Het winkelpand van Klaas Stiemer en Neeltje Stiemer-Vader om
streeks 1954. Het werd in 1936 gebouwd en in 1974 alweer afge
broken.
Neeltje Stiemer-Vader in de deur van Itaar winkel.
Bouw en sloop (nr 6)
De kruidenierswinkel van Piet Vader op nr 13, die in 1952 werd ge
sloopt t.b.v. de Henri Schuijtstraat. kwam reeds ter sprake. Zijn in
1852 in Oudorp geboren vader Klaas, die gehuwd was met Maria
Wempe, was al voor 1900 woonachtig aan de even kant van de
Kramersweg. Riet Vader, de dochter van Piet Vader, weet er meer
over te vertellen: "Mijn opa Klaas Vader kocht in 1895 het huis met
het latere nr 6. Hij woonde daar met zijn vrouw en drie kinderen,
mijn vader Piet, Cor en Neeltje. In een gedeelte van het huis werden
wat kruidenierswaren verkocht maar voornamelijk snoep. Een zuur
bal kostte een cent. In 1936 werd dit huis afgebroken en daarvoor in
de plaats werd een winkelpand gebouwd voor mijn tante NeeltjeOpa
en tante woonden toen tijdelijk bij ons in. Oom Cor was naar elders
verhuisd. Mijn opa overleed al spoedig, maar heeft de tekening van
de nieuwe winkel nog gezien. Neeltje verkocht in de nieuwe winkel
lingerie en textiel. In 1938 trouwde ze met Klaas Stiemer, bedden
maker van beroep. Toen Neeltje in 1967 stierf, werd de zaak door
Stiemer voortgezet als 'beddenpaleis'maar daar kwam een einde
aan toen het pand werd afgebroken om plaats te maken voor een
nieuw winkelpand waarin een schoenenwinkel kwam. Eerst van Piet
van de Put en daarna van Antoon Hurkmans."
Van de Put betrok het nieuwe pand in 1974. na sinds 10 jaar op nr 8
(zie hierna) gevestigd te zijn geweest. In 1978 nam Antoon Hurkmans
de winkel over. Hij had het schoenenvak van niemand vreemd, want
zijn vader en later zijn broer hadden meer dan 50 jaar een schoen
makerij aan de Overtoom. Hurkmans Schoenmode is nog steeds in
de Burgemeester Mooijstraat gevestigd.
Nog een kruidenierswinkel (nr 8)
Het pand. zoals het aangegeven staat op de plattegrond, werd ge
bouwd in 1907, waarschijnlijk op een open plek. want er zijn geen
gegevens dat daar al eerder een huis stond. Eigenaar was de in 1873
geboren Lambert Stuifbergen, die daar een kruidenierszaak begon.
Daarvoor had hij overigens al een kruidenierszaak 'de Kleine Winst"
op de hoek Ruiterweg/Mient. Lambert trouwde in 1897 met Jansje
van den Berg. Het gezin telde zeven opgroeiende kinderen, waarvan
de in 1906 geboren Lambertus de kruidenierswinkel na de oorlog
voortzette. In 1958 werd het pand gesloopt en liet Quirinus Schram
er een nieuw woon- en winkelhuis bouwen. Hij exploiteerde daar tot
1964 een schildersbedrijf, waarbij hij ook een achtergelegen schuur
benutte die niet was gesloopt. In de winkel vestigde zich in 1964
schoenhandel Van de Put, om in 1974 plaats te maken voor Van
Vuuren Mode die de onderpui liet verbouwen. Vanaf 1980 was er
geruime tijd servieshandel Zwemmer gevestigd en thans treffen we
er Lisa Mode.
Sonnevanck en de tuin van kapitein Rommel (nr 10)
Ongeveer gelijktijdig met het hiervoor besproken pand. in 1906. liet
de makelaar en industrieel Johannes Rommel de riante villa
Sonnevanck bouwen, die met zijn tuin lange tijd beeldbepalend voor
de Burgemeester Mooijstraat is geweest. Kadastrale gegevens noe
men reeds in 1830 de grootvader van Johannes. Bartholomeus
Rommel, eigenaar van De Rustende Jager en grootgrondbezitter, als
eigenaar van het stuk bouwland aan de Kramersweg, waarop later
Sonnevanck is gebouwd. Een huizenlijst uit 1895 geeft een sterke
aanwijzing dat Johannes Rommel daar, reeds voordat Sonnevanck
werd gebouwd, een huis bezat. Na de dood van Johannes in 1932
werd zijn vrouw Antje Vis, met wie hij in 1914 getrouwd was. de ei
genaresse van de villa en de bijbehorende tuin. Antje Vis was eerder
gehuwd geweest met een broer van Johannes. de in 1912 overleden
Jacobus Rommel, uit wiens huwelijk in 1889 een zoon Albert was
geboren, die later grote bekendheid in het dorp kreeg als kapitein
Rommel. Deze Ab Rommel woonde, als hij niet op zee was, aan
vankelijk in bij zijn moeder en stiefvader. Later woonde hij met zijn
tweede vrouw in een huis dat in 1951 in de tuin was bijgebouwd als
pompgebouw en dagverblijf en dat bekend werd als 'Achter
Bornholm"De extraverte Ab Rommel trad naar buiten toe op als de
eigenaar van Sonnevanck en hield zich dan ook intensief bezig met
de inrichting van de grote tuin. zoals de aanleg van een vijver, het
kweken van vis en zelfs met plannen voor het kweken van forellen.
In werkelijkheid was Ab Rommel pas na de dood van zijn moeder in
1957 eigenaar van Sonnevanck en de tuin en dat slechts voor een kor
te tijd, want hij overleed zelf in 1958. waarna alles werd verkocht
aan de reeds in de Burgemeester Mooijstraat gevestigde schoenhan
delaar Hein Groot. Oudere Castricummers herinneren zich Sonnevanck
nog als een prachtig huis. maar niettemin werd het als bouwvallig
beoordeeld en liet Hein Groot het slopen om er een dubbel winkel-
63