boerenleenbank. Een citaat: "Floor was een kassier van een Boerenleenbank in de mooisten zin des woords. Het was liem niet alleen begonnen om het geld, maar de circulatie van het geld werd bij hem gedragen door een geest van naastenliefde en weldadigheid, de meest soliede basis voor zijn activiteit". Pietertje Twisk-Schut overleed in 1939 op 77-jarige leeftijd. Waarschijnlijk om gezondheidsredenen was ze reeds in 1937 uit Castricum vertrokken en had ze in dat jaar Dorpsstraat 19 verkocht aan haar zoon Adriaan Tvvisk, die in Uitgeest woonde en werkzaam was als onderwijzer in Uitgeest en Bakkum. Hij genoot ook bekendheid als organist van de kerk in Bakkum. Adriaan Twisk ging het pand verhuren. De eerste huurder was een zekere Johan Richard, een kantoorbediende, die zich met zijn echtgenote Rientke de Vries in maart 1937 vanuit Amsterdam in Castricum vestigde. Een indruk is dat vooral forensen zich tot het pand aangetrokken voelden, waarschijnlijk om zijn gunstige ligging ten opzichte van het station. Een voorbeeld hiervan is Gerard Rossen, een medewerker van de fa. Wessanen in Wormerveer, die er vanaf 1946 tot 1955 woonde. In 1957 betrok Jacob Boots, de huidige eigenaar, met zijn gezin het pand. Hij was aanvankelijk ook huurder, maar in 1974 kocht hij het pand van Adriaan Twisk. Een deels gezamenlijke geschiedenis (nrs. 21 en 23) De panden Dorpsstraat 21 en 23 zijn, met het bijbehorende erf. op een kadasterkaart uit 1905 aangegeven onder één kadasternummer, wat er op wijst dat er één eigenaar was. Dat klopt, want de beide panden werden in dat jaar gesticht door Adriaan van Lith op bouwland, gekocht van familielid Antje van der Laan. Nummer 21 was vanaf de bouw een woonhuis, nummer 23 een bollenschuur. Adriaan van Lith vestigde zich kort na zijn huwelijk met Ida van Canne in december 1905 vanuit Uitgeest in Castricum, waarbij hij de genoemde panden en omringende grond in gebruik nam om er met de teelt van bloembollen te beginnen. Hij werd in 1877 in Uitgeest geboren als zoon van Anthonie van Lith. in de periode 1901 tot 1925 burgemeester van Uitgeest. Deze Anthonie van Lith is nog kort inwoner van Castricum geweest. Nadat zijn vrouw in 1931 was overleden, verliet hij Uitgeest om met zijn zwakzinnig genoemde dochter Sientje in te trekken bij zijn zoon Adriaan aan de Dorpsstraat. Hij stierf in 1934 op 85-jarige leeftijd in Castricum, maar werd op het openbare kerkhof in Uitgeest in het familiegraf bijgezet. Van Deelen schetst Adriaan van Lith in zijn boek 'De Historie van Castricum en Bakkum' als iemand die in de eerste jaren van het Recente foto van het pand Dorpsstraat 23, waarin sinds 1996 is gevestigd Frank Boske Visuals. bestaan van het ziekenhuis Duin en Bosch, geregeld bloemen en bloembollen naar de afdelingen bracht om daarmee de zalen te versieren en de sfeer te verhogen. Vanaf 1913 verkocht Adriaan van Lith, zoals in het voorgaande herhaaldelijk genoemd, stukken van zijn grond voor de huizenbouw, wellicht omdat hij. evenals zijn collega Piet Valkering, te ntaken had met tegenslag in zijn bedrijfsvoering. In 1931 verkocht hij zijn laatste stuk grond met woonhuis en schuur aan de Coöperatieve Boerenleenbank in Uitgeest. Het heeft er de schijn van dat deze niet zo voor de hand liggende aankoop bedoeld was om hem uit zijn financiële problemen te helpen, want zijn inmiddels inwonende vader, de oud-burgemeester, was ook een voormalig directeur van de Boerenleenbank in Uitgeest en zal dus ongetwijfeld een bemiddelende rol hebben gespeeld. Door deze constructie werd Adriaan van Lith huurder van het pand. Hij bleef er, met een onderbreking in de oorlog, nog tot 1946 wonen, in welk jaar de panden eigendom werden van de in 1914 in Castricum geboren Theo de Winter, die de schuur liet verbouwen tot een garage om er het expeditiebedrijf voort te zetten, waarmee hij in de Schoolstraat was begonnen. Het was een woningruil, want Adriaan van Lith betrok het pand van De Winter in de Schoolstraat. Theo de Winter trok met zijn vrachtauto's in het dorp niet alleen de aandacht als expediteur, maar hij maakte zich ook verdienstelijk in het maatschappelijk leven, onder meer als bestuurslid van de Katholieke Volkspartij en als voorzitter van het in 1904 in Castricum opgerichte ziekenfonds 'Onderlinge Hulp', dat ruim 60 jaar heeft bestaan. Het verblijf van Theo de Winter in de Dorpsstraat duurde niet lang. want in 1949 vertrok hij met zijn familie naar Oosterbeek. waar hij een grossierderij begon in rijwiel- en brommeronderdelen. De geschiedenis van de beide panden verloopt vanaf dat jaar gescheiden. Het woonhuis (nr. 21verkocht Theo de Winter aan Gerrit Bleijendaal, een verzekeringsdagent. die eerder in de Geelvinckstraat woonde. Het pand bleef hiermee in zekere zin in de familie, want Gerrit was gehuwd met Catharina de Winter, een tante van genoemde Theo de Winter. De garage (nr 23) werd gekocht door Cees Vendel, die er de lompen en oud-papierhandel voortzette, waarmee hij reeds was begonnen in de garage bij het huis van zijn ouders in de Julianastraat. Na het overlijden van Gerrit Bleijendaal in 1962 betrok zijn zoon Piet, een vrachtwagenchauffeur, het woonhuis, waarmee hij niet ver af kwam te wonen van zijn broer Theo, die in dezelfde periode eigenaar was geworden van een gedeelte van de reeds besproken villa Dorpsstraat nr. 1. In 1989 kocht de uit Amsterdam afkomstige familie Hoffman het woonhuis, waaraan gezien de ouderdom wel een en ander opgeknapt moest worden. Cees Vendel bleef met zijn activiteiten nog lang de aandacht trekken. Hij breidde zijn pand. waarin hij overigens niet woonde, aan de achterzijde aanzienlijk uit. In 1977 maakte hij via een advertentie Recente foto van het pand Dorpsstraat 21. 53

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2004 | | pagina 53