De vroegere kapel, zoals
Andries Schoemaker haar
schetste in 1726.
's-Gravenhage,
Koninklijke Bibliotheek).
kapel in Bakkum. Wellicht was de jonge hertog Willem zelf ook in
gelicht: in ieder geval liet hij de stichting van een kapel in Bakkum
vastleggen als de eerste uitwerking van een door hem zelf afgelegde
gelofte daaromtrent. Hertog Willem bevond zich waarschijnlijk in
Haarlem. Leiden of Dordrecht ter voorbereiding op zijn veldtocht in
Zeeland. Het schijnt zeker dat niemand anders de jonge hertog Willem
tot de eed kan hebben aangespoord dan zijn adviseur Jan van Egmond.
We schreven zoéven hertog Willem, niet graaf Willem, want graaf
(van Holland enz.) was hij in 1351 nog niet: dat zou hij in 1354 pas
onbetwist worden bij de verzoening met zijn moeder Margaretha.
Willem was in 1351 titulair hertog van Beieren, meer niet.
De in de oorkonde genoemde dotatie of begiftiging met goederen be
trof een grafelijk domein bij Spanbroek. Een 'melm' was een des
tijds gangbare veldnaam, een toponiem, een aanwas der zee, in West-
Friesland veel voorkomend, maar later in onbruik geraakt. Het ging
hier blijkbaar om bouw- en/of grasland in de ban van Opmeer en
Spanbroek, waarvan in diverse charters uit de oude Leen- en
Registerkamer van Holland sprake is. echter niet met betrekking tot
de beoogde kapel in Bakkum. De jonge Willem was, gezien het bo
venstaande, niet bevoegd de beoogde kapel te Bakkum te doteren
met het grafelijke nieuwe land bij Spanbroek. Zijn moeder was in
1351 gravin van Holland en Zeeland, vrouwe van Friesland, (dus ook
van Spanbroek)6.
Geen aanwijzingen voor bekrachtiging van de oorkonde
De bisschop van Utrecht die de stichtingsoorkonde zou moeten be
krachtigen, was Jan van Arkel, met wie de graaf van Holland (met
name Willem IV.de bij Warns in 1345 gesneuvelde oom van Willem
V.) een ambivalente politieke houding had. Jan van Arkel was an
ders dan zijn voorganger Jan van Diest (f1340) een krachtig vorst
van het Sticht, die de bestuurskracht in de stad Utrecht herstelde en
niet naar de pijpen van de nieuwe machthebbers in Holland wilde
dansen. Zo gezien zou de zet met het pionnetje 'Bakkum' op het po
litieke schaakbord een misrekening van de Hollandse machthebbers
blijken te zijn, want nergens is een spoor te vinden van een be
krachtiging van de in de oorkonde geuite wilsbeschikking door de
Utrechtse bisschop (wiens kerkelijk gezag zich ook over Holland en
West-Friesland uitstrekte) of zijn vicaris. Mogelijk heeft hertog
Willems aanmatiging zich graaf van Holland enz. te noemen, juist
de afzijdigheid of afwijzing van de bisschop tot gevolg gehad!
Werd direct met de bouw van de kapel begonnen?
Wie denkt dat de stichtingsoorkonde van 28 juli 1351 binnen af
zienbare tijd de bouw te Bakkum van de bedoelde kapel met zich
meebracht, vindt voor die gedachte geen steun in de relevante bron
nen der historie. In de oudst bekende kroniek uit de laat-vijftiende
eeuw. een anoniem document lopende van de stichting van het kloos
ter te Egmond in de 10e eeuw tot het jaar 1481met onder meer een
kerkenlijst, staat geen kapel te Bakkum vermeld, wel een te
Wimmenum'. Deze kapel van Wimmenum heeft omstreeks 1357
voor abt Hugo van Assendelft moeten dienen om de noordgrens van
het gebied van de abdij af te bakenen. Diverse andere oude geschriften,
waaronder de kroniek van Jan van Leyden geschreven omstreeks
15008, de zogenaamde Divisiekroniek van 1517 door Cornelius
Aurelius9 en de historiën der bisschoppen van Utrecht en graven van
Holland, uitgegeven in 1612 en 1643'°, maken geen enkele melding
van een kapel te Bakkum, evenmin als een bekend werk over de his
torie van Egmond van de hand van Hovaeus11een monnik te Egmond
die in 1568 is overleden. Ook uit een aantal later te dateren ge
schiedkundige verhandelingen met betrekking tot de kerkgeschie
denis van Holland wordt de stichting van een kapel in Bakkum niet
belangrijk genoeg geacht om te noemen en worden we over de wer
kelijke stichtingsdatum dus niets wijzer.
Bronnen waarin de Bakkumse kapel wordt genoemd
Men zou uit het ontbreken van enige aanwijzing omtrent een
Bakkumse kapel in de oudst genoemde historische geschriften kun
nen vermoeden, dat de stichtingsoorkonde van hertog Willem van
Beieren niet tot de bouw van een kapel in Bakkum heeft geleid.
9