Wie was meneer Kraakman
Meneer Kraakman was voor veel Bakkummers een mys
terieuze en excentrieke persoonlijkheid, die in een grote
auto door het dorp reed of, altijd in hetzelfde manchester
pak, op de fiets voorbij kwam. Slechts weinigen hebben
hem goed gekend, hoewel het een sociaal voelende en vrien
delijke man was. Hij beheerde het erfgoed van zijn fami
lie, bestaande uit vele landerijen en boerderijen, die zijn
grootvader en zijn vader al hadden aangekocht. Hij re
sideerde in de afgelegen villa De Doornduyn, waarvan hij
zelf de grondlegger was en waar hij tot zijn dood heeft ge
woond. Overdag sliep hij en pas in de nachtelijk uren werd
hij weer actief. Hij was heel betrokken bij het wel en wee
van zijn pachters en heeft in Bakkum-Noord zijn sporen
nagelaten. Zijn grote rijkdom stelde hem in staat zijn leven
in te richten zoals hij dat zelf wilde.
Jacobus Petrus Maria (Jaap) Kraakman werd op 24 september 1897
in Alkmaar geboren als enig kind van Hendricus (Henri) Petrus Maria
Kraakman en Catharina (Catho) Henrica Kortmann. Vader Kraakman
was een begenadigd advocaat in Alkmaar en tevens een geldschie
ter met wie niet te marchanderen viel. Hij had zijn kantoor eerst in
de Langestraat en later aan huis in de Nassaulaan. Zijn vrouw had hij
tijdens zijn rechtenstudie in Leiden leren kennen. In de twintiger ja
ren werkte hij samen met de advocaten Leesberg en Kusters.
Ook grootvader Jacobus Petrus, naar wie Jaap was vernoemd, was
al advocaat in Alkmaar. Deze grootvader, die leefde van 1830 tot
1907, had ook nog veel andere functies. Zo was hij lid van Provinciale
Staten, lid van de gemeenteraad, secretaris van de Kamer van
Koophandel en Kapitein van de schutterij. In de families Kraakman
en Kortmann kwamen veel juristen, doktoren, hoogleraren en be
stuurders voor. Jaap Kraakman liet zich eens ontvallen dat op een ge
geven moment bijna alle leden van de regering wel ergens verwant
waren aan zijn familie.
Jaap volgde lager onderwijs in Alkmaar en heeft daarna zes jaar in
Haarlem, Rosmalen en Nijmegen privé voortgezet onderwijs geno
ten op verschillende katholieke kostscholen. In 1917 keerde hij terug
in het ouderlijk huis.
Wat nuwas de vraag, waarvoor zijn ouders zich geplaatst za
gen. Dankzij de bemiddeling van zijn vader werd Jaap eerst
volontair bij burgemeester Mooij op het gemeentehuis van
Castricum. Iedere dag kwam hij met de stoomtram uit
Alkmaar. In De Rustende Jager at hij tussen de middag zijn
brood. Voor de koffie kreeg hij een kwartje van de ge
meente, een kwartje dat hij volgens overlevering in zijn
zak hield.
In aansluiting op zijn Castricumse periode, heeft hij nog
een tijdje in Bergen op het gemeentehuis gewerkt en bij de
Raad van Arbeid in Alkmaar. Toen het hem duidelijk werd
dat hij niet persé hoefde te werken, vanwege de rijkdom
van zijn vader, heeft hij daar direct een punt achter gezet.
Jaap heeft daarna alleen nog als assistent en chauffeur van
zijn vader gefungeerd, bijvoorbeeld wanneer deze in zijn
functie van toegevoegd advocaat naar de marine moest in
Den Helder.
Joh. Duijn. veehouder aan de Bleumerweg: "De grootvader van
Kraakman heeft in de 19e eeuw veel grond gekocht, niet alleen in
Bakkum, maar ook in andere delen van de provincie. Grond was heel
weinig waard, niet meer dan een paar centen per m2, omdat milt
vuur de veestapels had gedecimeerd. Zo is er vee! land maar ook
woonhuizen en ander onroerend goed goedkoop in zijn bezit geko
men. Mijn vader Reinier pachtte destijds de boerderij van de vader
van Jaap. Mijn ouders hadden een goede band met die familie. We
mochten een enkele keer mee in de grote auto. De enorme snelheid
van we! 100 km per uur, die de auto op de Zeeweg haalde, maakte
grote indruk. Jaap Kraakman herinner ik mij als een bijzondere per
soonlijkheid maar zeker ook als een gezellige, aanspreekbare man.
De Doornduyn
Vader Kraakman overleed in 1936. Enkele jaren later besloten Jaap
en zijn moeder op een perceel weiland van 2 ha aan de Duinweg in
Bakkum-Noord. genaamd 'Doornduin', een landhuis te laten bou
wen. Deze grond, voorheen in het bezit van CorTwisk, was in 1882
door zijn grootvader op een publieke veiling gekocht. In 1903 werd
nog een strook grond langs de Duinweg van de gemeente overgeno
men.
Aan architect Majella Cijffers uit Bergen werd de opdracht verleend
voor het ontweipen van een landhuis. Als architect en stedenbouw
kundige van die gemeente van 1929 tot 1943 heeft hij het gezicht van
Bergen meebepaald. Cijffers had een voorkeur voor kubistische ge
bouwen met platte daken in de stijl van het Nieuw Bouwen, een bouw
stijl die nogal eens op weerstand stuitte. Hij heeft die voorkeur niet
gevolgd of kunnen volgen bij het ontwerp van het landhuis van de
familie Kraakman, dat een romantische uitstraling kreeg en een rie
ten dak met Anton Pieck-achtige dakkapellen.
In juli 1939 werd op naam van mevrouw Kraakman-Kortmann een
bouwvergunning afgegeven voor een grote villa. De Tweede
Wereldoorlog gooide roet in het eten. Het omvangrijke bouwplan
met 4 slaapkamers, een woon- en een eetkamer en een personeels-
verblijf, werd nog in hetzelfde jaar vervangen door een wat kleinere
versie. In het ontwerp was nu wel een bomvrije schuilkelder opge-
Luchtfoto uit 1941 van De Doornduyn temidden van de
beginnende aanplant.
58