raakt, want
/aar hij het
jperus had
in het pand
r Couperus
n 1914 ge-
Schellevis.
3 Couperus
Hij wordt
kon wor-
T
in welk
<nder de
et pand en
Schellevis
Schellevis
tgeest naar
iteren. Het
wonen bo-
1 gewend,
d van pas.
kinderen
et gezin en
i of te stop-
kere Louis
png. Deze
anden van
af van zijn
ats voor
et uiterlijk
al de gale-
Het pand Dorpsstraat 28-30 in 1995. Ten opzichte van de oor
spronkelijke situatie is het uiterlijk drastisch gewijzigd. De galerij
is verdwenen en de ruimte tussen de pilaren is dichtgemaakt.
rij het moest ontgelden. De ruimte tussen de pilaren werd dichtge
maakt, maar is momenteel weer open. hoewel een aan de linkerkant
gebouwde toegang tot het café niet bepaald fraai kan worden ge
noemd.
Van woonhuis tot kantoor (nr. 32)
Het pand Dorpsstraat 32, nu een kantoor, was evenals de omliggen
de cafés oorspronkelijk een woonhuis, gebouwd in 1913. De eerste
eigenaar was Bernard Wempe, destijds ook bekend als eigenaar van
het café Sportlust op de hoek Rijksstraatweg - Kramersweg (nu
Dorpsstraat - Burg. Mooijstraat). Hoe het precies zat met de bewo
ning door Wempe van zijn verschillende panden - hij kon waar
schijnlijk kiezen - is niet duidelijk, maar in 1920 verkocht hij het
pand aan de 65-jarige Jacob de Nijs. van beroep metselaar en we
duwnaar van Geertje Brakenhoff. Nog in hetzelfde jaar werd de
Pancratiuskerk eigenaar van het pand. De bestemming van de wo
ning in de kerkelijke periode is niet bekend. Het pand werd in 1928
door de kerk verkocht aan Johannes Kuilboer, die we hiervoor heb
ben leren kennen als bakker in de periode 1912 tot 1928, gevestigd
op het nabij gelegen adres Dorpsstraat 26. Kuilboer was 55 jaar toen
hij in 1928 van Dorpsstraat 26 naar Dorpsstraat 32 verhuisde en wil
de het wellicht wat kalmer aan doen. Maar hij woonde toch nog dicht
genoeg bij zijn oude bakkerij om betrokken te blijven bij het bedrijf
dat hij aan de nog pas 22-jarige Jan Kraakman had verkocht.
In 1934 verkocht Kuilboer het woonhuis aan Hendrik van der Woude.
een slager, wiens slagerij was gevestigd op het adres Dorpsstraat 79.
waar we tegenwoordig nog steeds een slagerswinkel aantreffen
(Schipper). Hendrik van der Woude woonde met zijn familie boven
de slagerswinkel, tot zijn zoon de zaak overnam, waarop hij naar
Dorpsstraat 32 verhuisde.
Hier woonde hij tot zijn overlijden in 1959, waarna het pand werd
verkocht aan de 21-jarige Jacob Liefting. van beroep timmerman en
zoon van 'Braampie'de bijnaam van de destijds bekende Castricumse
melkrijder Johannes Liefting. Jacob Liefting was de laatste echte be
woner van het gehele pand.
In 1963 kocht makelaar Nicolaas van Amsterdam het woonhuis en
liet de benedenverdieping verbouwen tot een kantoor. Tot 1970 be
woonde hij met zijn familie de bovenverdieping, die later nog een
grote reeks huurders heeft gekend; deze huurders hadden meestal
niets met het benedenliggende kantoor van doen. In 1975 verhuurde
Van Amsterdam het kantoorpand aan Cor Weel, die er zijn assuran
tiekantoor vestigde, nadat hij eerst enkele jaren in de Jan Hobergstraat
kantoor aan huis had gehouden. Cor Weel kocht het pand van Van
Amsterdam in 1978. In 1990 vond hij het welletjes na 50 jaar in de
verzekeringsbranche werkzaam te zijn geweest en nam zijn zoon
Gert-Jan Weel. die zijn vader reeds geruime tijd assisteerde, het ver
zekeringsbedrijf over. Het is nog steeds op het adres Dorpsstraat 32
gevestigd.
Reeds lang een vishandel (nr. 34)
Een stratenlijst uit 1930 noemt de grond tussen de huizen Doipsstraat
32 en 36 nog onbebouwd. Het pand op nummer 34, waar reeds lang
een viswinkel is gevestigd, kwam dan ook veel later tot stand dan de
meeste omliggende panden. Het werd in 1931 gebouwd door de fa.
Kabel, met als bouwopzichter Jan de Zeeuw. Het pand is waarschijnlijk
direct als winkelpand opgeleverd, want de eerste eigenaar was de in
1906 geboren Lambertus (Bertus) Stuifbergen, die er een kruide
nierswinkel begon.
Bertus Stuifbergen en echtgenote in de deuropening van hun krui
denierswinkel, Dorpsstraat 34.
Voor de bouw was een kavel grond beschikbaar in bezit van de va
der van Lambertus Stuifbergen, ook een Lambertus. die de kruide
nierszaak 'De Kleine Winkel' in de Burg. Mooijstraat op nr. 8 ex
ploiteerde. Achter dit pand bezat Lambertus sr. een groot stuk grond,
dat doorliep tot aan de Dorpsstraat en dus een ideale mogelijkheid
bood aan zijn zoon om er een winkelpand te bouwen en ook een krui
denierszaak te beginnen. Een zoon van Bertus Stuifbergen herinnert
zich nog goed hoe hij als kind via de tuinen achter de huizen naar
zijn oma en opa kon komen. Het was vooral zijn moeder Aagje
Scholten die de winkel runde, terwijl zijn vader met een auto langs
de klanten ging. Achter de winkel waren een kamer en een keuken.
Op de bovenverdieping waren de slaapkamers van het gezin, dat een
groot aantal kinderen telde.
Omdat het met de winkel tijdens de bezetting steeds minder ging. be
sloot Bert Stuifbergen bij de Hoogovens te gaan werken en verkocht
het pand in 1942 aan Cornelis Dam, een kandidaat-notaris.
Deze verhuurde het woongedeelte in hetzelfde jaar aan aardappel
handelaar Pancratius Beentjes, die elders in de Dorpsstraat zijn han
del dreef. Het winkelgedeelte werd verhuurd aan de gebroeders Jaap
en Klaas Sier, die er 'De Vollendammer Vishandel' vestigden. De
stank van de viswinkel was dusdanig, dat de familie Beentjes de bo
venverdieping, waarvoor ze 9.- huur per week betaalden, afplakte.
De gebroeders Sier voerden hun vis elke ochtend vroeg per auto aan
en dat was zelfs in een periode met nog relatief weinig wegverkeer
niet zonder risico's. Zo haalden ze in 1948 de krant wegens betrok
kenheid bij een gecompliceerde aanrijding. Jan Welboren, een vee
houder, had op 13 november van dat jaar s ochtends koeien gemol
ken. Het was tien over half acht toen hij met zijn wagen, die geen
licht voerde, op de Provinciale Weg, ter hoogte van de toen nog be
staande afslag naar de Brakersweg, in botsing kwam met de auto van
de gebroeders Sier, die met vis op weg waren naar hun winkel aan
de Dorpsstraat. Bij het ongeluk was ook een auto met vijf inzitten-
49