De huizen en hun bewoners in Bakkum na 1930
In de afgelopen jaren is in het jaarboekje telkens een artikel gewijd
aan een of meerdere straten, hun geschiedenis en de huizen en hun
bewoners van kort voor de Tweede Wereldoorlog. In het kader van
het thema Bakkum wordt in dit artikel aandacht besteed aan de in
woners in het oorspronkelijke Bakkum en met name die in Zuid-
Bakkum aan de Heereweg. Haagscheweg, Achterlaan en Bleumerweg,
en die in Noord-Bakkum aan de Heereweg. Duinweg. Madeweg,
Hoogeweg, Groenelaantje en Limmerweg. Hieraan voorafgaande
wordt ook iets verteld over de voorgeschiedenis van deze straten.
De Heereweg
De Heereweg loopt door Bakkum. de Egmonden. Bergen en Schoorl.
Deze weg is al heel oud. De naam Heereweg geeft aan dat de weg
een speciale legerweg (heirweg) was van de Heeren (Graven), die
waarschijnlijk ook zelf een rol hebben gespeeld bij de aanleg van of
de verbeteringen aan de weg.
Met de toestand van deze verbindingsweg van Castricum met de
Egmonden was het in het verleden heel slecht gesteld. Honderd jaar
geleden was deze weg niet veel meer dan een smalle verharde zand
weg die slecht werd onderhouden, veel kuilen en gaten had en in de
duinen van Noord-Bakkum last had van overstuivingen. Voor het
dorp Castricum was toentertijd de hoofdweg naar het noorden de van
af 1820 als rijksweg geldende weg, die onder andere liep van
Beverwijk over Castricum (de Dorpsstraat) naar Limmen.
Verbeteringen van deze weg werden bekostigd door het heffen van
tol.
Uit bronnen in het gemeentearchief zien we in een reeks van jaren
de klachten van de inwoners over de slechte toestand van de Heereweg,
de plannen tot verbeteringen, de beperkte uitvoering hiervan tenge
volge van de slechte financiële situatie enzovoorts, telkens terugko
men. Tachtig jaar geleden was de Heereweg nog een zogeheten paar-
denpad met alleen een smalle strook klinkers in het midden van de
weg.
De belangrijkste wegverbeteringen speelden in de twintiger jaren van
de vorige eeuw. Er werden plannen ontwikkeld ter verbetering van
de weg tussen Castricum, Egmond en Bergen, die deel uitmaakten
van een groter plan tot verbetering van de weg langs de duinvoet tus
sen Castricum en Den Helder. Voor het traject Castricum - Bergen
werden begrotingen opgesteld die voor de weggedeelten in de ge
meenten Castricum, Egmond en Bergen resp. 145.000, 177.000 en
78.000 gulden bedroegen.
Bij de ontwikkeling van de plannen speelde de Castricumse burge
meester Lommen een grote rol. Als voorzitter van het wegencomité
van het gehele traject ontplooide hij allerlei initiatieven. Zo ging hij
op excursie naar Brussel om een weg te bezichtigen die met een nieuw
soort materiaal was bedekt (asfalt). Dit wegmateriaal zou leiden tot
een sterke vermindering van het onderhoud. Lommen nam als enige
burgemeester in een gezelschap van directeuren van publieke wer
ken van de hoofdsteden en hoofdingenieurs deel aan deze excursie.
De weg naar de Egmonden - toen ook wel geheten de Bakkumnterweg
- werd in 1925 vernieuwd en verbreed. De aanpassingen hepen van
af de woning van Dirk Wokke in de later zo genoemde
Bakkummerstraat tot aan de grens met Egmond-Binnen. Het eerste
gedeelte tot de Zeeweg kreeg een breedte van vijf meter, het tweede
gedeelte naar Egmond een breedte van vier meter. Bij het tweede ge
deelte werd aan weerszijden een berm van drie meter aangehouden
voor toekomstige verbredingen (en rijwielpaden). De voor de weg-
verbreding benodigde stukken grond werden door de gemeente
Castricum aangekocht.
Het weggedeelte vanaf de boerderij van Kees Twisk (ongeveer te
genoverjeugdherberg Koningsbosch) tot aan de afslag met de
Duinweg, moest volledig nieuw worden aangelegd en werd beschouwd
als het doortrekken van de Bakkummerweg. Tot die tijd maakte de
Bakkummerweg vanaf kort voor de boerderij van Kees Twisk een
bocht naar links, liep langs boerderij Zeeveld (nu is hier Stichting
Jan 17 gevestigd) om vervolgens, na een bocht naar rechts, nabij de
splitsing van de Duinweg uit te komen.
Deze omleiding was bij een eerdere wegverharding en aanleg om
streeks 1875 tot stand gekomen door een financiële bijdrage van
Marie. prinses von Wied, prinses der Nederlanden. Zij was de eige
nares van het duingebied onder Bakkum. Tot haar eigendommen be
hoorde ook boerderij Zeeveld en zij had belang bij een goede weg
verbinding naar de boerderij.
Bij het doortrekken van de Bakkummerweg in 1925 ontstaat er on
enigheid met de provincie Noord-Holland. De provincie is van me
ning dat het onderhoud van de weg langs 'het Zeeveld' ten laste komt
van de gemeente Castricum en vindt dat dit weggedeelte openbaar
moet blijven. Castricum is het daarmee niet eens. maar moet uitein
delijk na een langdurige briefwisseling met Gedeputeerde Staten zich
hierbij neerleggen. Nu blijkt de praktijk toch anders geworden te zijn:
een groot deel van het tracé van het voormalige weggedeelte is nau
welijks nog in het landschap waar te nemen.
In 1935 wordt tussen Bakkum en Egmond de wegbreedte van 4 op 5
meter gebracht en worden aan weerskanten van de weg vrij liggen
de fietspaden aangelegd (breed 1,25 m).
De bewoners in 1930
De bewoning van de huizen in Noord- en Zuid-Bakkum in 1930 is
vrij nauwkeurig te reconstrueren. In de hiernavolgende overzichten
wordt een beeld geschetst van de huizen en hun bewoners van om
streeks 1930. Na de dertiger jaren zijn onze gegevens over huizen en
bewoners onvolledig. Waar mogelijk wordt aanvullende informatie
gegeven over huizen die relatief kort na 1930 zijn gebouwd en ook
over de bewoners van na die tijd.
Op de kaarten 1 en 2 zijn respectievelijk voor Zuid- en Noord-Bakkum
de volgnummers vermeld van de huizen die in 1930 bestonden en
onder dat nummer in de tekst worden beschreven.
Voorde na 1930 gebouwde huizen worden de actuele huisnummers
in de tekst genoemd. De aangegeven leeftijden van de bewoners be
treffen de situatie in 1930.