frpj REGISTER Hollandse kusten langs de Noordzee. Waddenzee en Zuiderzee in meer dere ressorten of wel gebieden was verdeeld. Dit waren officieel tien ressorten en wel met name Haarlem, de Noorderstranden. Den Helder. Texel. Vlieland. Terschelling. Urk en de heerlijkheden Petten. Callantsoog en Bergen. Toentertijd hoorden de eilanden Vlieland. Terschelling en Urk nog bij de provincie Noord-Holland. De genoemde heerlijkheden vormden elk een eigen ressort, omdat aldaar de am bachtsheer nog rechten uitoefende op de strandvonderij. In een ressort was het beheer van de strandvonderij aan een opper- strandvonder opgedragen. Deze functionaris had veelal een zeer groot kustgebied onder zijn beheer en delegeerde daarom het plaatselijke beheer aan substituut-strandvonders die aangesteld werden door de gouverneur (commissaris van de Koning) op voordracht van de op- per-strandvonder. Bij het in functie treden moest voor de gouverneur de eed worden af gelegd: "Dat zij met den meesten trouw, ijver en nauwgezetheid de belangen der regthebbenden op de in hun ressort aangebragt of aan gespoelde strandgoederen zullen behartigen". De opper- en substituut-strandvonders moesten voor een ieder op het strand goed herkenbaar zijn. Zij moesten tijdens dienst een koperen plaatje dragen met het woord 'Strandvonderij' daarop gegraveerd en moesten om de linkerarm een brede rode band of lint dragen. Aan weerszijden van het koperen plaatje moeten de letters O en S of S en S zo groot en duidelijk mogelijk met wit geplaatst zijn. In hun in structie staat onder andere vermeld dat de strandvonder verplicht is om vooral bij en na een storm de stranden in hun gebied gade te slaan en er voor te zorgen dat alles behoorlijk wordt geborgen en beheerd. Castricum had aan de zuidzijde te maken met het ressort Haarlem met substituut- strandvonders in Zandvoort. Wijk aan Zee en Muiden. Ten noorden van onze gemeente was het ressort 'de Noorderstranden' met als opper-strandvonder Zacheus van Foreest, woonachtig in Alkmaar (werd na zijn overlijden in 1824 opgevolgd door zijn zoon W.D. van Foreest): hij had substituut-strandvonders in Egmond aan Zee, Schoorl, Wieringen en Enkhuizen. Alles wat er in onze gemeente van waarde aanspoelde, viel onder de verantwoordelijkheid van de substituut-strandvonders van Wijk aan Zee of van Egmond aan Zee. Waar precies de grens lag tussen de ressorten van Haarlem en de Noorderstranden, heb ik nergens kunnen achterhalen. Stranding van Zijne Majesteitsschip 'De Wassenaar' in 1827 In een verklaring die op 4 april 1827 voor burgemeester Jan Kars- hoff van Wijk aan Zee en Duin wordt afgelegd, verklaarden de strand- lopers Wouter v.d. Meij. Coendert van Duijn, Gerrit van Eeken en Engel Staten het volgende: "In de nacht tussen 18 en 19 jan. 1.1. bevonden zij zich als de wakers van de strandvonderij, voorzien van hunne sabel en armbanden tus sen Wijk aan Zee en Egmond aan Zee in de nabijheid van de Castricummerweg. Zo nabij middernagt kwamen zij een groep per sonen tegen allen gewapend met stokken, sabels en tenminste een met een snaphaan. Coendert van Duijn gebood hun van het strand te gaan hetwelk zij echter volstandig weigerden met te zeggen dat het strand vrij was. Daarop konden de strandwachters zich niet verder verweren of hun gezag doen gelden en keerden zij terug. Zij konden niemand onderscheiden, daar er die nacht een harde sneeuwjacht was en de kleren daardoor bedekte". De reden dat deze ontmoeting plaatsvond, was de stranding van een schip in de nacht van 16 op 17 januariEr was nogal wat aangespoeld, zodat de autoriteiten waarschijnlijk jutters verwachtten. Over de stranding en de gebeurtenissen van die nacht en de daarop volgende dagen lezen we in de Alkmaarsche Courant van 22 janua ri 1827. Hierin staat een vervolgartikel over de stranding van Zijne Het voorblad van het register van 1852. Majesteitsschip De Wassenaar, waarin melding wordt gemaakt van de moeite en de zorgen welke de burgemeester en de burgers van de stad Alkmaar hebben gegeven om de geredde schepelingen, offi cieren. soldaten, matrozen enz. zonder onderscheid op te nemen en te verzorgen: "De ijverige bereidwilligheid waarmede alle ingezetenen zijn toege schoten om hem in zijne pogingen behulpzaam te zijn en bij te staan". De burgemeester heeft er voor gezorgd dat de schipbreukelingen dro ge kledingstukken werden verstrekt, welke op zijn invitatie door de heren regenten van het correctioneel-gevangenishuis waren verstrekt met bijvoeging van 40 militaire capotten (hoofddeksels), welke door de commandant van het garnizoen waren afgestaan. Dit alles werd onder begeleiding van 2 officieren naar Egmond verzonden, met een invitatie van de secretaris van de heer Gouveneur om de geredden, om het even hoeveel, naar Alkmaar te expediëren, alwaar men al les voor hunne receptie gereed zouden houden". Met de expeditie reis den ook 4 chirurgijns naar Egmond. voorzien van alle nodige midde len en gereedschappen, die zowel voor het redden van drenkelingen als voor het verbinden van gewonden nodig waren. In diezelfde nacht waren in de grote zalen van het Burger Weeshuis Kagchels en Fournituren geplaatst geworden, zodanig dat reeds in de zeer vroe ge morgen van de 17e de lokalen waren verwarmd en altijd warme en voedzame spijzen in gereedheid waren gebracht en gehouden zijn". Tegen de avond van de 17e waren in de hiervoor omschreven loka len ruim 250 geredden bijeen, welke nog niets anders hadden geno ten dan een enkele borrel. Zij werden na aankomst van warme spij zen voorzien "op welk zij met een gretigheid aanvielendaarna kon den zij zich in de door en door verwarmde zalen ter ruste leggen. Aan de zieken werd een afzonderlijke zaal toegewezen met alle mo gelijke medicinale hulp bij de hand. Zwaar geblesseerden, onder an dere een matroos wiens been bij het breken van de mast was gebro ken en die enige dagen zonder hulp had gelegen, werden in het Burger Gasthuis opgenomen en dadelijk geholpen, zodanig dat ook van deze matroos binnen het uur het been was gezet en er nog alle hoop was op herstel. Men heeft voor deze manschappen gezorgd tot zaterdagochtend de 20ste. de burgemeester zorgde ervoor dat de geredden 's morgens brood, kaas en bier kregen en 's middags voedzame spijzen, plus de nodige versnaperingen van tabak enz. In de morgen van de 20sle zijn alle manschappen met 17 wagens - en 3 dekens per wagen - vervoerd naar Haarlem; zij waren allen hoogst tevreden over hun onthaal. De matrozen waren reeds eerder met vaartuigen naar Den Helder ge transporteerd aan boord van de Zeeland." Tot zover het krantenartikel. TER IRSCHRIJYI5G TAff GESTRANDE, AANGESPOELDE, GEVISCIITE EN GEBORGENE GOEDEREN, aan het Strand der gemeente bevattendeSu,e*bladen of -AcA? bladzijden, daargostold iugovolge het voorschrift van art. I der instructietor uitvoering van het Koninklijk besluit van 23 Augustus 1852, Staatsblad Ro. 141op hot beheer der Straudvondery bohoorlyk van het eerste tot hot laat ste blad genummerd eu gewaarmerkt door mij ondergeteekondo Lid van de Gcdcputoerde Staten dor ^roviucio Noord-Holland. Te Haarlem den 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2001 | | pagina 7