Vriend Jan Luden
In zijn afgelegen jachthuis kon de jonker zich ideaal terugtrekken.
Hij had er een enorme hekel aan als er mensen op zijn terrein kwa
men. Bij de jaarlijkse ceremonie van de verlenging van zijn jacht
akte op het gemeentehuis verzuchtte hij eens op zijn wat geaffec
teerde manier: "Vroeger, ja vroeger zeiden de mensen nog goede
morgen jonker of goedemiddag jonker en men nam de pet voor je af,
maar tegenweurdig rijen ze je op je eigen terrein met een bgommer
voor je poten"
Gevers had wel contact met de verschillende boswachters en jacht
opzieners. Met Jaap en Cees Schoen maakte hij soms een praatje en
ook met Cor Mooij. Zo ook met de families De Jong, Bleijendaal,
Castricum en Benjamin die in Kijk Uit hebben gewoond.
Ook bij de familie Benjamin kwam hij wel eens koffiedrinken. Hij
was gek op koekjes met een vullinkje (frou frou) en regelmatig in
formeerde hij hoe deze koekjes ook al weer heetten. Kreeg hij een
sigaret aangeboden van mevrouw Benjamin, dan brak hij die altijd
in twee stukken voordat hij ging roken. Hij was altijd bereid de fa
milie Benjamin mee te nemen voor een ritje in zijn Cadillac of, als
bijvoorbeeld hun kinderen ziek waren, om die met zijn auto te ver
voeren. Om zijn haar te wassen haalde hij water uit de put bij Kijk
Uit, omdat dat water zo lekker zacht was. Hij was gek op de verse
eitjes van de kippen van de Benjamins.
Ook de familie De Jong die van 1964 tot 1968 jaren in Kijk Uit woon
de, heeft aardige herinneringen aan hun adellijke buurman. Hij heeft
ze wel meegenomen in zijn grote auto om door de duinen naar Wijk
aan Zee te rijden om de zonsondergang te zien. Hij was wel bang
voor besmettelijke ziektes. Toen de kinderen de mazelen hadden,
bleef hij op ruime afstand, maar op een zekere dag rolden wel de si
naasappelen het huis binnen.
Opzichter Cor Mooij werd door Gevers af en toe om hulp gevraagd.
Hij had vaak moeilijkheden met jongens op zijn terrein. In een na
burige bunker had hij zijn kolen liggen en dan waren er soms jon
gens in geweest die de deur hadden opengelaten. Cor Mooij: "Om
de hoek van de deur had hij flessen met bessenjenever staanDat was
zijn vaste drank Altijd vroeg hij of je een glaasje rood wilde en dan
schonk hij wel een wijnglas vol. Haal 's uit, haal 's uit, dan kan ik
nog een keer intappen!"
Met zijn broer Daan had hij niet veel contact meer; alleen de freule
kwam regelmatig te paard vanaf Marquette door het duin bij hem langs.
In de laatste jaren van zijn leven kwam het helemaal tot een breuk. De
aanleiding was dat jonker Daan op een keer niet op zijn verjaardag was
verschenen. Dat heeft jonker Frits hem nooit meer vergeven.
Ondanks het feit dat hij een hele goede kolenkachel had in zijn huis
je, was het er in strenge winters moeilijk warm te krijgen. Het kwam
dus goed uit dat de jonkheer jaren achtereen iedere winter bij zijn
vriend Jan Anton Willem Luden op het enorme landgoed met het
prachtige huis Koningshof in Bloemendaal mocht verblijven. Het
contact met de heer Luden is ontstaan door de vele keren dat hij in
Bloemendaal heeft gejaagd. Ze konden het waarschijnlijk zo goed
met elkaar vinden omdat er veel overeenkomsten tussen hun beiden
waren. Het waren allebei eenzelvige, bijna mensenschuwe mannen,
die niet of nauwelijks hebben gewerkt en die nooit getrouwd zijn ge
weest.
Jonkheer Lucas Boreel: Die man was ongelofelijk rijk maar leefde
toch heel sober. Van armoede had hij nog nooit gehoord. Dat er men
sen waren die van hun rente moesten leven vond hij al gek. Zijn stel
regel was: Nooit meer uitgeven dan de rente van je rente, dan kan
er niets misgaan."
Jan Luden had een begaafde, oudere broer gehad die in 1924 bij het
zwemmen in een mui terecht kwam en verdronk. Ook diens enige
zoontje Jack overleed heel jong. Hij was dus de enige nazaat van een
rijke familie. Bij zijn overlijden in 1962 schonk Jan Luden het kas
teel Moersbergen aan het Utrechts Landschap, Koningshof aan
Villa Koningshof in Overveen.
Natuurmonumenten en aan de Koninklijke Noord- en Zuid-
Hollandsche Reddingmaatschappij deed hij een bedrag van 600.000
gulden cadeau, waarvoor een reddingsboot is gebouwd die de naam
de 'Gebroeders Luden' heeft gekregen.
Rijst, w itlof en tartaar
Jonker Frits heeft in de begintijd nog wel een huishoudster gehad,
maar waarschijnlijk omdat hij zuinig was aangelegd en omdat hij lie
ver niemand in huis toeliet, deed hij het huishouden de laatste tien
tallen jaren op zijn manier zelf. Hij gebruikte vanaf de vijftiger ja
ren tot de sluiting in 1974 zijn wanne maaltijden in De Rustende Jager.
Rijst, witlof en tartaar was zijn vaste menu. Daarnaast kocht hij bij
na iedere middag een biefstukje bij slager Sneekes. Als hij geen zin
had om het zelf te halen en dat kwam nog al eens voor, dan belde hij
op en moest Corrie Kuys, die bij de slager in de huishouding werk
te. het lapje vlees naar het jachthuis brengen.
Hij at in De Rustende Jager altijd aan hetzelfde tafeltje, waar abso
luut niemand anders mocht zitten .Lucas Boreel is hem daar eens ko
men opzoeken: Toen ik binnen kwam was hij er nog niet. Ik vroeg
waar hij altijd zat en ging op de plaats er tegenover zitten. De waard
waarschuwde mij er nadrukkelijk voor dat de jonker dat niet op prijs
zou stellenIk probeerde hem gerust te steltenAarzelend ging hij er
uiteindelijk toch mee akkoord. Toen Oom Frits binnenkwam, betrok
zijn gezicht toen hij iemand aan zijn tafeltje zag zitten. Ik ben vlug
naar hem toe gegaan en heb hem begroet. Zijn gezicht klaarde weer
op en hij zei: "gvd wat aardig dat je er bent". We hebben samen ge
luncht maar geen minuut langer dan gebruikelijk was."
Na de definitieve sluiting van De Rustende Jager gebruikte de jon
ker in Hotel-restaurant Komman zijn warme maaltijden. Ook daar
had hij zijn vaste plaats en het menu bestond nog steeds uit tartaar,
maar nu met aardappelen en appelmoes .Verse groente gooide hij
van zijn bord. Daar is hij volgens zijn gastheer Klaas Westland aan
onderdoor gegaan. Zijn andere boodschappen bestelden Westland en
zijn vrouw ook voor hem en die rekende hij dan op zaterdag altijd
af.
Westland: "Toen hij bij ons kwam, kwam hij lopend of op de fiets. Ik
heb hem niet meer met zijn auto gezien. Hij ging zo de spoorweg
overgang over en keek helemaal niet of er een trein aan kwam. Hij
begon er steeds sjofeler uit te zien en soms zei ik er ook wat van zo
als: "jonker die broek kan echt niet meer Alleen zijn schoenen wa
ren altijd mooi gepoetst. Op een keer kwamen er een paar dames uit
Heemskerk binnen die zeiden tegen elkaar: "Daar heb je die oude
viezerik ook weer.Ik maakte daar een opmerking over, maar de
61