Kustlijn in beweging
O
i; alsof je
Inleiding
In november 2000 kwamen vertegenwoordigers van 182 landen naar
Den Haag voor de Klimaatconferentie. Twee weken intensief on
derhandelen hadden duidelijke afspraken moeten opleveren over de
manier waarop wereldwijd de uitstoot aan broeikasgassen terugge
drongen kon worden. De conferentie leidde niet tot een akkoord, maar
had slechts de partijen 'dichter bij elkaar' gebracht. De teleurstelling
was algemeen.
Ongeveer vanaf de laatste kwart van de 20e eeuw luiden weten
schappers en milieuorganisaties de noodklok over het veranderende
wereldklimaat. Gassen als kooldioxide zorgen voor opwarming van
de aarde. Uitlaatgassen als gevolg van het wereldwijde autogebruik,
de uitstoot van industrieën en het fossiele brandstofgebruik zijn en
kele factoren die het broeikaseffect veroorzaken. Dit kan leiden tot
een desastreuze klimaatverandering. Als het klimaat warmer wordt,
zullen de ijskappen aan de Noord- en Zuidpool afsmelten en een stij
ging van de zeespiegel tot gevolg hebben, waardoor landen te ma
ken krijgen met zware overstromingen.
Het warmer worden van het klimaat en het afsmelten van de ijskap
pen is geen nieuw verschijnsel. Nieuw is dat de mens voor het ver
snelde effect verantwoordelijk wordt gesteld. De verwachting is dat
de komende honderd jaar de zeespiegel met één meter zal stijgen.
Niet alleen het broeikaseffect houdt de gemoederen bezig. Een an
dere discussie is de kustverdediging. De provincies Noord- en Zuid-
Holland bespraken begin december in Den Haag oplossingsmoge
lijkheden om de kusterosie te lijf te gaan.
Een toenemende stijging van de zeespiegel en veranderde stromingen
drukken de kustlijn in oostwaartse richting. Dit is overigens een pro
ces dat al eeuwen gaande is en waarschijnlijk onomkeerbaar. Wel lijkt
dit proces zich door het broeikaseffect te versnellen. Bekend is dat de
duinenrij bij Callantsoog zeer smal is en dat de Hondsbossche Zeewering
allang niet meer aan de kustlijn gelijk ligt. maar vooruitgeschoven is
in zee. Op sommige plaatsen is het strand zo smal (Egmond) en de dui
nenrij door duinafslag zo kwetsbaar geworden (Callantsoog), dat zand-
suppletie (het strand met zand uit zee opspuiten) noodzakelijk is ge
worden. In de praktijk blijkt dit een beperkte, veelal zelfs tijdelijke op
lossing te bieden. Het is een vorm van statische kustverdediging, dat
wil zeggen, dat men daarmee probeert de kustlijn op de huidige plaats
te handhaven. De vraag doet zich nu voor of deze statische kustver
dediging vervangen moet worden door een meer dynamische. Enkele
jaren geleden is al eens geopperd om de huidige Hondsbossche
Zeewering maar aan de zee prijs te geven en de Dromerdijk, die meer
landinwaarts ligt, te versterken. Deze gedachte is niet nieuw. Vroeger
werd bij een dijkdoorbraak wel vaker een inlaagdijk aangelegd, dus
meer landinwaarts, waarbij een stuk voorland opgeofferd werd.
De Ijstijden
In Nederland bestaat de ondergrond grotendeels uit afzettingen (se
dimenten) die gedurende enkele miljoenen jaren door de zee en de
rivieren werden neergelegd. Met die afzettingen werd tegelijk het bo
demreliëf gevormd of later door watererosie of de stuwende werking
van landijs aangebracht. Het zijn vooral de laatste twee ijstijden (het
Saalien en het Weichselien - de laatste duurde van 70.000 tot 10.000
v. Chr. -), evenals de daarmee samenhangende werking van de zee
spiegel, die van invloed zijn geweest op het uiterlijk van het huidige
Verbreiding in Europa van landijs en grote gletsjers gedurende
het Saalien. (Zagwijn 1975)
Verbreiding in Europa van landijs en gletsjers gedurende het
Weichselien. (Zagwijn 1975)
45
begrenzing landijs en
grote gletsjers
zee
6»Q.Q9 0— >ti.Haonni