Boerderij 'De Blauwhoefaan de Achterlaan. Deze
boerderij is in 1925 afgebrokenop dezelfde plaats
is een nieuwe gebouwd. Op de foto Klaas
Stuifbergen en Wilhelmina Duijn met v.l.n.r. hun
kinderen Trien, Co, Piet en Jaap.
het Zuiderdijkje, het Teeuwisweidje en de
Hoogeweid. Bij de verkoop kan Gerrit de ei
gendomsbewijzen niet tonen, omdat ze in de
oorlog van de Frans-Bataafse troepen tegen
de Engels-Russische troepen in 1799 verlo
ren zouden zijn geraakt. In 1840 verkoopt hij
twee percelen weiland, in 1834 het perceel
bosland, genaamd 'Tijdverdrijf'. De reste
rende percelen worden na het overlijden van
Gerrit Apeldoorn en diens echtgenote
Petronella de Waard bij een boedelscheiding
in 1868 verdeeld.
de Groote en de Kleine Morsch en een bosje genaamd
'Doornduin'. De erfgenamen van Sandenberg Mathiessen ver
kopen deze bezittingen in 1856 onder andere aan Jan Schotvanger
uit Castricuni.
4. De weduwe Cornelis ChristoffeI van Akerlaken was in 1832
eigenaresse van de boerderij 'De Blauwhoef aan de Achterlaan
met een in de nabijheid gelegen aantal percelen weiland, bouw
land of bosland. De percelen weiland droegen de namen: de
Bogaardsweid. de Oostven. de Horsthet Oude Land. de Weidjes,
de Biezenweid. de Kwaven, de Hoorns, het Duinweidje. het
Kleine Duinweidje en het Wouterland (in sectie B). De perce
len bouwland droegen de namen: het Voorhoogje. de Savert, de
Oude Tuin. de Schinjert, de Duinkroftjes, het Duinkroftje en de
Duinkroft. De percelen bos heetten Vinkebaan, de Kouzenband
(in sectie B), de Wildernis en Cornelis Louwerse.
De familie Van Akerlaken was een regentenfamilie uit Hoorn.
Cornelis Christoffel van Akerlaken leefde in Hoorn van 1752
tot 1800 en was aldaar burgemeester en bewindhebber van de
Oost-Indische Compagnie. Hoogstwaarschijnlijk hebben de ge
noemde bezittingen meerdere eeuwen aan het machtige
Alkmaarse geslacht Van Foreest toebehoord en zijn door ver
erving aan Petronella Brigitte van Foreest toegekomen, de moe
der van Cornelis Christoffel van Akerlaken. Diens echtgenote
Elisabeth Stoel is in 1834 in Hoom overleden. Kort na haar over
lijden werden de bezittingen in Bakkum in een openbare ver
koping in De Rustende Jager in tegenwoordigheid van burge
meester Pieter Kieft verkocht. De vele percelen land kregen
nieuwe eigenaren, voor het merendeel uit onze gemeente. Door
makelaar Jan Kros werden in opdracht van koning Willem 1 de
percelen bouwland ten zuiden van de Haagsche weg gekocht,
alsmede het weiland Wouterland en het bosland Kouzeband. die
beide even buiten Bakkum vielen (direct ten zuiden van de grens-
sloot). De percelen bosland 'de Wildernis' en 'Cornelis
Louwerse' bleven in de familie Van Akerlaken en werden ge
kocht door mr. Pieter van Akerlaken, lid van de Staten van
Holland en advocaat te Hoorn.
5. Gerrit Apeldoorn heeft vele percelen land, vooral in Noord-
Bakkum. Hij is veehouder, woont in Egmond-Binnen en heeft
ook in die gemeente veel land. Zijn bezittingen in Bakkum heeft
hij verworven als enige erfgenaam van zijn vader Arend
Apeldoorn. Deze Arend Apeldoorn komt oorspronkelijk van
Bakkum en is de stamvader van het geslacht Apeldoorn uit
Egmond en omgeving. In 1837 verkoopt Gerrit enkele percelen
weiland met de namen: de Weleweid. de Polla. het weidje aan
6. Neeltje Kuijs, weduwe van Willem Brakenhoff, is in 1827 na
het overlijden van haar man de eigenaresse geworden van de
boerderij 'het Pannenhuis' en een aantal percelen weiland. In
het I Ie jaarboekje is als onderdeel van de stamboom van de fa
milie Brakenhoff de inventarisatie van de roerende en onroe
rende goederen gepubliceerd, onder andere percelen weiland in
Zuid-Bakkum genaamd: de Rijn, de Oude Ven en het Seelrietje.
De boerderij staat in Noord-Bakkum aan de Limmerweg ca. 500
meter vanaf de Zanddijk. Willem Brakenhoff had deze bezit
tingen samen met Sijmen Duinmaijer in 1798 gekocht van Klaas
Jansz Duijn. In 1806 neemt Willem Brakenhoff het aandeel in
het bezit van Sijmen Duinmaijer over. In 1842 worden de be
zittingen door de erfgenamen verkocht aan Jan Kraakman, ge
huwd met Willems dochter Aagje Brakenhoff.
7. De erven van Wouter Maartensz Admiraal en Antje Seltuif
zijn in 1832 de eigenaren van 21 hectare land in Bakkum. Wouter
woonde bij zijn overlijden in Limmen en had daar heel veel land
in bezit. Zijn bezittingen zijn in 1851 over de erfgenamen ver
deeld. Het bezit in Bakkum ging naar de zoon Teeuwis Admiraal,
veehouder en wonende in Limmen.
8. Gijsje Jansdochter Hage was sinds 1827 weduwe van Pieter
Morsch en woonde op boerderij 'Starrenburg' (zie ook het 10e
jaarboekje: Boerderij Starrenburg en haar bewoners). In 1832
heeft zij in totaal aan percelen land een oppervlakte van ruim
21 hectaren en boerderij Starrenburg in bezit. Pieter Morsch was
eigenaar geworden bij aankopen in 1817 en later. Veldnamen
van haar percelen, voornamelijk weiland, zijn: de Hugten. de
Kampjes, de Gooren, de Lageven, de (Zuid)Dijk, de Hoogeweid,
het weidje van Samson, de Lageweid, het Voorhoogje, de Savert.
het Groote Weer, de Akkers aan den Weg en het
Munnikkenweidje. In het jaar 1832 overlijdt Gijsje Hagen op
65-jarige leeftijd. Erfgenamen zijn haar drie dochters uit haar
eerste huwelijk met Arend Bruin. Klaas Stet, gehuwd met doch
ter en mede-erfgename Neeltje Bruin, neemt in datzelfde jaar
het erfdeel van de twee andere dochters over en verwerft daar
mee het gehele bezit van Gijsje Hagen.
9. Cornelis Molenaar had in 1832 bijna 16 hectare. Hij woonde
met zijn vrouw Neeltje Keele op een boerderij aan en ten oos
ten van de Heereweg, even ten noorden van de Bleumerweg.
Deze boerderij is reeds lang geleden gesloopt. De percelen land
heetten onder andere de Hooge en de Groote Schinjer, het
Achtermeetje, de Hanekamp, de Oude Ven, het Groote en het
Kleine Weer en het Wijkerweidje. De boerderij viel qua groot-
22