do', maar het was wel passen en meten gezien de beperkte moge lijkheden die zij hadden. Wie waren aangesteld tot armenvoogd en over welke periode? In de 18e eeuw waren de armenvoogden: Vrolijck. Jan Maijnsz Walenburg, Jacob Knaap, Dirck Aalbertsz Maijnse, Pieter Tromp. Jan Jacobsz Schuijt, Claas Jansz Knaap, Maarten Cornelisse, Jan Schuijt, Willem Brouwer, Dirk Til van. Klaas Knaap. Jacob Maartensz Admiraal, Willem Jager, de Jan Bruinswaard van. Jan Admiraal, Maarten Boven van. Jan Wagemeester, Klaas Admiraal. Jan Duijn, Klaas Jansz Twisk, Floris Jansz Duijnmaijer, Sijmen Brakenhoff, Willem De verponding 1728 - 1728 - 1736 - 1736 - 1745 - 1750- 1755 - 1755- 1758 - 1762 - 1774 - 1774 - 1778 - 1778 - 1779 - 1781 - 1781 - 1782 - 1784- 1787 - 1782 - 1794- 1792 - 1794 - 1736 1736 1755 1745, 1750- 1755 1755 1755, 1762- 1768 1762, 1782- 1784 1758 1762 1774 1778, 1779- 1781 1778 1779 1779 1781, 1783 - 1784 1782 1782 1784, 1791 - 1794 1791 1791 1787, 1791 - 1792, 1805 1794 1805 Er moest ook belasting of contributie betaald worden. Voor de in ning ervan was de pondgaarder aangesteld. Landerijen waren voor de verponding in een viertal categorieën ver deeld. waarbij de hoogste categorie 4 gulden, 6 stuivers en 5 pen ningen (4.6.5) per morgen moest opbrengen, aflopend naar 3.4.5, 2.3.5 en 1.3.5. Per jaar betaalde Bakkum in deze tijd ca. 500 gulden aan verponding. In de verpondingslegger van Bakkum is het grondbezit vanaf 1793 vastgelegd en daarbij komen behalve de eigenaren zoals Sijmen Duijnmaijer, Willem Brakenhoff. Jan van Boven, Klaas Duijn. Jacob Stuifbergen, Jan Florisz Twisk, Pieter Gerritsz Kuijs, Jan van Bruijnswaard, Cornelis Breedveld en Gerrit Arendsz Apeldoorn, ook de veldnamen van de stukken land voor, zoals: De Agter Mosch, het Heitje, de Crogt van Pieter Bruijne, het Campje van Huibert Jansse, De Dorenduin, het Buktje. de korte Pollen, de Pollen, de Memorie Camp. Het Seelriet, de Rijm, het Almoesackertje aan de Lage weg, het Almoesackertje en de Staalcamp, maar er zijn er nog veel meer genoemd. Daarnaast waren er de betalingen voor het dijkonderhoud, waarvan de lasten veelal verdeeld werden over de verschillende dorpen. Voor de St.-Aagtendijk, die liep van Beverwijk, waarde 'Sint-Aechtenkerck' stond, naar Krommenie, waren de beschermde landen op een kaart van het schuldpliehtig gebied vastgelegd en werd het totaalbedrag van de jaarlasten omgeslagen over 381 morgen en 630 roeden, ge baseerd op een contributie van 10 stuivers per morgen. Voor 1778 was het een bedrag van 190 gulden. 17 stuivers en 14 penningen. Ook voor de Hondsbosche diende contributie betaald te worden op basis van dezelfde 381 morgen en 630 roeden, tegen 15 stuivers per morgen. Voor 1778 moest daarom 286 guldens. 6 stuivers en 8 pen ningen betaald worden. Later, in 1792, werd de contributie verhoogd naar 24 stuivers per morgen. Mr. Joachim Nuhout van der Veen, in 1777 benoemd tot schout van Bakkum en Castricum, was vanaf 1778 de ontvanger van beide con tributies. Hij sloot ook de jaarrekeningen af. die daarna werden ge accordeerd door schepenen en ingelanden op het Raadhuis van Bakkum. In 1792 werden de rekeningen getekend door Simon Duijnmaijer, Klaas van Bruijnswaard, Klaas Duijn. Klaas Wage meester. Jan Twisk en Joachim Nuhout van der Veen. Jacob Stuifbergen tekende met een kruisje, omdat hij niet kon schrijven. Slotwoord In het algemeen kan geconcludeerd worden dat de bewoners in Zuid en Noord-Bakkum een rustig leven leidden en een redelijk maar soms wel karig bestaan hadden. Uit de beschikbare bronnen komt naar vo ren dat de inkomsten en uitgaven van de gemeente Bakkum in de loop van de eeuw wel toenamen, evenals die van de Armenzorg, maar dat een verwachte sterke stijging van de uitgaven aan het eind van de eeuw mede ten gevolge van de komst van de Bataafse Republiek is uitgebleven. Bij decreet van Napoleon van 21 oktober 1811 wordt Bakkum, om dat het als zelfstandige gemeente geen bestaansrecht meer heeft, ge voegd bij de gemeente Castricum. Tonny Sminia Piet Blom Bronnen: Archief Baccum. aanwezig op het Regionaal Archief Alkmaar. Baars, F, De strijd tegen het water, 9e Jaarboekje Werkgroep Oud- Castrieum, 1986. Blonk. Dirk. Wijst. Johanna van der. Hollandia Comitatus, een kaart- bibliografie van Holland. Utrecht, 2000. Danner, H.S. e.adie water keert, 800 jaar regionale dijkzorg in Hollands Noorderkwartier, Wormerveer 1994. Deelen, D. van. Historie van Castricum en Bakkum. Schoorl 1973. Hespe. W„ Arm en Rijk in Castricum in de 18e eeuw, 20e Jaarboekje Werkgroep Oud-Castricum, 1997. Hespe, W., Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap in Castricum, 22e Jaarboekje Werkgroep Oud-Castricum, 1999. Jelles, Ir J.G.G. Geschiedenis van beheer en gebruik van het Noordhollands Duinreservaat. Arnhem, 1968. Lambooij. Herman, Getekend land, Nieuwe beelden van Hollands Noorderkwartier. Alkmaar. 1987. Mooij, Ernst, Midden-Kennemerland rond het jaar 1000, 23e Jaarboekje Werkgroep Oud-Castricum, 2000. Scholtens, Mr H.J.J., Uit het verleden van Midden-Kennemerland. Den Haag. 1947. Westenberg, J., Kennemer dijkgeschiedenis, Amsterdam-Londen 1974. Zuurbier, S.P.A.. De Heerlijkheid Bakkum en zijn ambachtsheren, 3e Jaarboekje Werkgroep Oud-Castricum, 1980. 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2002 | | pagina 19