Henk Kuijs (met pet) voor een wagen van 'De Zeemeeuw'
deuren van de bus tijdens het rijden opengezet. Volgens Henk wa
ren de passagiers 'ouwerwets' gekleed en had men van alles mee aan
proviand. Wat hem ook goed is bijgebleven, zijn de uitvoeringen van
volksdansen, die spontaan na afloop van een zondagse stranddag op
het stationsplein plaatsvonden. Tot slot vertelt Henk dat hij en zijn
collega's soms ook wel eens in waren voor een geintje. Men maak
te dan aan het stuur een paar touwen vast en de chauffeur ging van
af de achterbank sturen. Door de gashendel op het dashboard uit te
trekken was gas geven niet nodig en zodoende dachten de voorbij
gangers dat ze een lege bus zagen rijden.
5. EPILOOG
Uit bovenstaande geschiedenis kan de conclusie worden getrokken
dat de strandrecreatie en alles wat daar bij hoort in zo'n tachtig jaar
een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt. Dat is niet zo verwon
derlijk omdat de zee jong en oud altijd geboeid heeft. Schreef men
in de VVV-gids al in 1925: "Waar 't volk is, is de nering", nu luidt
de slogan: Waar het land eindigt, begint het leven"De strandpa
viljoens zijn in de laatste jaren sterk vergroot en verfraaid.
Tot slot volgt een gedicht van onze vroegere 'dorpsdichter'dat in
1970 in het Nieuwsblad voor Castricum werd gepubliceerd.
Strandbeeld
het woelige strand, als van tenten doorweven,
de lijnen gespannen, de windschermen bol,
het vliegtuig heeft dolle reclame geschreven
aan 't blauwe azuur en geen woord is te dol.
de kind'ren in feestvreugd met bal of in kuilen,
de forten gebouwd met omheinende rug,
de zee (het is jammer, maar sterk aan 't vervuilen),
neemt spoelend het fort van zijn bouwer terug.
de mensen in rijen van acht om de tenten
van ijs, chocolade, van schepjes en bal,
de reddingsbrigade met veel assistenten
te water, te land met vermanend geschal.
de E.H.B.O. met een leger van kind'ren
die liepen in 't doolhof van dingen en daad,
als peuters verloren, het strand ligt te zind'ren
dan pas is de reddingpost heil in 't kwadraat.
ze schreeuwen en huilen, ze gillen om mammie,
geen snoepje of troostwoord heeft vat op het kind.
totdat, een geluk weer, siem, sijtje of brammie,
in moeder 't verlossende leven hervindt.
en ginds weer een voetje ontveld of gezwollen,
een man, flink bebloed, in een glasscherf getrapt,
zo is het: verdriet of een vreugdevol hollen
en levendig wordt fusten bier weggetapt.
dit is dan het strandbeeld, de zevende juni,
een lint van bewegen, van kleuren en klank,
van eten en drinken, een mens'lijke unie,
een feest van gezelligheid, vreugd en .gejank.
des avonds ligt 't strand er weer stil en verlaten
met resten en snippers, zoals het begon.
maar over dit alles, de heuvels en gaten,
daalt steeds weer de eenzame gloedrode zon
A. van Kluyve
Hans Boot
Van A. van Kluyve 1896-1983zijn gedurende vele jaren gedichten
over plaatselijke onderwerpen gepubliceerd in het Nieuwsblad voor
Castricum.
Bronnen:
Archief gemeente Castricum
Berg, Ton van den, Bad- en strandleven zo was het, jaar onbekend.
Deelen, D. van, Historie van Castricum en Bakkum, 1973.
Heideman, Henk, De oude generatie van Bakkum en Castricum.
1982.
Oude Ansichten van Castricum, Schoorl 1971
RuijterQ. WJzn. de, Schippers van het Stet, 1974.
Stichting Werkgroep Oud-Castricum, Op zoek naar Castricum's ver
leden, SchoorH992.
VVV, Gids voor Castricum, Castricum 1925
Met dank voor hun bijdragen:
Thijs en Alie Bakker-Bedeke. Alben Bas jr.. Henk en Ted Biesterbos.
Jos Bijl. Astrid Carbaat, Kees Droog, Arie Gorter en Tiny Hemstede-
Gorter, Theo en Rie van der Himst-Valkering. Henk Kuijs, Bob
Morelis, Klaas en Bep Ulder-Valk. Piet Veldt. Rinus en Tiny van
Vlaanderen-Boot.
29