De 'zomerpaleisjeszijn weer opgebouwd. 'zomerpaleisjes' in de toch al krap bemeten Amsterdamse boven- woninkjes of zelfs op het dak. Hoe kampeerde en reserveerde men vroeger? Vroeger was ook in Bakkum kamperen nog een primitieve aangele genheid. De sanitaire voorzieningen waren veel eenvoudiger dan te genwoordig. Rond de vijftiger jaren werd er pas een begin gemaakt met de aanleg van een rioleringssysteem op het kampeerterrein. In de beginperiode sliepen de kampeerders op strozakken. Hun eer ste werk na aankomst op het kampeerterrein was dan ook het vullen van de meegebrachte zakken met stro. Bij boerderij 'Johanna's Hof' en het 'Commissarishuis' kon men voor vijfendertig cent een baal stro kopen. Na gebruik bracht men het stro weer terug en dit werd dan gebruikt in de stallen. Strozakken vullen. In de loop der tijd is er diverse keren geƫxperimenteerd met metho des om de plaatsen op het terrein eerlijk te verdelen. Eens was het re serveren van een plek een ware sport. Dat was in de jaren 1948 en 1949, waarvan zelfs verslag werd gedaan in het Polygoon-journaal van de bioscopen. De verdeling geschiedde toen op basis van het ge zegde: Wie het eerst komt. wie het eerst maaltHoe ging dit in zijn werk? Bij de ingang werd een touw gespannen en drommen kam peerders verzamelden zich hierachter. Zodra het touw was verwij derd ontstond er een wedren naar de mooiste plekjes. Degene die er gens het eerste aankwam, greep het daar aangebrachte nummerplaatje en ging daarmee voor inschrijving naar het kampkantoortje. Daarom wachtten de mensen, bij de opening van het terrein, al uren en soms zelfs een nacht van tevoren tot ze naar binnen mochten. Sommigen hadden bij een atletiekvereniging een hardloper ingehuurd die voor hen naar de gewenste plek sprintte. Daar moest vervolgens een voor werp worden achtergelaten om de reservering veilig te stellen. Dit kon bijvoorbeeld een paraplu zijn of een namaaktentje. Spoedig bleek dat deze 'sportieve' verdelingsmethode geen succes was en dus ging men op zoek naar een betere oplossing. Eerst kwam er een rouleersysteem, waarbij bejaarden en invaliden voorrang kre gen. Daarna werd de alfabetische lijst met de andere inschrijvers in vier blokken verdeeld. Op basis hiervan ontving men een oproep kaart voor een bepaalde datum, de zogeheten 'zoekdag'. en een tijd stip met volgnummer. Met 20 personen tegelijk konden de mensen dan bij het loket hun favoriete plaatsnummer kenbaar maken. Elk sei zoen rouleerden deze blokken, opdat eenieder ook een keer bij de eersten kon zitten. Toen halverwege de jaren tachtig bleek dat er nog heel weinig roulatie was. liet men dit systeem varen. Vanaf die tijd kon men vooraf boeken, echter onder bepaalde voorwaarden. Tegelijkertijd werd een belangrijke regel afgeschaft. Deze regel hield in dat elke eigenaar van een tenthuisje dit gedurende twee weken zelf mocht bewonen en vier weken moest verhuren aan anderen. Met deze regeling wilde men op de camping leegstand van huisjes voorkomen en ervoor zorgen dat meer mensen van Bakkum konden genieten. Maar het systeem werd aan verschillende kanten omzeild en contro leurs werden op creatieve wijze in de luren gelegd: "Nee hoor. de deur is op slot maar het huissie is echt bewoond. Kijk maar. d'r staat nog een fles verse melk op tafel en daar ligt een homp kaas Dat dit dan een namaakkaas was en de fles met witte verf 'half gevuld' ge schilderd, viel door de stoffige ruitjes moeilijk te zien. De capaciteit is inmiddels voldoende ruim en iedereen slaagt er door gaans in een plek van zijn of haar gading te vinden. Zoekdag 18 maart 1950. Bezoekers en tarieven Op 4 augustus 1929 stonden er op het terrein 184 in gebruik zijnde tenten. Zeven jaar later werden er in het hoogseizoen liefst 6000 a 7000 kampeerders geregistreerd. Eindjaren dertig telde de camping al meer dan 100.000 overnachtingen. Dit aantal liep in de jaren vijf tig en zestig zelfs op tot 400.000. Volgens het jaarverslag van het PWN over 1949 werd het aantal toe gestane tenten in dat jaar verhoogd van 800 tot 1100 en kwam 97,2% van de kampbevolking uit Noord-Holland. Van de 2191 kampeer- gezinnen uit deze provincie waren er 1441 uit Amsterdam en 667 uit de Zaanstreek afkomstig. De meest voorkomende beroepen van de 'tentleiders' waren in die tijd metaalbewerkers, bouwvakarbeiders, verkeerspersoneel en handelaren. Een overzicht van de omvang van de kampeeractiviteit op Bakkum over de jaren 1960 t/m 1965 laat zien dat er toen maximaal zo'n 1350 ten thuisjes, 350 trekkerstenten en 25 caravans geplaatst konden worden. De nota 'Toerisme en rekreatie in Castricum'. die in 1970 in opdracht 28

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2002 | | pagina 28