Daarna kwam Peter Vos, die begin dit jaar afscheid nam en als be heerder de langste staat van dienst bij het PWN heeft gehad. Vanaf 1 januari 2002 zwaait Ton de Meijer daar de scepter. Tegenwoordig is het een echte managersfunctie en in plaats van hoofdzakelijk con tact met de bezoekers zoals vroeger, zit de beheerder nu het meren deel van zijn tijd achter de computer. In 1935 werd aan de westzijde van de ingang een woning gebouwd, want zo schreef Het Volksblad van 14 februari 1935: "Een perma nente kampwacht is geen overbodige luxe De kampwacht werd in 1949 in een verslag van de provincie nog omschreven als 'Burgemeester der kampeerstad' en ontving toen een jaarlijkse ver goeding wegens zijn werkzaamheden buiten de normale diensturen. De woning op het kamp werd tot de komst van beheerder Vos als dienstwoning gebruikt. In 1973 stopte men hiermee om te voorko men dat de beheerder in zijn spaarzame vrije tijd ook nog eens met vragen van kampeerders werd lastig gevallen. Rasechte Amsterdammers en hun humor Het behoeft geen betoog dat Amsterdammers bekend staan om hun gein en reken maar dat men daar al die jaren op Kamp Bakkum van heeft kunnen genieten. Ook stonden de Mokummers vaak bekend als vrijgevig, want zij gaven snel een fooitje, sigaretje of bloemetje. Er waren Amsterdammers die al ruim 60 jaar 'op Bakkum' kwamen en nooit ergens anders op vakantie gingen. Daarom werd de hoofd weg naar het voetbalveld niet voor niets Kalverstraat genoemd. Nog steeds zijn er echte, oude Jordanezen die naar Bakkum komen. Met de reeks van anekdotes die zich op het kamp hebben afgespeeld, zou je gemakkelijk een avond kunnen vullen. Hier volgen er een paar: Een kampeerster zei eens tegen de beheerder: "Seg, heppie 200flooie voor mijn te koop? Hoezo? Nou, ik mot me Imissie in de oorspron- kullukke staat oplefere!" Een oud vrouwtje liep over het winkelplein met in haar handen een pak closetpapier en passeerde een bank waarop een paar mannen za ten. Een van de mannen sprak haar aan en vroeg: So wijjfie, hep je nieuwe wc-rolle gekocht? Het antwoord was: "Ben je belasert, ik hep de forige late stome!" Het verhaal van een oudere Jordanees die Bakkum één jaar over sloeg: "Ik staen hier al vijfendertig jaer. Most ik een keer met me frou mee met de bus, naer Oostenrijk. Wat denk je. most ik mee wan- dele, de berg op. Kom ik bekaf bofe op die berg en wat sien ik daer: één den! Hier op Bakkum sien ik er elke dag duisende!" De bijzondere band en leefwijze binnen de kampbevolking was mid denjaren negentig aanleiding en gaf stof genoeg voor het maken van de tv-serie 'De camping'. In acht boeiende afleveringen liet men toen het wel en wee van de Amsterdammers op Bakkum zien. De ouderen "Ik mot me huissie in de oorspronkullukke staat oplefere". blikten in de tv-serie regelmatig terug op de tijd van vroeger. De al gemene conclusie was dat er toen meer gezelligheid bestond en de spelletjes verdwenen naarmate het kijken naar het 'blauwe oog' ook op het kampeerterrein toenam. Dit werd eind mei 2002 nog eens be vestigd doorJan en Lenie Saft, die al zo'n 45 jaar op Bakkum komen. En zij verblijven nog steeds in hetzelfde eenvoudige, maar sfeervol le huisje, waar zij ooit met z'n dertienen sliepen toen de kinderen met vrienden en vriendinnen nog meegingen op vakantie. Jan, vroeger machinebankwerker van beroep, nam altijd de pinksterweek vrij om in zijn huisje te kunnen zijn. Zijn baas probeerde hem nog wel eens van zijn verlof af te houden door te wijzen op een voorspelling van slecht weer. Het antwoord van Jan was dan steevast: "Ik zit liever een week met regen in Bakkum, dan dat ik voor jou moet werken Het echtpaar Saft genoot altijd van de dieren op het kampeerterrein, zo als de eekhoorns die het huisje binnenkwamen voor wat pinda's. Helaas is dat nu verleden tijd, wat ook geldt voor de fazanten die zich niet meer op het terrein laten zien. Jan nam vroeger ook eenden mee naar het kamp of liet daar de eieren uitbroeden. Ze werden van water voor zien in een vijvertje, waarvoor een teil werd gebruikt. Tegenwoordig gaat er alleen nog een kanariepietje mee. dat regelma tig uit zijn kooi mag mits deuren en ramen zorgvuldig gesloten zijn. Ook de fototentoonstelling 'Groeten uit Bakkum', die van juli tot september 2002 werd gehouden in bezoekerscentrum 'De Hoep', liet duidelijk zien hoe groot de rol is die Bakkum speelt in de levens van vele Amsterdammers. Bij de opening van de tentoonstelling om schreef de burgemeester van Castricum het kampeerterrein dan ook terecht als 'Klein Mokum'. Op de foto's stonden diverse trouwe cam- pinggasten die al zo'n 30,40 of zelfs 70 jaar in Bakkum komen, door gaans onder het motto: "Als je 2-hoog in de stad woont, dan is Bakkum toch het paradijs? De beruchte 'apenbomen 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2002 | | pagina 33