maar ook
na worden
ivolgd door
efde D.I.U.
i het eerste
ri 1931 en
ten gehore
s ondergaat
te dat een
tpelmeester
%en tijd het
een collecte
l verkregen
nge schaft"
het hoogste
dheid'. Het
rpsen in die
ikt in 1934,
verd op 26
Voorzitter
ït, dat maar
als volgt:
'icht
r harmonie-
n is nog een
iirigent van
s benoemd,
edaan door
[aast D.I.U.
igen uit de
activiteiten
'en in 1940
1929
31 man
icours in
hterste rij:
W. ten
ol en
e rij:
Baars,
Ik, J. v.d.
Baat,
>ach;
eintzberger,
Vries,
I. Ie Noble,
rij:
e Bruin,
3. v.d. Bom
en 1941 en er vond op 26 april 1942 een solistenconcert plaats
in de toneelzaal van Duin en Bosch, waar de D.I.U.-leden elkaar
in wedstrijdverband de loef afstaken. De eerste prijzen werden
gewonnen door Gerrit Bedeke, Jan Tervoort. Gerrit van der Wolff,
Jan le Noble, J. Ruggenberg en het saxofoonkwartet bestaande uit
Gerrit Ronk sr., J. van Gelder. H. Mars en Cor Stolk.
Het onafwendbare einde
Het Nieuwsblad voor Castricum van 8 augustus 1945 meldde dat
D.I.U. na een gedwongen rustperiode weer was begonnen met
repetities. Musici die een blaasinstrument bespeelden, werden
uitgenodigd om zich aan te melden. Op 3 november van dat jaar stond
in dezelfde krant dat Toon de Vries, een ervaren Zaanse musicus,
was benoemd tot dirigent van het korps. Onder zijn bezielende
leiding kwam D.I.U. op 22 en 29 januari 1946 voor het eerst na de
oorlog weer op het podium. Men trachtte spoedig te herwinnen wat
in vier jaar verloren was gegaan. Er kwamen opnieuw serenades
en concerten en de geëvacueerde patiëntengroepen werden bij hun
terugkeer op Duin en Bosch met muziek ontvangen. Ook deed men
in de eerste afdeling mee aan een concours in Aalsmeer in 1946 en
won daar alweer een eerste prijs.
Ondanks dat het korps na de oorlog een stuk kleiner was geworden,
was er nog altijd een goede kern en die ging er nog steeds voor.
Secretaris Joop Boot liet in januari 1947 in het Nieuwsblad voor
Castricum weten dat D.I.U. de resultaten onder de eminente leiding
van Toon de Vries met vertrouwen tegemoet zag en dat men ervan
overtuigd was dat het korps weer spoedig in de hoogste afdeling
zou zijn opgenomen. Deze verwachting zou ook werkelijkheid
worden. In 1948 en 1949 kwam D.I.U. alweer uit in de afdeling
'Uitmuntendheid' op concoursen in Roosendaal en Zaandijk en
opnieuw leverde dat eerste prijzen op. Dat betekende in 1950 een
Het korps was ook regelmatig te horen op het voetbalveld van CSV
aan de Zeeweg.
terugkeer naar de 'Ere-afdeling'. In Velsen werd op 30 juli van dat
jaar in die afdeling de laatste eerste prijs in de wacht gesleept.
In die tijd was het korps ook regelmatig te horen op het voetbalveld
van CSV aan de Zeeweg, want er werd dan meestal vlak voor
een wedstrijd van het eerste elftal en tijdens de rust een deuntje
gespeeld. Vanzelfsprekend ontbrak D.I.U. ook niet bij de opening
van het sportveld van Duin en Bosch op 23 september 1950.
Het Nieuwsblad voor Castricum besteedde in mei 1951 uitgebreid
aandacht aan het veertigjarig bestaan van de vereniging, dat ook
feestelijk werd gevierd. Er werd in het artikel slechts één dieptepunt
gememoreerd en dat was het behalen van een derde prijs op een
Het fanfarekorps van D.I.U. rond 1950, toen er nog regelmatig prijzen werden behaald en men zelfs terugkeerde naar de 'Ere-afdeling'
V.l.n.r. achterste rij: Cor Stolk, Jan Zandbergen, Jan Tervoort, Icke, Jan van Egmond, M. van der Bom, Gerrit van der Wolff, Joop Boot en
Jan Ronk; tweede rij: Joop van Elven, Hilbrand de Kruyff, Dick Icke, Lambert de Winter, Victor Kijzers, George Jacobs, Gerrit Ronk jr, Jan
le Noble, Gerrit Ronk sr, Jan van der Wolff, Henny Jacobs, Willem van der Pol en Jan Witbaard; eerste rij: Gerrit van der Bom, P. Oskam,
Wijnand Oskam, Wint Jacobs, Greet van der Pol, Anton de Vries (dirigent), Maarten Sloof, Jan Rentenaar, Ab van Duin, Gerrit Bedeke,
Wub van Weenen en Piet de Baat.
33