Een foto daterend van vóór 1908 van Piet Lute en familie voor het café aan de Kramersweg dat daarna werd voortgezet door Thijs Olgers en in 1926 plaats maakte voor een dubbel, winkelpand (nr 17). schreven. Olgers komt uit de geschiedschrijving naar voren als een zeer ondernemende, maar ook rusteloze figuur. Hij breidde het pand uit met een woongedeelte en exploiteerde er niet alleen het cafébe drijf, nu met feestzaal, maar ook een winkel in huishoudelijke arti kelen. Verder was hij actief in het transportwezen met autobusdienst 'De Onderneming'o.a. naar het strand, waar hij belangen had in het voor de oorlog bekende hotel- en cafébedrijf Armeria, dat later op last van de bezetter werd gesloopt. Olgers pakte zijn zaken groot aan. Tijdens de kermis bouwde hij ach ter zijn café een danstent met plaats voor wel 500 personen, waar dan een groot Duits orkest walsen en polka's speelde. Niettemin schijnt de zaak op den duur minder te zijn gaan lopen, wellicht door de ge volgen van de eerste wereldoorlog, zoals de distributie van de dage lijkse levensbehoeften, want in 1916 doet Olgers afstand van zijn cafévergunning. Hij begint dan in het pand nog wel een soort uit dragerswinkel met meubels en huishoudelijke artikelen. In archiefstukken wordt hij vanaf 1917 ook genoemd als actief in de beurtvaart met twee boten op de trajecten Wormerveer - Zaandam en Limmen - Amsterdam en een bodedienst met vrachtwagens tussen Amsterdam en Alkmaar. Voordat het pand in 1926 gesloopt werd, hield Olgers nog een openbare verkoping van zijn winkelspullen, wat vol gens de overlevering gepaard ging met muziek en veel tam-tam. Dus ook dat pakte hij groots aan. Daarna verhuisde Olgers met zijn garage en autobussen naar de Rijksstraatweg (nu Dorpsstraat), de vroegere doorrijstal van De Rustende Jager. Als het kermis was in Castricum, kon hij niet nalaten daarachter nog een danstent op te zetten. Na de sloop van het cafébedrijf in 1926 kwam er een dubbel win kelpand voor in de plaats met als eigenaar Coenraad Marjot, die er in 1930 een banketbakkerij begon en het er ruim twintig jaar vol hield. Daarna nam de uit Bussum afkomstige Willem Boske de ban ketbakkerij over onder de benaming 'Boske's Edelgebak', een zaak die lang heeft bestaan, van 1953 tot 1984. Velen zullen zich daarna nog banketbakkerij Hoetjes, 'de roomboterspecialist' herinneren, ter wijl het pand nog niet zo lang geleden door bakker Kees Zoon werd verbouwd tot de lunchroom waarin thans De Roset is gevestigd. Wat de andere helft van het pand betreft was de bestemming eigen lijk vanaf het begin zoals die thans nog is, een kapsalon. Oudere Castricummers zullen zich nog kapper Lajos Horvat herinneren. Zijn wortels lagen, zoals zijn naam aanduidt, in Hongarije. Hij leerde het kappersvak van jongs af aan in de kapsalon van Bertus Stuifbergen (Grote Bertus) aan de Dorpsstraat en begon in 1946 een eigen kap salon aan de Burgemeester Mooijstraat. Het gezin Horvat telde 9 kin deren, waarvan sommige nog in Castricum wonen. Na de periode Horvat probeerden in een kort tijdsbestek drie andere kappers in het pand een zaak op te zetten, echter zonder succes, zodat de uit Beverwijk afkomstige Simon Quax in 1956 te maken kreeg met een vrijwel ver lopen kapperszaak. Hij wist echter wel een goed lopende kappers zaak op te bouwen en begon er ook een parfumeriewinkel. Later stop te Quax met de parfumeriewinkel en verhuurde hij het winkelgedeelte aan andere ondernemers, recent juwelier Dikhoff. Simon Quax was geruime tijd de gewaardeerde organisator van de befaamde braderie in de Burgemeester Mooijstraat. die zich later uitbreidde tot enkele andere straten en uitgroeide tot de grootste braderie in Noord-Holland. Herhaald bouwen en slopen (nr 19) Rond 1910 nam de hiervoor genoemde café-eigenaar Piet Lute met zijn familie een woonhuis in gebruik dat was gelegen naast het café en dat daarvoor werd bewoond door de in 1830 in Uitgeest geboren Daan Rozenbroek. Hij en zijn vrouw Aagje Konijn worden in archiefstukken reeds in 1880 ge noemd als de bewoners. Daan Rozenbroek was kleerma ker en hield zich bovendien met het kweken van bloemen bezig. Ook was hij voorzanger bij de Nederduitsch Hervormde Gemeente in Castricum, waarvoor hij jaarlijks 45 gulden betaald kreeg. Toen dat vanwege de slechte fi nanciële toestand van het kerkgenootschap in 1893 tot 25 gulden werd verlaagd, hield hij dit werk voor gezien. Verder weten we weinig meer van hem, dan dat hij op latere leef tijd slecht ter been was en altijd met een stok liep. Het woonhuis werd, evenals het voornoemde café van Olgers, in 1926 afgebroken. Gerbrand Lute, een zoon van Piet, liet op dezelfde plaats een nieuwe woning bouwen. Hij oefende het beroep uit van melkslijter. Na zijn over lijden in 1938 bleef zijn weduwe Marijtje Duin. die hem twaalf jaar overleefde, in het pand wonen met haar in 1908 geboren zoon Paul, die de melkslijterij voortzette. De wo ning werd in 1968, 42 jaar na de bouw, alweer afgebro ken om plaats te maken voor nieuwbouw t.b.v. makelaar dij Kloes.die in het naastgelegen pand nr 21) uit zijn jas je was geroeid. Van 1972 tot 1980 was het makelaars- Tltijs Olgers (links) en zoon Jan met handkar, gefoto grafeerd omstreeks 1925 in de Burg. Mooijstraat 56

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2001 | | pagina 56