dames reageerden met de woorden: "Oh meneer u moest eens we ten hoe hij achter ons aan zat op Marquette.Toen ik dat aan de jon ker vertelde lachte hij en zei: "Mooie tijdmooie tijd geweest. Van mij mocht hij in de zaak niet vloeken. Ik weet wel dat hij voor taan eerst om zich heen keek of ik uit de buurt was, voordat hij zich weer eens liet gaan. De laatste jaren heb ik hem gehaald en gebracht. We hadden toen een Plymouth en daar reed hij graag in. Op de Geversweg zei hij dan langzaam, langzaamen nu gas en dan gvd wat een autoIk had het idee dat hij maar moeilijk rond kon komen, maar dat bleek later wel wat mee te vallen Als de jonker geld nodig had belde hij naar de contactpersoon van zijn bank in Haarlem. Johan Vunderink. die dan 's avonds bij hem langs kwam. Vunderink nam altijd een thermosfles koffie mee en ook melk en suiker. De jonker hield wel van koffie maar hij zette het nooit zelf en hij had de ingrediënten ook niet in huis. Sinds de jon ker hem een glas 'vruchtensap' had aangeboden, wat bessenjenever bleek te zijn. nam hij geen risico meer. Ook de jonge jenever, aan gelengd met water 'anders was het te sterk', kon hem niet bekoren. Vunderink was ongeveer 15 jaar contactpersoon van de bank en er ontstond in de loop van de tijd min of meer een vertrouwensband met de jonker. Op een keer belde de jonker of hij met spoed de volgen de dag om 11.00 uur langs kon komen omdat hij iets belangrijks wil de bespreken. Al spoedig bleek toen dat de jonker hem te pakken had gehad. Hij was gevallen met zijn fiets en in het ziekenhuis moesten er hechtingen worden verwijderd. Het was de bedoeling dat Vunderink hem er naar toe zou brengen. In de middaguren begaf de jonker zich bijna dagelijks naar Johanna's Hof voor een kopje koffie en een borreltje. Hij zat dan graag aan de ronde tafel dichtbij de ingang en kon van die plaats de gaande en ko mende man bekijken. Hij hield ervan een praatje te maken met de toenmalige eigenaar de heer en mevrouw De Hoop. De jonker vond het erg prettig als ze even bij hem kwamen zitten. De drukte in de zaak maakte dat niet altijd zo makkelijk. Intrekking rijbewijs en jachtakte De grote grijze Cadillac, waar de jonker zich af en toe in voortbe woog, begon wat mankementen te vertonen en de jonker had zich la ten overtuigen dat hij die auto maar het beste kon inruilen. De heer Zentveldt herinnert zich de aflevering van de nieuwe auto nog goed: "Mijn kennismaking met jonkheer Gevers was een zakelijke: net ge start als verkoper bij de Opelgarage Lute medio 1974, moest ik de nieuwe Opel Kadett Coupe' bij de jonker afleveren. Mijn baas Bal Lute had de transactie gedaan en er hoefde niet over geld gepraat te worden: de Cadillac van de jonker was ingeruild voor genoemde Kadett. Een afspraak was gemaakt op een ochtend om 10.00 uur. Aankomend bij het jachthuis stond jonkheer Gevers bij het hek en ik mocht op het terrein komen gebaarde hij. "Zet deze automobiel maar daar naast de garage. De auto moest afgesloten worden en uitleg hoefde de jonkheer niet. "Kom maar naar binnen Zethoven"Jonker de naam is Zentveldt."Ja ja.De buitendeur van het jachthuis werd van het slot gedraaid en ik moest blijven staan totdat de tussendeur van het slot ging. De jonker ging mij voor naar zijn sober ingerich te woonkamer en hij vroeg mij plaats te nemen. "Zo Zentkamp we nemen nu eerst een glaasje rood op de nieuwe au tomobiel. Jonker ik drink niet overdag, doet u mij maar een glaasje fris." "Nee, nee op al mijn automobielen heb ik een stevige dronk uitge bracht en u meneer Zenthoven doet daar aan mee want dat brengt geluk. "Oké jonker een klein glaasje dan." Hij ging naar een ander vertrek en ik keek wat rond naar zijn zeer stoffige curiosa uit de Oost. Voorzichtig pakte ik één van zijn bij- De prachtig gepoetste Cadillac van jonker Frits voor Marquette. De foto is gemaakt door zijn nichtje jkvr. Paula Gevers die daar toen samen met haar oom Frits op bezoek was. zondere krissen op en legde hem vlug weer terug in zijn door stof ge vormde geultje. Onderhoud werd duidelijk niet gepleegd, maar wat mij wel opviel was het perfect glimmend jachtgeweer naast de openslaande tuin deuren. Inmiddels was de jonker gearriveerd met een limonadeglas tot de rand gevuld met iets roods en voor mij een borrelglas vol. Prosit op de nieuwe automobiel.In gedachten zag ik hem met z 'n nieuwe auto van het jachthuis naar Hotel Komman en terug rijden. De Cadillac had in zijn lange levensduur nog geen 10.000 km op de teller staan, dus met de nieuwe automobiel zou zoveel niet gereden worden: de jonkheer was toen al ver over de 80. Glaasje rood is op en ik vroeg de jonker:Waarom heeft u hier zo'n uitstekend onderhouden jachtgeweer staan De tuindeur werd opengemaakt, de leunstoel gedraaid en het geweer dat binnen hand bereik stond, gepakt, geschouderd en na wat richten sprak de jonk heer: Er komt op mijn terrein geen enkele verdomde kat, begrijp je Zentkamp." Na gevraagd te hebben of de jonkheer alsnog uitleg over de nieuwe auto wilde hebben, werd ik vriendelijk doch dringend gevraagd om de Cadillac mee te nemen. Hij wilde duidelijk weer van mij af. Na opnieuw de ceremonie van het openen en sluiten van tussen- en bui tendeur werd ik naar de Cadillac gebracht en mocht ik het terrein verlaten." Veel geluk heeft het glaasje rood de jonkheer niet gebracht. Na on geveer anderhalfjaar werd de garage gebeld door de politie met de vraag de Opel van de jonkheer weg te slepen van de Soomerwegh en hemzelf naar huis te brengen. Een weg met gescheiden rijbanen was een nieuw verschijnsel in het dorp. Jonker Frits was spookrijder ge worden en frontaal op het tegemoetkomende verkeer gebotst. Hij werd door Zentveldt naar zijn huisarts gebracht. Vanaf die dag mocht hij zelf niet meer rijden en hij wilde het zelf ook niet meer. Het terrein om het jachthuis was heilig voor de jonker. Zonder zijn nadrukkelijke toestemming mocht daar niemand komen. De uitda ging voor jongens uit het dorp om daar toch te spelen was des te gro ter. Menigmaal heeft hij jongens vloekend van zijn terrein gejaagd. Op een avond waren er jongeren die op de houten wanden van zijn huisje bonkten. Getergd greep hij zijn jachtgeweer en loste enkele schoten. Een van de jongens werd door een schot hagel behoorlijk geraakt. Een huisarts heeft er nog heel wat werk aan gehad om de ha gel uit zijn lichaam te peuteren. De politie werd uiteraard ingescha-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2003 | | pagina 62