De historie van de panden is ook te recent om interessant te zijn,
waarbij we echter een uitzondering maken voor een affaire met be
trekking tot nummer 4. waar zich in 1960 een zekere Johann Vollers
vestigde. Vollers was om gezondheidsredenen vanuit Amsterdam
naar Castricum gekomen en kreeg in 1966 te maken met de hiervoor
besproken uitbreiding van Funadama met een bovenverdieping voor
hotelkamers. Hij voelde zich hierdoor in zijn woongenot aangetast,
omdat hij zich. naar hij meende beloerd door hotelgasten, niet meer
vrij in zijn tuin zou kunnen bewegen. In een schrijven aan de ge
meente verzocht hij daarom de ramen van de hotelverdieping, die
uitzicht op zijn tuin boden, van matglas te voorzien. De heer Beentjes
voelde er uiteraard niets voor zijn hotelgasten kamers te bieden met
matglas ramen. De gemeente was het hiermee eens en stelde dat aan
alle eisen van de hinderwet was voldaan. Vollers kreeg dus ongelijk
en verhuisde in 1974 naar Heiloo.
Jan Beentjes was overigens nog in de gelegenheid zelfde bezwaren
van Vollers tegen zijn hotel te toetsen, want hij woonde vanaf eind
1979 enkele jaren met zijn gezin op Dorpsstraat 4.
Van woonhuis tot winkel (nr. 12)
Veel Castricummers kennen Dorpsstraat 12 van oudsher als een die
renwinkel, maar toch was ook dit pand aanvankelijk een woonhuis,
zoals oude foto's laten zien. Het huis werd in 1908 gebouwd door de
fa. Kabel. Voor zover bekend waren de eerste bewoners Matthias de
Nijs, geboren in 1867 in Limmen, van beroep landbouwer, zijn vrouw
Maria de Nijs-Delis en hun vijf kinderen.
pand verbouwen tot een winkel, die hij eerst verhuurde aan Arend
Spiering en in 1941 aan Jan Lust, geboren in 1908 in Oostzaan, die
het pand later koeht. Een kleinzoon van Jan Lust vertelde hierover:
"Mijn grootvader werkte aanvankelijk in het pluimveebedrijf van
zijn vader in Oostzaan, maar daar kwam bij het uitbreken van de
oorlog de klad in. Hij zocht ander emplooi, wat hij vond door het
eerst huren en later kopen van de winkel op de Dorpsstraat nummer
12. Aanvankelijk zat daar een zekere Spiering in met een ijzerwin
kel. Mijn grootvader nam de zogenaamde goodwill over. Spiering
zat er maar kort, vanaf 1939, toen Koopman de winkel had laten bou
wen"
Jan Lust was ook aannemer en bouwde huizen, onder andere over de
spoorbaan aan de Beverwijkerstraatweg. Een aangebouwde schuur
aan de achterzijde van zijn pand was ingericht als timmermans
werkplaats. Hij exploiteerde ook enige tijd een timmerfabriekje in
een gedeelte van de voormalige melkfabriek aan de Overtoom. Lust
was een lange, sportieve man. door zijn kleinzoon gekenschetst als
een 'Lunsachtig type', wat fysiek het geval mag zijn geweest, maar
zeker niet geldt voor zijn politieke interesse, want hij voelde zich
aangetrokken tot de toenmalige liberalen, die in Castricum niet sterk
in getal waren. Hij zou volgens de overlevering nog hoge ogen heb
ben gegooid naar een wethoudersfunctie, maar de politieke constel
latie in Castricum zat hem wat dit betreft niet mee. Bram Lust. een
zoon van Jan lust, had aan zijn jeugd in de Dorpsstraat de indruk
overgehouden dat het gezin in een wat geïsoleerde positie verkeer
de, door de politieke opvattingen van zijn vader en bovendien van
wege het geloof, ze waren niet katholiek. "Mijn buurjongens Wint
Kraakman en Ko Portegies mochten niet met mij spelen, maar dat
deden ze natuurlijk toch Naast zijn werk was Jan
Lust ook een enthousiast duivenmelker en een lief
hebber van de watersport. Gezien de vele activi
teiten van Jan Lust verbaast het niet dat zijn win
kel in gereedschap en huishoudelijke artikelen aan
de Dorpsstraat voornamelijk door zijn vrouw werd
gedreven.
De winkel was aanvankelijk gehuisvest in het lin
kergedeelte van de woning (onder het puntdak),
terwijl het rechtergedeelte en de bovenverdieping
in gebruik waren als woning. In 1955 voerde Lust
een drastische, maar merkwaardige verbouwing
door, waarbij de winkel werd verplaatst naar het
rechtergedeelte van het pand en de werkplaats aan
de achterkant werd uitgebreid.
In 1962 trouwde de uit Limmen afkomstige Hendrik
Nuijens in Castricum met Maria Steeman, waarna
het echtpaar de bovenwoning van Dorpsstraat 12
betrok en de winkel inrichtte tot de alom bekende
'dieren-speciaalzaak'. Lust schijnt overigens nog
enige tijd van de achterliggende schuur gebruik te
hebben gemaakt. Onder Nuijens voltrokken zich
Het woonhuis Dorpsstraat 12, ca. 1930. Voor de woning van links
naar rechts: Johannes de Nijs, Gerardus de Nijs, Petrus de Nijs,
Maria de Nijs-Delis en Alida de Nijs-Brakenlioff.
Matthias de Nijs overleed in 1922, waarna zijn weduwe nog tot haar
overlijden in 1939 in de woning bleef wonen, die daarna een korte
periode in handen kwam van Jan Koopman, eigenaar van De Rustende
Jager en zeer actief op de markt van onroerend goed. Deze liet het
Doorkijk Dorpsstraat, ca. 1950. Aan de linkerzijde, van links naar
rechts nr.12 (winkel van Jan Lust) en de woonhuizen nrs. 14, 16,
18 later café), 20 later café), 22 later bowlingbar) en 24.
41