Direct na de bevrijding haalden
de leden van Dd.U. en Aloysius
hun instrumenten te voorschijn
en maakten gezamenlijk een
feestelijke rondgang door het
dorp.
Wie was Piet Kuijs?
Piet Kuijs, de zoon van bakker Jan Kuijs, werd geboren in 1877.
Hij stond op een mooie zomermorgen als jeugdige bakkersleerling
deeg te kneden in de bakkerij van zijn vader, toen plotseling in
de Dorpsstraat vrolijke klanken van enige straatmuzikanten te
horen waren. De mooie melodieën en het goede samenspel van
de blazers bekoorden de jonge Piet zo, dat hij onmiddellijk het
deeg in de steek liet en door het raam naar buiten sprong. De
musicus was in hem ontwaakt.
Meester Hille, die Piet de eerste pianolessen gaf, adviseerde
bakker Kuijs zijn zoon in het muziekvak te laten opleiden. Maar
Piet moest bakker worden en dat gebeurde ook. tot hij later boer
werd. De muziek heeft hem echter nooit meer losgelaten. Op 15-
jarige leeftijd kreeg hij orgelles en toen Willem Piepers, organist
van de parochiekerk, in 1920 overleed, volgde Piet hem op.
Nadat kapelaan Starrenburg enige jaren na de oprichting van de
patronaatsfanfare werd benoemd tot leraar aan het seminarium
en de fanfare moest verlaten, werd Piet Kuijs directeur en
bestuurder van Aloysius. Dat zou hij ook blijven tot het einde
kwam in 1945.
Tot op hoge leeftijd zong Piet bij ontelbare trouwmissen en
begrafenissen. Hiervoor moest hij altijd uit zijn werk breken, wat
op een boerderij niet meeviel. Het gebeurde wel dat hij pas uit
het land thuiskwam als de kerkklokken al luidden. Zijn vrouw
stond dan met zijn kleren klaar, die hij meenam zodat hij nog net
op tijd achter zijn geliefde orgelklavier kon plaatsnemen. Tijdens
de preek had hij pas gelegenheid om zich verder netjes aan te
kleden.
Toen Piet op een dag gevraagd werd een extra repetitie te geven
in Egmond voor een concours, ging hij daar onmiddellijk op in
en vergat alles wat met zijn veestapel te maken had. Het gevolg
was dat zijn vrouw samen met de buurvrouw een koe moesten
bijstaan om een kalf ter wereld te brengen.
Vijftig jaar is Piet organist geweest van de Pancratiuskerk,
waarvoor hij werd beloond met een pauselijke onderscheiding.
Ook genoot hij als dirigent van zangkoren en fanfareorkesten
in Egmond-Binnen, Heemskerk en Heiloo een groot aanzien.
Collega-dirigenten hechtten grote waarde aan zijn oordeel en in
Piet Kuijs genoot als dirigent van diverse
fanfarekorpsen een groot aanzien.
zijn kennissenkring telde hij vele beroepsmusici. Als waardering
viel hem een koninklijke onderscheiding in de Orde van Oranje
Nassau ten deel. Piet Kuijs stierf in 1966 op 88- jarige leeftijd.
37