E\A S HOF
OEN EERSTESTEEN
IS CEEECö DOOR
0 aloèrin.ïiOpiiii
S 7'l
Verdere geschiedenis van de kapel
Dat de Bakkumse kapel in het jaar 1554 nog in goede staat was,blijkt
uit de overbrenging van het jaarlijkse feest van de wijding - gewoonlijk
op de zondag na Kruisverheffing (14 september dus) gevierd - naar
de eerste zondag na 1 november216. De officiële mededeling hiervan
sprak overigens niet van een 'Corneliuskapel' noch van een
'Cunerakapel'maar in het Latijn van 'capella de Baccum'dus een
voudig de kapel van Bakkum. In de volgende jaren 1560 en 1570
werd de kapel meermalen beschadigd door troepen van de Geuzen,
een periode waarin ook de Abdij van Egntond en het slot op den Hoef
ten onder gingen. In 1576 was de kapel verlaten en in het begin van
de 17e eeuw werd zij ingericht als 'regthuys' voor bestuur en recht
spraak door schout en schepenen en tevens als schooltje. Tot in de
Franse tijd. in 1812, heeft het als zodanig dienst gedaan. Nadien werd
het gebouw nog geruime tijd door de gemeente als woonhuis ver
huurd. Op 29 januari 1873 werd het voormalige raadhuis met erf door
de gemeenteraad van Castricum openbaar verkocht. Dirk Bruin, wo
nende in Castricum, werd de nieuwe eigenaar voor een bedrag van
606,-.
Omstreeks 1870 werd het bouwvallige woonhuis aan de Heereweg
afgebroken. Stenen ervan werden gebruikt voor de bouw, aan de
Achterlaan, van een rentenierswoning, 'Eva's Hof" genaamd4'17. Ruim
honderd jaar later werd ook deze woning weer afgebroken en nu wer
den de oude stenen van de oorspronkelijke kapel gebruikt bij de bouw
van een modern landhuis, aan de Achterlaan, op een perceel naast
dat van het vroegere 'regthuys' aan de Heereweg. De ouderdom van
deze stenen werd ingeschat door de archeoloog E.H.P. Cordfunke,
emeritus hoogleraar chemie der Universiteit van Amsterdam.
Zijn verslag, gedateerd 22 mei 2000, luidde:
"De stenen van de tot woonhuis verbouwde Cunerakapel te Bakkum
werden na afbraak van het huis gebruikt om een nieuwe woning te
bouwen. Dit huis werd eveneens afgebroken voor de bouw van een
modern landhuis. De eigenaar ervan heeft de stenen van het afge
broken huis - die dus van de Cunerakapel afkomstig zijn - laten
schoonbikken en gebruikt om ermee in zijn huis een open haard te
metselenHet steenformaat blijkt zeer uniform te zijn: de afmetingen
22 x 5 x 10'/: cm komen zonder uitzondering voor. Dit formaat is ka
rakteristiek voor het begin van de I5e eeuw.
De naam 'Cunerakapel'
Noch in de stichtingsoorkonde van 1351, noch in de inwijdingsakte
van 1439 is sprake van de naam Cunera. Het gebruik van de naam
berust op een niet geïdentificeerde, aan de Castricumse pastoor
Nicolaas Bommer (1777-1808) toegeschreven aantekening dat
Bakkum sinds 1351 een kapel bezat "welke door graaf Willem V uit
dankbaarheid werd gesticht en aan St. Cunera was toegewijd"
Maar dit zijn de woorden van de schrijver (Van der Loos), niet van
pastoor Bommer! Deze gaf in zijn "Korte beschrijving van de slag
bij Castricum" 1799) onder meer een opsomming van de vernielin
gen en diefstallen, door de Franse troepen gepleegd, waaronder "De
Klok van 't Raad-huijs te Baccum. Eertijds de Capel van Sinte Cunera
v m (Latijn: vi et manu: gewelddadig en met blote handen) weg-
genoomen en gestoolen"ls.
In de late Middeleeuwen was Cunera een heilige die in de gebieden
Utrecht en Noord-Holland veelvuldig vereerd werd. De boeren smeek
ten haar hulp af bij ziekte van het vee of als ze zelf last hadden van
hoest of keelpijn. Het Cunera-feest werd op 7 of 12 juni gevierd (dag
harer verheffing), of op 28 oktober (die van haar gewelddadige dood).
Het is een feit dat de machtige heren van Egmond. baljuwen van
Bakkum, sinds 1431 onder de heerschappij van Philips de Goede,
zich erop beroemden afstammelingen te zijn van Radboud, koning
van Friesland en beschermheer van Cunera. Volgens de legende zou
Radboud haar uit de handen van de Hunnen hebben gered. Het kas
teel van Radboud stond in of bij Rhenen, wel te onderscheiden van
het kasteel te Medemblik van de evenzeer legendarische Friese ko
ning Radboud uit de tijd van Willibrord (±700). Omdat zij goed was
voor de armen, werd Cunera geliefd bij het volk. Uit jaloezie zou de
wettige echtgenote van de koning.de koningin van Friesland, Cunera
hebben laten wurgen. Relikwieën van de heilige werden bewaard in
de Abdij van Egmond.
Daarentegen verklaart de consacrerend bisschop in de inwijdings
akte van 1439 dat hij het altaar van de kapel in Bakkum onder be
scherming heeft geplaatst van Cornelius en drie andere heiligen. Het
feest van St.-Cornelius werd op 14 september gevierd, de dag van
het Kruisverheffingsfeest. Opmerkelijk punt: de heilige Cornelius
werd aangeroepen voor dezelfde kwalen als Sint-Cunera. De kerk
geschiedenis leert ons dat soms de ene heilige kon worden vervan
gen door een andere die meer geliefd was of beter bekend. We heb
ben hiervoor vermeld dat in het jaar 1554 op gezag van de bisschop
van Utrecht (George van Egmond. een oom van graaf Lamoraal van
Egmond, 6e ambachtsheer van Bakkum 1541 - 1568!) zonder nade
re uitleg, het inwijdingsfeest van de kapel van Bakkum werd verzet
van de eerste zondag van het Kruisverheffingsfeest naar de eerste
zondag na Allerheiligen 1 november). Als de kapel werkelijk onder
bescherming werd gesteld van de gevierde en zeer hooggeachte mar
telares, een persoon die zowel door het volk als door de adel werd
vereerd, dan moet dat officieel hebben plaatsgevonden in genoemd
kerkelijk jaar. Zodoende zou de verandering van de naam Cornelius
in Cunera ten grondslag kunnen liggen aan de (dubieuze) moderne,
regionale geschiedschrijving die zegt dat de kapel van Bakkum aan
Cunera was gewijd.
Chris ten Raa
Noten:
1 J.C. van der Loos, Meeningsgeschil omtrent het geestelijk rechts
gebied over Baccum en Wimmenum, Bijdragen voor de ge
schiedenis van het Bisdom Haarlem (BBH),43, 1925.
D. van Deelen, Historie van Castricum en Bakkum, Schoorl,
1981.
S. de Jong (red.), Op zoek naar Castricum 's Verleden, Schoorl
1992.
4 N.A. Kaan, De gemeente Castricum en haar raadhuizen, 5e
Jaarboekje Stichting Werkgroep Oud- Castricum, 1982.
5 Th.H.F. van Riemsdijk, De Tresorie der Kanselarij van de
Graven van Holland en Zeeland uit het Henegouwse en
Bourgondische Huis, 1908.
6 Rijksarchief te Haarlem. Archief van Spanbroek, inventaris bl. I
7 Chronicon sive Gesta Abbatum Monast. de Egmond, 85 fol. in
12