Een fotogeniek pand (nrs. 28 en 30)
Het reeds besproken pand Dorpsstraat 24 heeft volgens de huidige
eigenaar Rieke een 'Oostenrijkse uitstraling', maar deze kwalifica
tie lijkt nog meer van toepassing op het pand dat de nummers 28 en
30 draagt. De architectuur doet inderdaad 'buitenlands' aan. met aan
de voorkant een opvallende galerij. Dit bijzondere bouwwerk werd
in 1911 gebouwd door de fa. Tromp, waarbij als opdrachtgever wordt
genoemd Dirk Bakker, een man van vele beroepen: teler van bloem
bollen, beroepsvisser in de polder, jachtopziener in de duinen en ex-
Oosthem bij Sneek, maar hij was nogal aan het zwerven geraakt, want
hij vestigde zich in 1915 in Castricum vanuit Heerlen, waar hij het
beroep van mijnwerker had uitgeoefend. De familie Couperus had
één zoonLorenz Couperusdie in 1925 mede-eigenaar van het pand
werd. In 1957 verkochten de weduwe Couperus - Rimmer Couperus
was inmiddels overleden - en haar zoon het pand aan de in 1914 ge
boren Gerard Schellevis, zoon van jachtopziener Pieter Schellevis.
Deze Gerard Schellevis was evenals de hiervoor genoemde Couperus
reeds lang uitbater van het café voordat hij eigenaar werd. Hij wordt
als exploitant genoemd vanaf 1949, in welk jaar het café kon wor
den heropend.
Het pand Dorpsstraat 28-30, omstreeks 1937, met onder de bogen
een terras.
ploitant van een strandpaviljoen.
De benedenverdieping van het pand was in bedrijf als een café, dat
lange tijd bekend stond als 'Café de Landbouw'. Hoewel er nu een
andere naam op de voorgevel prijkt, is de oorspronkelijke naam, on
danks de overschildering, nog zichtbaar. Oude foto's tonen dat in de
galerij een terras was uitgezet. De bovenverdieping bestond uit twee
gescheiden woonruimten met elk een eigen opgang, één buitenom
en één via het café, vandaar de twee huisnummers.
Het bedrijf schijnt aanvankelijk niet goed te hebben gelopen en Dirk
Bakker hield het in 1918 voor gezien en verhuisde naar de Oude
Haarlemmerweg. Na de periode Bakker kwam het pand in handen
van Cornelis Stuifbergen, die we kennen als winkelier in tabaksarti
kelen op het adres Burg. Mooijstraat 20. In 1925 verkocht hij het ge
hele pand aan Rimmer Couperus. Deze woonde met zijn vrouw Hiltje
de Wit volgens diverse bronnen overigens al in 1915 op nummer 30
en wordt caféhouder genoemd. De situatie is waarschijnlijk zo, dat
Couperus tien jaar voordat hij het café kocht, dus nog in de periode
Bakker, als uitbater van het café is begonnen en dat is gebleven in
de periode dat Cornelis Stuifbergen de eigenaar was. Stuifbergen was
volgens het kadaster 'koffiehuishouder', maar hij heeft de exploita
tie waarschijnlijk overgelaten aan Couperus en alleen zijn tabaksar
tikelen ingebracht. Couperus was een Fries, geboren in 1882 in
Foto van het pand Dorpsstraat 28-30 genomen na 1962, in welk
jaar eigenaar Gerard Schellevis besloot om het 'terras onder de
bogenbij het café te betrekken
De familie Couperus bleef dus voorlopig eigenaar van het pand en
bewoonde een bovenverdieping tot de verkoop in 1957. Schellevis
bewoonde vanaf 1949 de andere bovenverdieping. De naam Schellevis
is lang aan het café verbonden geweest.
Tot 1969, toen Theo van der Eng met zijn gezin vanuit Uitgeest naar
Castricum kwam om café 'De Landbouw' te gaan exploiteren. Het
gezin Van der Eng telde negen kinderen, dus dat was krap wonen bo
ven het café, maar die krapte was men in Uitgeest al gewend.
Bovendien kwam de grote woonkeuken van het café goed van pas.
Van der Eng kreeg te kampen met lichamelijk ongemak, kinderen
die meehielpen in het cafébedrijf trouwden en verlieten het gezin en
zo kwam hij voor de keus te staan om personeel in te huren of te stop
pen. Hij deed het laatste en ruilde van woning met een zekere Louis
Ligthart uit Warmenhuizen, die in het café aan de slag ging. Deze
hield het niet lang vol en in 1978 kwam het bedrijf in handen van
Gerard Knijn, die de exploitatie van het café in handen gaf van zijn
zoon Jan. De naam 'De Landbouw' maakte nu plaats voor
't Knijnehol'.
Het café is tegenwoordig bekend als 'Café Me Tante'. Het uiterlijk
van het pand werd herhaaldelijk veranderd, waarbij vooral de gale-
48