goed. Dagelijks zijn tien a vijftien man in de weer en men hoopt om
streeks Pinksteren het kerkgebouw in gebruik te kunnen nemen
Op 29 mei 1951 vond de kerkinzegening plaats door vicaris-gene
raal Ammerlaan. Deze dag was voor pastoor De Wit wel een heel
bijzondere dag, omdat hij ook zijn zilveren priesterfeest vierde. Op
3 juni van dat jaar werd de eerste plechtige H. Mis door pastoor De
Wit in de nieuwe kerk opgedragen. Het kerkbestuur bestond toen uit
pastoor De Wit, G. Borst, J. Kleverlaan, P. Stuifbergen en N. Veldt,
de latere wethouder van Castrieum. Op 21 augustus 1951 werd de
kerk geconsacreerd door de bisschop van Haarlem, Mgr. Huibers.
die daarna een pontificale H.Mis opdroeg.
Kerkenbollenveiling en kerkvee
Het spreekt vanzelf dat er heel wat geldmiddelen voorde nieuwe pa
rochie nodig waren. Er moesten kerkgewaden in de liturgische kleu
ren worden aangeschaft, een monstrans, een ciborie en andere al
taarbenodigdheden. Pastoor De Wit wist veel bijdragen van de pa
rochianen te verwerven. Verder werd er plaatsengeld vastgesteld; de
eerste banken gingen 25,- per jaar kosten. Links waren de vrou
wen- en rechts de mannenplaatsen. C. de Nijs. de latere koster, inde
tijdens de kerkdiensten het geld voor de losse plaatsen. Doordat de
financiële situatie van de kerk redelijk gezond was, kon er na enke
lejaren al gedacht worden aan een pastorie naast de kerk. De kosten
daarvan werden begroot op 70.000.- en begin 1954 werd de pasto
rie door de firma P. de Nijs opgeleverd. Wat was pastoor De Wit blij,
temeer omdat hij bij het bisdom gedaan had weten te krijgen dat er
bij de pastorie ook een garage voor zijn oude Chevrolet kon worden
gebouwd.
Gelden voor de jonge parochie vloeiden ook binnen via de kerken
bollenveiling. Het systeem werkte als volgt. Aan bollenkwekers werd
gevraagd een partij bloembollen beschikbaar te stellen. Deze wer
den gepoot in een akker die gratis werd onderhouden. Als de tijd daar
was. werd van de kansel afgekondigd dat de bloembollen in een café
werden geveild. Zo'n veiling bracht heel wat geld op. omdat de ko
per vaak de gekochte partij weer beschikbaar stelde, zodat er weer
opnieuw geveild kon worden. De grote man achter de kerkenbollen-
veilingen was Piet Zonneveld.
Ook was er een actie met kerkvee, het lammerenfonds. Daarvoor wer
den enige lammeren door veehouders een periode gevoederd en ver
zorgd en daarna verkocht. De opbrengst was dan voor de kerk. Ook
kon men in het bezit komen van een 'papieren lammetje', waardoor
men zich verplichtte een bepaald bedrag gelijk aan de verzorging van
een lam aan de parochie bij te dragen. Later behoorden ook pinken tot
het kerkvee. En nog steeds draagt de werkgroep 'Bij de pinken', on
der de kundige leiding van Joh Duijn, jaarlijks enkele duizenden gul
dens als opbrengst van de verkoop van kerkvee aan de parochie af.
Groei en afname van de parochie
Door de uitbreiding van het dorp groeide het aantal parochianen ge
staag van 1584 in 1952 tot 2404 in 1964. Pastoor De Wit kreeg dan
ook in 1957 assistentie in de persoon van kapelaan Kok en later ach
tereenvolgens van kapelaan Wenneker en kapelaan Van Adrichem.
In oktober 1961 kwam Th.G. (Dirk) Brandsen als kapelaan naar
Bakkurn. Buiten zijn taak in deze parochie had hij een drukke baan
in het ziekenhuis Duin en Bosch en in de zomermaanden verzorgde
hij later ook de kerkvieringen op het kampeerterrein Bakkurn. In die
tijd kon men hem dan ook regelmatig op zijn bromfiets in het dorp
aantreffen. In dit verband is het wel aardig te vermelden, dat het kerk
bestuur op 5 november 1962 besloot de pastoor een autovergoeding
van 500.- per jaar te geven en aan de kapelaan een bromfietsver
goeding van 100,- per jaar.
Door de oprichting van de Bethlehemparochie aan het
Kortenaerplantsoen in 1966 werd het grondgebied van de parochie
verkleind. De spoorlijn werd toen de uiterste grens. Pastoor De Wit
ging in augustus 1967 met emeritaat. Hij overleed plotseling nog geen
drie maanden later. Opvolger was Chr. ten Velthuis, die pastoor van
de parochie was van augustus 1967 tot I april 1972. De pastores Ten
Velthuis en Brandsen waren parochiepriesters in een tijd waarin veel
zaken in de katholieke kerk ter discussie werden gesteld. De tijd van
grote vernieuwingen voor kerk en maatschappij was aangebroken.
De roep om inspraak en democratisering kwam ook binnen de kerk
op gang. De ontkerkelijking was groot. Bij een enquête onder de
Castricumse parochianen in 1968 werden
al 41% niet praktizerenden geteld. Er wer
den gespreksgroepen van gelovigen opge
richt en beide pastores onderhielden goe
de contacten met deze groepen die, daar
toe aangemoedigd door de besluiten van
het Tweede Vaticaans Concilie en in
Nederland door onder andere bisschop
Bekkers en kardinaal Alfrink, hun eigen
verantwoordelijkheid niet uit de weg gin
gen. Dit alles leidde tot enige vernieuwin
gen en veranderingen in de katholieke kerk.
In 1969 werd in de Bakkumse parochie een
parochieraad ingesteld, die deels bestond
uit rechtstreeks door de parochianen ge
kozen leden en deels uit leden die, van
wege hun functie binnen de katholieke ge
meenschap in Bakkurn, vrijwel automa
tisch lid van de parochieraad dienden te
zijn. De parochieraad was de voorloper van
de huidige parochievergadering.
De consecratie van de kerk vond plaats
op 21 augustus 1951 door de bisschop
van Haarlem, Mgr. Huibers.
56