verdere veranderingen aan het pand, zoals in 1972 een grote ver bouwing, waarbij de gehele begane grond tot winkel werd ingericht en in 1983 het wijzigen van de voorgevel en het plaatsen van een lui fel. waardoor de huidige situatie ontstond. Nuijens kocht destijds ook nog het pand van Vendel aan de overkant als opslagruimte, om het later te verkopen aan Frank Boske. De familie Nuijens bleef niet in de Dorpsstraat wonen, het gezin telde inmiddels 3 kinderen, en ver huisde naar elders, waarna de bovenwoning, op een enkele uitzon dering na, werd verhuurd aan personen die niet direct met de winkel te maken hadden. Na meer dan 30 jaar hield Nuijens het in 1993 voor gezien en nam Ed de Kegt de dierenwinkel over, wat overigens van korte duur bleek, want in 1994 kwam de zaak in handen van de huidige eigenaar Ton van Leeuwen. Identiek van uiterlijk (nrs. 14 en 16) De huisjes Dorpsstraat 14 en 16 vormen nu samen een kantoor, maar oorspronkelijk waren het twee identieke woningen 'onder één kap'. Ze werden omstreeks 1910 gebouwd door het bedrijf van Gerrit Kabel op grond afkomstig uit het bezit van de familie Rommel. Eerste be woner van nummer 14 was Geert Middelveld, die zich met zijn vrouw Antje Tijs in 1910 vanuit Emmen in Castricum vestigde, om als ad ministrateur te gaan werken bij de sinds kort bestaande psychiatri sche inrichting 'Duin en Bosch'. Geert Middelveld huurde de wo ning enkele jaren van Kabel, om in 1914 te verhuizen naar een villa die hij aan de overkant had laten bouwen. Dorpsstraat 14 werd daar op door Kabel eerst verhuurd en later verkocht aan twee halfzusters van Tom Arnold, stichter en toen nog bewoner van het naastgelegen Funadama. te weten de 50-jarige Jacoba en de 56-jarige Louise Amold. De beide zusters, geen Castricummers van geboorte, hadden zich omstreeks 1890, na als huishoudsters in verschillende betrekkingen werkzaam te zijn geweest, in Castricum gevestigd en vormden toen samen met hun oom Herman Affourtit, een bloemkweker afkomstig uit Lisse.en diens zuster Louize Affourtit. een huishouding van vrij gezellen in een niet meer bestaand woonhuis aan de Burg. Mooijstraat. Herman Affourtit zou ook nog bij de zusters Arnold in de Dorpsstraat zijn ingetrokken, maar dat moet van heel korte duur zijn geweest, want hij overleed in 1914 op 70-jarige leeftijd. Louise overleed in 1926 en Jacoba Amold bleef toen alleen in het huis aan de Dorpsstraat achter. Ze kocht in 1926 het buurhuis nummer 16, dat sinds de bouw was bewoond door de weduwe Maria van Doorn- Rommel. een tante van de bekende kapitein Rommel, en ging deze woning verhuren. De eerste huurder was een zekere Gijsbertus Bontan. die met zijn familie, waaronder zijn moeder, vanuit Amsterdam in Castricum kwam wonen. Hij was adjunct-commies bij de belastingen in Alkmaar en dus feitelijk een forens. De reden om in Castricum te gaan wonen was de ziekte van zijn moeder, voor het herstel waarvan 'de zandstreek' was aanbevolen. Auke Bontan, een zoon van Gijsbertus en pas zes jaar toen zijn familie zich in Castricum vestigde, had aan zijn Castricumse periode nog maar weinig, maar wel idyllische herin neringen: "een overkapping van het huis met zwaluwnesten en een slootje aan de overkant, waar ik speelde" In 1931 vertrok het gezin Bontan naar Alkmaar en huurder van de woning werd nu de uit Haarlem afkomstige koopman Jan Koudstaal, die er met zijn vrouw Elisabeth van Aken en een vijfjarige zoon Jacob zijn intrek nam. In januari 1943 moesten de familie Koudstaal en ook buurvrouw Jacoba Arnold, zoals veel inwoners van Castricum, hun huis ontruimen om plaats te maken voor de Duitse bezetter. Van de mogelijkheid die in november 1944 werd geboden om terug te ke ren, wist Jacoba kennelijk geen gebruik te maken, want het huis werd nu toegewezen aan de vanuit Beverwijk in Castricum teruggekeer de Jaap Korsman en zijn vrouw. Korsman verkreeg toestemming om naar Castricum terug te keren, omdat hij kon aantonen in Castricum werk te hebben bij aannemer Res. De tuin achter het huis grensde aan de tuin van mevrouw Rommel en de familie Korsman mocht van die tuin gebruik maken om groen te en aardappelen te telen, heel welkom in die oorlogsjaren. Jaap Korsman heeft bij de bevrijding nog de vlag gehesen op de toren van de oude Pancratiuskerk, want dat was ook vóór de oorlog altijd bij feestelijke gebeurtenissen zijn werk. In januari 1946 keerde Jacoba Arnold vanuit Graft naar Castricum terug en nam haar woning weer in gebruik. De familie Koudstaal keerde niet in Castricum terug en pas in juni 1946 meldde zich een nieuwe huurder voor Dorpsstraat 16 in de persoon van Siebrand de Vries, van beroep hovenier, wiens woning annex bloemenwinkel in de Burg. Mooijstraat in 1938 plaats had moeten maken voor nieuw bouw. In 1952 verkocht Jacoba Arnold haar beide panden aan respectieve lijk Willem Costerus, griffier in Amsterdam en zijn broer Pieter Costerus, zakenman in Aardenhout. Het is zeker dat zij niet in Castricum hebben gewoond en de aankoop van de huizen moet dus gezien worden als een zakelijke transactie. Zij bleven de huizen voor lopig verhurenJacoba Arnold woonde nog tot aan haar dood op 90- jarige leeftijd in 1955 op nummer 14. Nummer 16 werd tot 1968 be woond door Siebrand de Vries, die in september van dat jaar over leed. Dit laatste pand werd, na nog enkele malen van eigenaar te zijn veranderd, in 1976 eigendom van een architectenbureau dat er ook thans nog gevestigd is, onder de naam Nootebos-Baltes-Min BV. Deze firma kocht voor de uitbreiding van het kantoor in 1979 ook nummer 16 van de toenmalige eigenaar en architect Jacob Spaargaren, nadat het enige jaren had leeggestaan. De 'tweelingpanden' Dorpsstraat 14/16 omstreeks 1970. Een doorverbinding van de panden, gepaard aan wijziging van de voorgevel, vond plaats in 1985. De oorspronkelijke panden toonden volgens oude foto's vrij karakteristieke voorgevels van gemetselde stenen. De huidige situatie met de witgepleisterde muren is weinig fraai, maar mogelijk waren bepaalde ingrepen aan de gevel in ver band met de ouderdom van de panden noodzakelijk. Van woonhuis tot café (nr. 18) De huidige café-bar 't Gemeentehuys' kreeg die status pas in 1973 en was daarvoor een woonhuis. De bouw vond plaats ca. 1913 door de firma Gerrit Kabel in opdracht van aannemer Dirk de Jong, die in die periode betrokken was bij verschillende bouwprojecten in Castricum en er met zijn familie ging wonen. In 1928 werd het huis gekocht door Maartje Roemer-ter Hofstede, weduwe van Bemard Roemer, die zich vanuit Akersloot in Castricum had gevestigd en hier bekendheid genoot als reparateur van fietsen 42

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2003 | | pagina 42