aar lappen ipen om te e 'stiefels* >r zijn laar- want dan wel te be- doodstraf rnk zo. Het rt niet zom- n, zodat hij voorlicht, i. Een lont- :en plankje l. Eerst een ld worden, t. Maar ook t het strand tan aan het i en vonden van de dui- luin weg en ;n een stuk gezet. Daar te bouwen, t werden de ïwaring ge- chaftkeetje jongens. Zo te uiteraard en.dan was t meer door /erk hebben sn er achter tijn jongens rertelde bij- ;r. Dan gin gen ze in de bomen op stok in plaats van in de ruigte. Ook dat dege ne met het geweer zich in het bos moest ophouden. Een jachtopziener hoorde je niet aankomen, als die over de paden liep. Als de maat dan een pad overstak en de jachtopziener zag dat. dan ging die daar ach teraan. Dan kon de ander zich stilletjes terugtrekken. In 1946 stond er weer een klein houten gebouwtje op het strand. Langzamerhand werd er uitgebreid tot er in de zestiger jaren een flo rissant restaurant met 250 plaatsen stond. Gevaarlijk spul Thijs zette zijn eerste strikken al toen hij acht was. Van lieverlee ver beterde hij zijn uitrusting. Zodoende had hij na de oorlog een vuur- buks, een winchester. Heel mooi spul; je kon hem met één schroef uit elkaar halen. Met de kolf in de ene broekspijp en de loop in de andere kon je lopen. Een van de eerste keren, hij zal het nooit vergeten, was hij met een kameraad de duinen ingegaan en had acht patronen in het geweer ge daan. Hij had maar één schot gelost. Thuisgekomen kwamen er slechts zes patronen uit het magazijn. Zijn maat dacht dat hij zich verteld had. Er konden er twaalf in. dus één meer of minder! Vader Bakker bewonderde het wapen in de keuken. Een van de zwagers stapte de keuken binnen en vader zwaaide met het wapen in zijn richting. Thijs krijgt het ineens op zijn heupen. Hij duwt de loop naar beneden en rukt zijn vader het geweer uit handen. Hij richt in de schoorsteen en drukt af. Er zat inderdaad nog een patroon in de loop. Dat maakte een gat in de schoorsteen, maar niet in familieleden, hoewel het zijn moe der bijna een beroerte bezorgde. Op een kwade dag was de veer van de slagpen gebroken. Met een kameraad toog hij naar Alkmaar. Wapenhandelaar Hollenberg kon de veer wel repareren, maar wilde wel even hun wapenvergunning zien. Die hadden ze niet en ze voelden er niet veel voor de suggestie van de wapenhandelaar op te volgen om een vergunning aan te vra gen. Misschien dacht hij dat Thijs een gaatje in zijn hoofd had. Dan kon hij zichzelf net zo goed zó aangeven. Goede raad was duur; uiteindelijk raadde zijn vader hem aan naar Bedeke te gaan. Nog nooit van gehoord. Zijn vader beschreef hem als de dikste man van Castricum. Hij werkte op de centrale van Duin en Bosch. Wat zijn ogen zagen, konden zijn handen maken. Toen Thijs bij Bedeke aan de deur kwam, werd hem door een jong meis je opengedaan. Zijn kameraad kon wel waarderen wat zijn ogen za gen; Thijs had er geen aandacht voor. hij had de vrouwen afgezwo ren. Geen behoorlijk inkomen en zo vrij als een vogeltje in de lucht. Wat moest hij nou van trouwen; hij had toch niets te bieden? Maar zij zou uiteindelijk wel zijn vrouw worden. Voorlopig maakte hij zich alleen druk om zijn buks. Bedeke kon de veer inderdaad vervangen, maar dan moest hij wel het juiste materi aal hebben. Het was nog maar kort na de capitulatie en materiaal was schaars, maar via het werk van broer Niek kon dat wel geregeld wor den. Verlovingsfoto van Thijs en Alie 1950). gooide een breker haar over de kop. waardoor ze gedesoriënteerd raakte. Thijs zag haar niet meer boven komen. Op het strand drong het niet zo snel door dat er problemen waren. Hij probeerde zich van de lus om zijn borst te bevrijden. Ondertussen waren ze gestopt met trekken en kreeg hij Alie te pakken. In het zwin dacht ze dat ze op haar eigen benen kon staan, maar ze plofte zo weer in elkaar. Zo slaagde hij er in om de drenkeling te redden en zijn eigen lot te bezege len. Want nu bleek dat zijn opstelling van enkele jaren daarvoorfout was. De inschatting van zijn eigen situatie klopte wel. Geld voor meube len was er niet. Omdat er zogezegd twee verschillende geloven op één kussen zouden gaan slapen, was er ook veel weerstand vanuit de familie. Reddingswerk niet gevolgen Het was pas een paar jaar later dat de vonk eindelijk oversloeg. De reddingsbrigade was inmiddels in 1948 opgericht De leden van de reddingsbrigade kwamen echter niet zo vaak opdagen. Het waren net als voor die tijd de mensen die op het strand werkten, die er het meest mee te maken hadden. Bij een oefening zou Alie Bedeke voor dren keling spelen. Thijs zou met een lijn om zijn borst voorbij de bran ding naar haar toe zwemmen. De narigheid met zo'n lijn was dat die door de andere leden omhoog gehouden moest worden, want anders zonk hij. Omdat er bij die gelegenheid niet genoeg mensen waren, lag de lijn dus inderdaad op de bodem van het zwin. Toen Thijs het sein gaf om hem naar de kust te trekken, werd er met veel verve aan de lijn getrokken en werden ze beiden kopje-onder getrokken. Alie zei dat hij haar maar los moest laten, maar tegelijk Thijs maakte zelf het slaapkamerameublement, stoelen, tafels, kas ten en een strijkplank van zeehout. Wel maakte hij zich er hard voor dat zijn vrouw een grote gietijzeren pan zou kopen. Zo eentje als thuis, waar drie konijnen in konden. Want al was er nog maar één konijn of fazant in het duin. dan was-ie voor mij." Toen het eerste kind geboren moest worden, timmerde hij een com mode van zeehout in elkaar. "De kraamhulp moest vreselijk lachen, want elke keer als ze de laatjes open trok, las zij 'Scotch Whisky'." Thijs toverde met het hout dat hij jutte. Noodgedwongenik had geen geld. en dan moet je wel roeien met de riemen die je hebt." Eigen baas Vader Dirk Bakker overleed in 1952, maar een van de familieleden had geld aan hem geleend. Dus die vroeg het faillissement aan. Niek. 35

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2001 | | pagina 35