worden bij het trouwen huwe lijkse voorwaarden opgesteld met onder andere vermelding van de bezittingen die door bruid of bruidegom 'Meijne' worden inge bracht. Als deze dan eerder zou overlijden, bleven de bezittingen in de familie Meijne. Ook het feit dat al in een vroeg stadium de achternaam Meijne wordt gevoerd in een tijd dat de meeste mensen nog geen achternaam hadden en dat bovendien meerdere leden van de familie deel uitmaakten van het gemeentebestuur, duidt op een voorname Limmense familie. De oudste voorvader moet Jan Meijne hebben geheten en zal om streeks 1600 zijn geboren. Van Jan weten we eigenlijk alleen dat hij twee zoons heeft gehad, Comelis en Laurens, die omstreeks 1630 ge boren zijn. Als Laurens Janszoon Meijne als meerderjarig jongeman in 1675 in het huwelijk treedt met Grietje Claas, worden huwelijkse voorwaarden opgesteld en verschillende stukken weiland in Limmen genoemd die Lourens samen heeft met zijn broer Comelis. Ook de bruid Grietje Claas, en boerendochter, heeft stukken land in bezit en wel op Assum in de gemeente Uitgeest. Het echtpaar Laurens Meijne en Grietje Claas moet kinderloos overleden zijn, want hun bezittingen worden geërfd door de kinderen van zijn broer Comelis. Handtekening Comelis Jansz Meijne. Comelis Jansz Meijne trouwt met Trijn Claes, is onder andere in 1679 armenvoogd in Limmen en krijgt vier kinderen: Sijmon, Pieter. Neeltje en Jan Meijne die geboren zijn in de periode 1655 - 1665. Omdat de doopboeken van Limmen pas in 1678 beginnen, zijn er geen exacte doopdata bekend. Neeltje Meijne woont in Limmen en trouwde met Pieter Remmen. In 1701 maakt dit echtpaar een testament op, waarin Neeltje laat opnemen dat, als zij zonder kinderen zou komen te overlijden, de kinderen van haar broers Sijmon, Pieter en Jan zouden erven. De huwelijksbelofte van \laartje Meijne voor het gerecht Sijmon Cornelisz Meijne treedt in 1684 met enkele mede-schepe nen van Limmen als getuige op waarbij zijn leeftijd wordt genoemd: 27 jaar. Sijmon is dus geboren in 1657 of 1658; hij trouwde met Maartje Michiels. Zij hebben in ieder geval een zoon Cornelis en een dochter Maartje, want als Comelis Sijmonszoon Meijne in 1728 in het huwelijk treedt met Maartje Comelis, worden voorwaarden opgesteld en zijn de goederen geïnventariseerd die hij ieder voor de helft deelt met zijn zuster Maartje. Het is een lijst met twee huizen en een groot aantal stukken weiland in Limmen. Dat Maartje als rijke boerendochter een aantrekkelijke huwelijkspartner is, blijkt uit de rechtszaak die rond 1729 heeft gespeeld. Als Maartje in 1729 besluit om met Dirk Cornelisz Slicker, regent van Limmen, in het huwelijk te treden, maakt Jacob Croone, secretaris van Limmen, hiertegen voor het gerecht van Limmen bezwaar. Maartje zou al met Jacob Croone verkering hebben gehad en hem trouwbeloften heb ben gedaan. Ene Klaver, advocaat van Jacob Croone, verklaart: be- reijt te sijn onder solenmelen eede te verklaeren dat door Maartje Zijmons de requirante in desen aan hem tot teecken van trouw ende met bijgevoegde belofte van hem te sullen trouwen, is overgegeven een goude houpringh mede ten desen geexhibeert gelijckerwijs ten dien eijnde door hem aan haar waere gegeven twee paartruijters ducatons, beneffens een silvere medailje waar op de eene zijde een schip ende op het travers een boerin, een koe mekkende was gefi- gureert, ende wijders dat de belofte bij sijn eijscli geposeert hem iterative ende menigvuldige maelen door de requirante ende nu ver- weerdersse zijn gedaan". Jan Vroet, advocaat van Maartje Sijmons Meijne, verklaart: "be- reijt te sijn onder eede solemneel te verklaeren, dat sij noijt ofte oijt met den eijsscher eenige onderhandelinge weegens trouw ofte trouwbeloften heeft geliadt als onder die expresse mits van noijt met den eijssscher te sullen trouwen, tenzij haar verweersters meutje ofte peetje (=tante) Aefje Michiels daar in consenteerde ende dat sij verweerster telkens ende altijt staande de conversatie tusschen haar met den eijsscher heeft betuijgt, dat sij noijt met den eijsscher soude trouwen ten waere haar voors. meutje ofte peetje het voors. Ituijwelijck goetkeurende ende haar toestemminge daar toe gaff, presenterende wijders onder eede als voors. te verklaeren dat sij noijt aan den eisscher selfs op den conditie absolute trouwbeloften heeft gegeven, ende sigli noijt verders off anders heeft uijtgelaten, als dat sij het met den ende anderen wel souden stellen, als wanneer haar voors. peetje het Ituijwelijck tussen de eijsscher ende verweerder toestemde ende goet- keurde, presenterende al wijders onder eede solemneel te verklaeren noijt de goude ringh, ofte ijets anders aan den eijsscher te hebben gegeven, ende nogte oock de silvere ducatons mitsgaders de medailje bij presentatie van des eijssschers eede vermeit, van den eijsscher te hebben aengeno- men tot teecken van trouw off bevestigingh van trouwbeloften vee! min met bijvoegingh van belofte van den eijsscher te sullen trouwen, maar integendeel dat hij eijsscher haar verweer de voors. ringh heeft ontfutselt tegens haar zin ende de voors. silvere ducatons ende medailje in haar schoot geworpen, dogh bij haar opentlijck gewei- gert aan te nemen". Het gerecht in Limmen doet uiteindelijk geen uitspraak en gelast bei de partijen voor het Hof van Holland verder te procederen. Maartje 65

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2004 | | pagina 65