Castricum - Honderd jaar geleden
In het jaar 1902 was er in Castricum veel te doen over het ruimtege
brek op de Lagere School waardoor het niet vanzelfsprekend was dat
alle kinderen onderwijs zouden kunnen volgen. De gemeenteraad be
raadde zich veelvuldig over uitbreidingsplannen van de bestaande
school of over de bouw van een nieuwe school in Bakkum.
De informatie voor dit artikel is ontleend onder andere aan de notu
len van de gemeenteraadsvergaderingen, de inkomende en uitgaan
de stukken van de Gemeente Castricum, de provinciale bladen en de
registers van de burgerlijke stand.
Het gemeentebestuur bestaat op 1 januari 1902 uit burgemeester
Johannes Mooij, de wethouders Wulbert Melker en Jacob Kuijs en
de raadsleden Jan Schuijt, Jan Twisk, Cornelis Spaansen, Joseph
Goes en Johan Hogenstijn. De gemeenteontvanger is Bernardus A.
Res.
Op 1 januari 1902 telt Castricum 1969 inwoners. Dit aantal is op 31
december 1902 toegenomen tot 1990. In het jaar 1902 zijn in Castri
cum 63 kinderen geboren; er worden 19 huwelijken gesloten en er
overlijden 30 personen. Door het geboorteoverschot van 33 en door
dat er 12 personen minder in Castricum komen wonen (62) dan er
zijn vertrokken naar elders (74), neemt het inwonertal slechts met 21
personen toe.
In 1902 telt Castricum voor de gemeenteraadsverkiezingen 277 kies
gerechtigde personen.
21 januari 1902
In de gemeenteraad is de vraag aan de orde welke wegen binnen de
gemeente in aanmerking komen voor een verbod op het rijden met
motorrijtuigen. De raad meent dat hiervoor geen noodzaak is, maar
vindt wel dat een plaatselijke verordening over de snelheid met het
rijden van motorrijtuigen in het leven moet worden geroepen.
Albertus Jacobs is op 24 jan. 1902 aangesteld als onbezoldigd rijks
veldwachter.
24 april 1902
Bij de bepaling van de hoogte van de belasting op de verkoop van ster
ke drank worden de volgende kasteleins genoemd met hun omzet:
liter
L.A. van Benthem (Dorpsstraat, later de Oude Schimmel) 3007
P. Lute (Burg, Mooijstraat) 2751
wed. J. Koopman (De Rustende Jager - Dorpsstraat) 1344
B. Wempe (hoek Burg. Mooijstraat - Dorpsstraat) 850
D. de Winter (De Goede Verwachting - Heereweg in Bakkum) 129
wed. F. Twisk (Heereweg in Bakkum)
16 april 1902
De onderwijzer Gerrit F. Beetsma vraagt en krijgt eervol ontslag in
verband met zijn benoeming per 1 juni tot hoofd van een school in
Oosthuizen.
De gemeente kampt met een groot gebrek aan ruimte in de Openbare
Lagere School. Er zijn plannen om de school op de hoek van de
Dorpsstraat uit te breiden of van een extra verdieping te voorzien.
Het blijft echter bij plannen. Na overleg met het kerkbestuur van de
oude Ned-Hervormde kerk wordt overeenstemming bereikt om een
deel van het kerkgebouw voor het onderbrengen van de gehele eer
ste klas te huren voor vijf gulden per week. De nog overgebleven
kinderen zouden in de raadszaal geplaatst kunnen worden en er zou
een onderwijzer benoemd moeten worden. Voor het maken van school
banken is een inschrijving uitgevoerd.
6 mei 1902
De heer J.M. Goes wordt ter vervanging van de overleden J.W.
Koopman benoemd tot brandweercommandant.
13 februari 1902
In 1901 is er door de gemeenteraad een 'commissie tot wering van
het schoolverzuim' ingesteld. Door de raad wordt nu besloten om de
secretaris van deze commissie, C.J. Bussen, een jaarwedde toe te ken
nen van 25 gulden en de overige vijf leden per vergadering een pre
sentiegeld van 50 cent. Bovendien is er een rooster van aftreden per
1 april vastgesteld: C.J. Bussen (hoofd der school) en Jac. Res in
1902, M. de Haas en F. Twisk in 1903 en J.M. Goes en D. Dekker
(onderwijzer) in 1904.
3 april 1902
De gemeenteraad van de gemeente Beverwijk vraagt aan Castricum
om adhesie te betuigen met een verzoek aan Z.M. de Koning. Het
betreft de verbetering van het vaarwater de Pijp: te weten een ver
breding en verdieping ervan. Castricum wil zich hiermee niet inla
ten omdat de gemeente niet belanghebbend is.
15 mei 1902
Er wordt door de gemeenteraad een ingekomen stuk behandeld van
een aantal ingezetenen die de raad erop wijzen dat ingevolge de leer
plichtwet kinderen van 6 jaar de school moeten bezoeken en de raad
te kennen geven daarin te voorzien. Hoezeer de raad die mening ook
deelt en ook kan bewijzen dat stappen zijn gezet, moet toch worden
vastgesteld dat hierin niet zonder meer kan worden voorzien en het
ook nog onduidelijk is hoe dit probleem moet worden opgelost.
Besloten wordt om de districtsschoolopziener uit te nodigen om van
de toestand nader kennis te nemen.
De voorzitter zegt dat hem ter ore is gekomen dat er plannen schij
nen te bestaan hier een R.-K. school op te richten.
De gemeente leent 2000 gulden ter financiering van de werkzaam
heden aan de straatweg naar Egmond en de weg in Noord-Bakkum.
90