Kermis in Bakkum 80, anonieme incunabel. Koninklijke Bibliotheek, 'sGravenhage. 8 Jan van Leyden. Kronyk van Egmond (of Jaarboeken der vor stelijke Abten van E.), uit het latijn vertaald door Kornelis van Herk. 1739. 9 Cornelius Aurelius, Die Cronyke van Hollandt, Zeelandt en Vriesland... met die cronike der biscoppen van Utrecht. 1517 (de zgn. Divisiekroniek). 10 Johannes de Beka en Wilhelmus Heda, de Episcopis Untraiectinis, 1643. Johannes de Beka, Historia veterum epis- coporum uitrajectinae sedis.et comitum Hollandiae explica- ta...et Historia episcoporum trajectensium Wilhelmi Hedae, 1612. 11 AHovaeus, Historie van de Edele Wel-Geboorne Heeren ende Graven van Egmond als oock, de Lijste ende korte Historie van de Abten van Egmond, uit het Latijn vertaald door P.C. Bokkenbergh, 1664. 12 Andries Schoemaker, Korte beschrijving van steden, dorpen, herenhuizen etc. van West-Friesland, Kennemerland en Amstelland enz. met afbeeldingen, i.c. fol. 28r. 1733. 13 Claas Bruin, Noordhollandsche Arcadia, 1732. 14 W.J. Hofdijk. Kronyk der Kennemer Vrijbuiters. 1872. 15 Rijksarchief te Haarlem, Fonds Abdij van Egmond, inv. 72. 16 P.M. Grijpink, Fundatie eener Capel binnen de parochie Egmond in het dorp Bachem (Baccum), 1351BBH 30, 1906; 311908. Over de 'translatio' (overbrenging) van het patronaatsfeest in 1554: Grijpink in BBH 39, 1920 (bl. 161en K. Heeringa, Rekeningen van het Bisdom Utrecht 1378 - 1573, 1932, dl 2 (bl. 216). Q. de Ruijter W.Jzn., Schippers van het Stet. Vertellingen en herinneringen uit Castricum en Bakkum, 1974. 18 Regionaal Archief te Alkmaar, Archief van de Pancratius- parochie Castricum. We kunnen ervan uitgaan dat in de 15e eeuw iedere stad of dorp en zelfs elk gehucht zijn kermis had, mits er een ka pel met een altaar was waar het feest op plechtige wijze een aanvang kon nemen. In Bakkum kwam de pastoor van Egmond de zondag na Kruisverheffingsfeest (de derde week van september) om in de dorpskapel de kerkmis op te dragen. Het zal er voller zijn geweest dan gewoonlijk, want over de Heereweg waren er nu ook bezoekers gekomen uit Egmond en Castricum. Over de Zanddijk kwamen mensen uit Limrnen en Heiloo. In onze verbeelding zien we voor de herberg, schuin tegenover de kapel, enkele stalletjes met koopwaar. Want kermis is ook jaarmarkt! Kooplieden van heinde en ver hadden zich langs de weg geïnstalleerd. Daarnaast had een koorddanseres haar stellage opgebouwd. Twee of drie tenten boden onderdak aan artiesten: een goochelaar, drie leden van de Rederijkerskamer van Alkmaar, een vuurvreter, een waarzegster en een man met een beer. Tussen de menigte mengden zich kwakzalvers, bedelaars en oplichters. In de herberg lagen fusten vol bier. De 'Kerkmis-misse' was geëindigd, in processie kwamen de gelovigen naar buiten en liepen plechtig achter de hos tie en de heiligenbeelden aan. Van verre kon men het klepelen horen van de klok die boven de ingang van de kapel hing. Dit klokgelui vergezelde de godsdienstige stoet die zingend en biddend langzaam voortschreed. De processie eenmaal ten einde, begonnen de muzikanten op hun trompetten, vedels, draailieren en trommels te spelen. De zon scheen, de mensen dansten. De pastoor en de schout trakteerden zichzelf op een wijntje, of zelfs twee, alvorens naar huis te gaan, de pastoor naar Egmond en de schout naar de grote boerderij van rode steen, op nog geen honderd me ter van de kapel. Mannen en vrouwen maakten plezier en lieten zich bedotten door de artiesten en kwakzalvers. Men bedronk zich en het bier verhitte de feestvierders. Steeds woester werd het feestgedruis. Pas op voor knokpartijen! De rakkers (assistenten van de schout) en een veldwachter van de baljuw, uit Egmond, hielden een oogje in het zeil. Te paard gingen de mannen ringsteken op de Heereweg. Even verderop, aan de andere kant van de weg vermaakt het volk zich met "ganstrekken", zittend in een karretje waar een paard voor draafde. Een gans spartelde, hangend aan een touw, de kop omlaag, de hals ingesmeerd met groene zeep. Degene die erin slaagde de gans van het touw te trekken, met of zonder hals, won een prijs. Kermiskoning werd de schutter die met pijl en boog een losgelaten fazant wist neer te leg gen. Alle prijzen werden in bier uitgekeerd, inbegrepen die voor de winnaar van het katknuppelen. Winnaar was hij door wiens worp (men wierp vier knuppels achter elkaar) een opgehangen ton openbrak en de kat die erin zat kon dan, zo goed en zo kwaad als het ging, ontsnappen. De mannen voelden zich opgehitst door de vrouwen, er werd in het openbaar gezoend. Het meisje dat een kermiskoek aanpakte van één of andere jongeman, kon zeker zijn van een avontuurtje. Het was feest voor het volk. Twee, drie dagen per jaar waande de menigte zich vrij. Oh, wat een schone illusie

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2002 | | pagina 13