type met een puntdak en houten daklijst, zoals we dat vandaag de
dag nog veelvuldig in Castricum aantreffen en zoals ook op enkele
voorgaande afbeeldingen valt te onderkennen.
Het huis werd omstreeks 1904 gebouwd door de fa. Kabel in opdracht
van de in 1881 in Castricum geboren Jacob Lute. die in 1905 trouw
de met Marijtje Brakenhoff. Nog hetzelfde jaar betrok het echtpaar
de woning. Jacob Lute overleed in 1945, zijn vrouw Marijtje in 1965.
Zij lieten veertien kinderen achter, waarvan de in 1917 geboren Kees
Lute over zijn jeugd nog veel herinneringen wist op te halen. Hij ver
telde hoe zijn vader Jacob Lute aanvankelijk aan de kost kwam met
een rijwielhandel in een grote schuur achter het huis. Hij was tussen
de bedrijven door telegrambesteller en begaf zich ook in het goede
renvervoer door het ombouwen van een Engels Fordje tot een vracht
wagentje dat als 'Het Snuifje' bekend stond. Het grote gezin sliep op
de bovenverdieping, die geheel was ingericht als een slaapzaal, met
aparte gedeelten voor de jongens en voorde meisjes. Kees Lute sliep
naast de schoorsteen, wat in de winter behaaglijk was, maar toch lag
er bij een strenge winter wel eens sneeuw in zijn bed. Rond 1926
vond een verbouwing plaats, waarbij het huis doelmatiger werd in
gericht en de werkplaats werd vervangen door een grotere loods met
een oppervlak van meer dan 100 vierkante meter. Jacob Lute stortte
zich met succes in de opkomende autobranche. Hij werd de eerste
autodealer in Castricum en exploiteerde al spoedig ook een taxibe
drijf. Er verscheen een benzinepomp voor het huis, zoals we op fo
to's uit die tijd kunnen zien. Kees Lute herinnerde zich nog dat zijn
vader de eerste luxe auto's van het merk Chandler verkocht aan de
pastoor en aan Gerrit en Bernard Res.
Kees Lute werkte aanvankelijk bij zijn vader in het bedrijf en ver
zorgde als tussenpersoon de activiteiten van Van Gend en Loos. De
garage achter de woning was bereikbaar via de steeg tussen de pan
den nummer 22 en 24, waardoor je met wat handigheid zelfs een
vrachtwagen kon manoeuvreren.
Het garagebedrijf werd voortgezet door Baltus Lute, een broer van
Kees, die zich later verderop met een garagebedrijf in de Dorpsstraat
vestigde. Het pand was daarna nog korte tijd in handen van timmer
man Johannes Res, die het in 1963 verkocht aan Adriaan van den
Tweel.die er aanvankelijk een modeatelier ('Riat') in vestigde, waar
van zijn vrouw Hendrika Weeda de touwtjes in handen had.
In april 1968 opende Van den Tweel zijn eerste bowlingbar, waar
van we de bewogen geschiedenis hiervoor hebben geschetst.
Na de brand werd van de kant van de gemeente gesteld: "dat her
bouw van welk pand dan ook, dat door een calamiteit verloren is ge-
de bewoners van alle huizen in de omgeving tot 's nachts drie uur uit
de slaap hield. Dit lawaai ging gepaard met wangedrag van andere
aard. zoals het bevuilen van trottoirs, muren en vensters middels
braaksel, urine enfaecaliën. Sexueel verkeer van minderjarigen werd
in de stegen in deze omgeving schaamteloos uitgevoerd, terwijl ui
terst obscene kreten op straat werden geslaakt. Sterke aanwijzingen
zijn voorhanden dat jeugdige personen in dit vermaakspand gebruik
maakten van hasjies en andere zgn. softdrugs. Meermalen werden
minderjarigen in laveloze toestand naar buiten gedragen. Hel zal U
duidelijk zijn dat wij dergelijke toestanden in onze woonomgeving
niet meer terug wensen te zien. Reeds nu gaan geruchten dat het be
treffende pand binnen zeer korte tijd in vergrote vorm zal worden
herbouwd, zodat de wantoestanden op nog uitgebreider schaal kun
nen worden herhaald"
De burgemeester van Castricum legde het schrijven van de buurtbe
woners voor aan de Rijkspolitie, die de meeste klachten afdeed als
incidenten, inherent aan het horecabedrijf. De enige klacht die in fei
te serieus werd genomen, betrof het parkeren van de bromfietsen op
de trottoirs wegens gebrek aan stalling in de omgeving en het nach
telijk lawaai dat daaruit voortkwam.
Het oorspronkelijke pand. waarin de afgebrande bowlingbar was ge
vestigd, was een betrekkelijk klein woonhuis van een traditioneel
Open plek op de plaats van de in 1970 afgebrande bowlingbar tus
sen de panden Dorpsstraat nrs. 20 en 24.
Gedeelte van een bouw
tekening uit 1970 met
een plattegrond van de
nieuw te bouwen
bowlingbar.
Dorpsstraat 22. Ten op
zichte van de situatie
vóór de brand is het op
pervlak aanzienlijk gro
ter, met een zwaartepunt
aan de achterzijde.
Achter nummer 26 zien
we het kaaspakhuis. De
garage van Lute was in
middels gesloopt.
45