bekend dat hij met zijn zoon Nico op de bovenverdieping van het
pand Dorpsstraat 23 een dumpstore had gevestigd. In 1980 werd
het een jeansstore. De gezondheid van Cees Vendel was inmiddels
achteruit gegaan en hij liet de handel op den duur vrijwel geheel
over aan Nico. Hij overleed in 1994. Nico Vendel raakte uitgekeken
op zijn handel, mede vanwege parkeerproblemen en omstreeks 1990
maakte hij een einde aan 40 jaar firma Vendel aan de Dorpsstraat, om
zich niet lang daarna in geheel andere zaken te storten als eigenaar
van 'Smokey's Specialties' in de Burgemeester Mooijstraat. Het
pand was daarna nog enige tijd in handen van Henk Nuijens, van
de dierenspeciaalzaak aan de overkant, die het als opslagruimte
gebruikte. Hij verkocht het in 1996 aan Frank Boske, waarmee de
voormalige bollenschuur, na een grondige opknapbeurt, zijn huidige
bestemming kreeg als fotostudio.
Gesloopt (nrs. 25 en 27)
Een sleutelwoord in de discussies over nieuwbouw in het dorpscentrum
is 'kleinschaligheid': te slopen panden mogen niet worden vervangen
door al te kolossale gebouwen. Bovendien mag het karakter van het
dorpscentrum volgens het bestemmingsplan niet worden aangetast door
Bouwtekening met een vooraanzicht van de in 1977 gebouwde
panden, Dorpsstraat 25 (rechts) en Dorpsstraat 27.
De eerste bewoonster van het woonhuis, dat later nummer 25 kreeg,
was de in 1862 in Castricum geboren Grietje de Groot-van Weenen.
Zij was weduwe van de in 1902 op 43-jarige leeftijd overleden
Cornelis de Groot. De familie de Groot woonde aanvankelijk in een
niet meer bestaande boerderij aan de Burgemeester Mooijstraat, waar
Cornelis op een ruim perceel grond achter het huis als landbouwer
en bloemkweker de kost verdiende. Na zijn overlijden stond Grietje
met haar nog jonge gezin, dat zes kinderen telde, voor de keuze
het tuinderbedrijf van haar echtgenoot voort te zetten of elders iets
nieuws te beginnen om in haar onderhoud te voorzien. Ze koos voor
het laatste en verkocht het woonhuis in de Burg. Mooijstraat en de
bijbehorende gronden aan de familie Ten Wolde, om daarvoor in
de plaats de door Portegies afgebeelde panden in de Dorpsstraat te
laten bouwen en daar een kolenhandel te beginnen.
Haar twee oudste kinderen, Willem en Kees de Groot, hadden
inmiddels de lagere school doorlopen en werden op nog jonge
leeftijd, zo ging dat in die dagen, bij het bedrijf ingeschakeld.
Een van hun bezigheden was het met een handwagen ophalen
van turf en briketten (samengeperste steenkool) in Beverwijk, om
die in Castricum uit te venten. Toen Willem de Groot de handel
kon overlaten aan zijn jongere broer kocht hij een huis in de
Bakkummerstraat. Eerst verhuurde hij dit huis, maar toen hij in
1917 trouwde, ging hij er zelf met zijn vrouw wonen en begon
er een kolenhandel, als een soort filiaal van het bedrijf in de
Dorpsstraat. Later kreeg hij een drankvergunning en opende aan de
Bakkummerstraat, na enige verbouwingen, café 'De Duinstreek',
waarmee een wat merkwaardige combinatie van het beroep van
kolenboer met dat van kastelein ontstond. Hoewel ook de andere
zonen van Grietje naarmate ze ouder werden meehielpen in de
kolenhandel, waren er niettemin die kozen voor een andere carrière.
Zo werd Dorus de Groot bekend als smid in de Schoolstraat, waar
hij van 1909 tot 1966 zijn bedrijf uitoefende. Kees de Groot werd
bouwondernemer.
Grietje overleed in 1936, waarna haar zoon Jan de Groot op het adres in
de Dorpsstraat achterbleef en de kolenhandel voortzette. Na de dood
van Jan de Groot in 1969 bleef zijn huishoudster Mies Zonneveld
met toestemming van de erfgenamen nog enkele jaren in het pand
aan de Dorpsstraat wonen. Daarna kwamen woonhuis, kolenschuur
en wagenberging via een Castricumse makelaar in handen van
projectontwikkelaar Veldt, die de bestaande panden liet slopen om
vervolgens met zijn B.V. Handel en Exploitatiemaatschappij de
huidige flatgebouwen te realiseren.
al te afwijkende architectuur. De relatief
recent gebouwde panden met de nummers
Dorpsstraat 25 en 27, pakhuisachtige
bouwwerken, met drie woonlagen waarin
flats zijn ondergebracht, bieden aan een
ieder de mogelijkheid om zijn opvattingen
omtrent kleinschaligheid en architectuur in
de Dorpsstraat te toetsen. Deze bouw kwam
in 1977 in de plaats van enkele bescheiden
huisjes, die rond 1975 werden gesloopt. Een
indruk van de gesloopte pandjes geeft een
hierbij afgebeelde aquarel van de hand van
Sijf Portegies.
Deze panden komen reeds voor op een
foto uit 1910, die een doorkijk geeft van
de Dorpsstraat in dat jaar en die werd
geplaatst bij deel 1 van dit artikel in het
vorige jaarboekje. Kadastergegevens
maken duidelijk dat de bouw in 1904
plaatsvond op grond die was gekocht
van Adriaan van Litli. Een naastgelegen
schuurtje, dat ook door Portegies is
afgebeeld, werd in 1919 gebouwd.
Aquarel geschilderd door Sijf Portegies in 1945, waarop van rechts naar links zijn afgebeeld een
wagenberging (ongenummerd), het woonhuis Dorpsstraat 25 van Jan de Groot, brandstoffen-
handelaar, en een loods voor kolenopslag, Dorpsstraat 27.
54