te trekken. Tijdens een bespreking die de kapiteins onder elkaar hiel den werd een plan gesmeed om het schip niet te bergenHet plan was om de sleepverbinding zodanig vast te maken, dat door de enorme kracht, die de sleepboten ontwikkelden, de bolders waarop de sleep verbinding was gemaakt, afgesneden zouden wordenHetgeen ook ge beurde. Bovendien wisten zij te bewerkstelligen, om de Duitsers zo genaamd gerust te stellen, dat nog een laatste inspectie uitgevoerd zou worden. Toen zij het schip verlieten, vergaten ze opzettelijk de roeden, ijzeren stangen die voor de kleppen van de luiken langs werden ge stoken, er weer voor te doen. Een zuidwester storm deed de rest". De 'Hoop op Zegen' lag nu veilig met zijn kostbare lading klokken en kele honderden meters van Urk te wachten op betere tijden. 'Kben Haëzer' Sabotage of ongeluk Dat het niet bergen van de klokken uit de gezonken 'Hoop op Zegen' een daad van sabotage was, is overduidelijk, maar was de stranding van het schip dat ook? Daar heeft het alle schijn van. Het belang van de kostbare lading was tot in de hoogste kringen bekend. Nadat be kend werd dat de monumentale klokken, tegen alle afspraken in, als nog naar Duitsland afgevoerd zouden worden, was er door de secre taris-generaal van Onderwijs en Wetenschappen en Cultuurbescher ming krachtig geprotesteerd. Nadat die protesten afgewezen waren, beraamde men plannen om het transport te saboteren, zoals het on klaar maken van een brug of een sluis om de afvaart te verhinderen. Maar daarvan werd afgezien. De klokken konden dan alsnog op au to's worden geladen om vervoerd te worden. Daarnaast was er het En zo gaat Nederland de laatste winter onder Duitse bezetting in. die voor het westen een hongerwinter zal worden. De geallieerde opmars is tot staan gebracht. Het zal tot mei 1945 duren voor ons land be vrijd is. En het schip met de klokken blijkt niet vergeten te zijn. Eind juli 1945 al is men begonnen met de berging van de lading. Uit dag boekaantekeningen van de Urker havenmeester kennen wij het ver dere verloop van de geschiedenis van de klokken. Verdeeld over vijf werkdagen zijn in totaal 226 klokken en 145 klepels geborgen. Zij zijn in Urk aan land gebracht en tijdelijk opgeslagen in de hoek bij het strand op de Westhaven. Met het schip de Eben Haëzer met schip per Jan van Laar wordt de kostbare lading op donderdag 9 augustus 1945 naar Amsterdam gebracht. Vanuit de hoofdstad worden de klok ken naar de eigenaren teruggebracht. In december 1945 is nog ge probeerd het wrak van het schip te lichten. Maar de werkzaamheden worden belemmerd door storm, ijs, mist en regen. De elementen heb ben hun werk al gedaan, het schip is in tweeën gebroken. De berg- ploeg van Hijlkema /Meester staakt de werkzaamheden en keert op dinsdag 15 januari 1946 onverrichter zake huiswaarts. Werfbaas Meindert Hakvoort kan het schip niet vergeten. "In de winter van 1963-1964 zijn we met zijn drieën over het ijs naar het klokkenschip gegaan en hebben het met branders gesloopt. Het oud ijzer brach ten we met een slee naar de werf en het kostte ons meerdere tochten om alles goed en wel naar Urk te brengen. Onze arbeid bleef niet on beloond, we beurden 300 gulden. Een aardig bedrag voor die tijd" Schipper Van Di jk Wat is er geworden van schipper Van Dijk, de man die zo dapper ge weigerd had om voor de Duitsers te werken? Van Dijk. toen 65 jaar. was niet alleen zijn woning en inboedel kwijt, maar ook de brood winning van hemzelf en zijn zoon, die hem in zijn bedrijf zou op volgen. Hij kreeg een uitkering van 14 gulden per week. De waarde van het verloren schip werd door deskundigen geschat op 15.000 gul den. De rijksinspecteur van de kunstheseherming stelde in juni 1945 voor om een fonds te vormen van maximaal 10.000 gulden om Van Dijk schadeloos te stellen. Om dit doel te bereiken werd aan de ei genaren van de geborgen klokken, gemeenten en kerken, een bij drage van 75 gulden gevraagd. De gemeente Castricum betaalde 37,50. Maar de oproep bracht bij elkaar slechts 2.990,- op en dat voor een man die zijn leven had gewaagd voor 226 Nederlandse klok ken. Zijn naam zal echter blijven voortbestaan. Want wat staat te le zen op de gedenksteen bij de klok van de kerk in Spijkenisse? In drie jaar klonk mijn stem niet meer 'k Lag op de bodem van het IJsselmeer Heldenmoed van schipper Van Dijk Liet mij daar zakken in het slijk Maar nu jubel ik het uit Besef, o mens, wat mij beduidt Geloof van mij, dat God gewis In Nood en dood uw redder is De geredde klokken op het strand van Urk. nog grotere risico van represailles door de Duitsers. Er werd een te legram naar Londen gestuurd met het verzoek om het schip nog vóór de afvaart tot zinken te brengen. Getuigen verklaarden dat er inder daad een vliegtuig enige tijd boven Leerdam had gevlogen: alsof het iets zocht", maar er was niets gebeurd. Een feit is wel dat schip per Van Dijk het werk niet wilde uitvoeren. Iets weigeren voor de Duitsers was gevaarlijk. Op openlijke weigering stond maar één straf en dat was standrecht, 'de kogel'. Maar hij kon wel een goede reden opnoemen. De Royal Air Force was heer en meester boven het IJsselmeer en menig schip werd tot zinken gebracht. Van de man die het werk overnam. Marten Homma, is niets bekend. Werd hij ge dwongen om de klus te klaren? De klok is weer terug Wanneer de klok weer in Castricum is teruggekeerd, is niet bekend. Maar uit een verslag van september 1946 van de adjunct-rijksin specteur Kunstbescherming J.W. Janzen blijkt dat de klokken op 31 juli 1945 ter beschikking van de eigenaren zijn gesteld. En men is snel tot distributie overgegaan. We mogen aannemen dat de klok in de loop van dat jaar weer in de toren is gehangen. Een niet alledaagse klus die toch vele Castricummers niet zal zijn ontgaan. Sinds die dag hangt de klok na een avontuurlijke omzwerving weer vertrouwd in onze monumentale toren als een symbool van eeuwigheid. Het ge ratel van de paardenwagens op de keien is verstomd, maar de sono re galm van onze klok is gebleven. Frans Baars t 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2003 | | pagina 19