ernum-
uwland
Idnaam
et arti-
ers zijn
ters.
nr 7 Comelis Ranke. 64 j.. schelpenvisser, weduwnaar van Maartje
Duijn, woonde hier met zijn zoon Klaas en dochter Grietje,
nr 8 Pieter Kuijs. 35 j., boer. woonde met zijn vrouw Maartje
Bruijn en vijf kinderen op boerderij 'de Blauwhoef'. Ook
woonden hier de boerenknecht en werkmeid Dingenum de
Graaf en Trijntje Tromp,
nr 9 Gijsje Hagen, geboren in Zwaag. 62 j.. boerin, weduwe van
Pieter Morsch, woonde op boerderij 'Starrenburg' met twee
boerenknechten Dirk Castricum en Dirk Groeneveld en de
werkmeid Antje Krom. Gijsje Hagen was eerder gehuwd met
Arend Bruijn. Haar dochter Maartje woonde op 'de
Blauwhoef (nr 8).
nr 10 Floris Twisk, 54 j., boer. met zijn vrouw Maartje Bakkum.
hun zoon Cornelis Twisk en de werkmeid Maartje Mains
Bakkum.
nr 11 Job de Zeeuw, geboren in Egmond aan Zee. 30 j., schelpen
visser, met zijn vrouw Marijtje Stuifbergen en hun pasgebo
ren kind.
nr 12 Jacob Stuifbergen, 75 j.. boer. met zijn vrouw Dieuwertje
Mente, hun zoon Klaas, schelpenvisser, en dochter Wille-
mijntje.
nr 13 Cornelis Molenaar, geboren in Velsen, 42 j., boer, met zijn
vrouw Neeltje Keele, met haar kinderen Gerrit, Jannetje en
Petronella Kuijs uit haar eerder huwelijk met Pieter Gerritsz
Kuijs. Ook woonde hier de 18-jarige boerenknecht Jacob Mooij.
nr 14 Gerrit van Velzen, geboren in Zandvoort, 44 j., tapper, met zijn
vrouw Antje Tromp, hun drie kinderen en de 7-jarige Jan Tromp,
nr 15 Jan Tromp, 34 j., boer. woonde met zijn vrouw Maartje van
Bruijnswaart, met hun twee kinderen en het echtpaar Teunis
Bakker, 27 j., boer, en Aagje Kuijs op boerderij Zeeveid.
nr 16 Arie van Weenen. geboren in Velsen, 43 j., boer, met zijn
vrouw Grietje Melker, hun vijf kinderen, de boerenknecht
Hendrik Klijn en de werkmeid Jacoba van Boven,
nr 17 In de grote boerderij 'Noord-Bakkum' woonden drie echt
paren: Jacob Admiraal, geboren in Akersloot, 38 j. met zijn
vrouw Meintje Schoorl met vijf kinderen, de broers Cornelis
en Klaas Zoontjes, beiden arbeider en geboren in Uitgeest
met hun vrouwen respectievelijk Grietje Twisk en Antje
Bakkum. Cornelis Zoontjes woonde hier met 3 kinderen.
Verder woonden in de boerderij Joseph Orij en Gerrit de
Groot als boerenknecht en Niesje van Dam als werkmeid,
nr 18 Neeltje Kuijs, 59 j., boerin, weduwe van Willem Brakenhoff,
woonde op boerderij 'het Pannenhuis' met haar drie vol
wassen en nog ongehuwd zoons Frans (37 jSimon (25 j.)
en Arie (23 j.) en een dochter Aagje (16 j.).
Op de hiernaast afgebeelde kaart zijn de percelen land. wegen, slo
ten, huizen etc. weergegeven zoals ze zijn opgetekend op de oor
spronkelijke minuutplans bij de aanvang van het kadaster in 1832;
met uitzondering van het duingebied ten westen van de Heereweg is
Bakkum in zijn geheel afgebeeld.
Veldnamen in Bakkum
Na de aanleg van dijken in de Middeleeuwen is het landschap door
menselijke ingrepen verder in cultuur gebracht. Er werden onder an
dere kavelsloten gegraven om ervoor te zorgen dat wateroverlast tot
een minimum werd beperkt. Het landschap werd daardoor opgedeeld
in verschillende percelen die in de loop der eeuwen elk een naam
hebben gekregen. Deze 'veld'-namen werden gebruikt in de dage
lijkse omgang, maar werden ook bij de verkoop van percelen door
schout en schepenen in de oude akten vermeld, inclusief de namen
van de eigenaren van de aangrenzende percelen om de plaats van het
verkochte land nader aan te duiden. Enige registratie van percelen
bestond nog niet. Pas na de oprichting van het kadaster werd de ge
meente in secties opgedeeld en kreeg elk perceel een kadasternum
mer. Vanaf 1832 moeten in officiële documenten, hypotheekregis-
ters en testamenten het kadastrale nummer en sectie voor percelen
worden gebruikt en verdwijnen geleidelijk de veldnamen uit de of
ficiële stukken. Tussen de agrariërs onderling wordt in het spraak
gebruik tot op de dag van vandaag nog een aantal veldnamen ge
bruikt.
Om de veldnamen van de percelen van Bakkum te kunnen achter
halen is de oudste notariële akte van eigendomsoverdracht in de ar
chieven opgespoord, die van elk perceel na 1832 heeft plaats ge
vonden. Vervolgens is nagegaan op welke datum (veelal voor 1832)
en voor welke notaris of voor schout of schepenen de verkoper eer
der in het bezit was gekomen en tenslotte zijn de veldnamen uit de
betreffende akte genoteerd. Op deze wijze zijn van de meeste perce
len de veldnamen bekend geworden, zoals ze in de eerste helft van
de 19e eeuw werden gebruikt. In een beperkt aantal gevallen werd
melding gemaakt van het feit dat de eigendomsbewijzen in de oor
log van 1799 verloren zijn gegaan.
In de volgende lijst zijn de perceelsnummers van Bakkum (kadaster
sectie A) opgenomen, waarvan een of meerdere veldnamen in oude
akten zijn gevonden.
3
het Noltje
60
de Panhuiskroft
105
de voorste Pinkeweid
4
het Zuiderschei
62
het Loetje, het Driehoekje
106
het Bergland
5
het Noorderhoog
64
het Noordbakkummer akkertje
107
de Schutterskrogt
7
de Schermerkroft
68
de Groote Krogt
109
de Doornduin
8
het Kroftje
70
Tusschenweegen
110
de Boschweid
10
het Achterland met de nollen
71
de Weleweid
111
het Matthiesenboschje
11
de Lagerkroft
72
de Pol la
112
het Bakkummerbosch
20
het Zuiderhoog
81
In de Morsch
113
de Boschweiden van Henneman
26
het Hoog bij het huis
85
de Morsch
114
het Paardeland
28
idem
88
de Groote Morsch
115
het Mat
30
het Kalverkroftje
89
de Staalkamp
116
Cornelis Louwerse, de kleine en
43
de Noltjes
90
de Kleine Morsch
de grote Boschweid van Rommel
45
idem
93
de Krogt
117
het laage Land
49
de Hooge Kroft
94
de Groene Morsch
118
de Kamp
50
de Kroft en het Hoogje
97
de achterste Pinkeweid
120
de Konkel
53
het Weidje aan het Zuiderdijkje
100
het achterste Weidje
122
de Kwaven (Quaven, Kwade Ven)
54
het Teeuwisweidje
101
het Kampje
123
idem
56
de Hoogeweid
102
de Madenweg
124
het Horntje
58
de Kroft bij het gat
103
de tweede Droneweid
125
de Schinjert
59
de Kroft bij het Pannenhuis
104
de eerste Droneweid
126
de halve Schinjert
25