de zaken. De voorschriften die aangeven wanneer hulp mag worden geboden en door wie en aan wie de redders de geredde zaken moe ten afgeven, bleven in het Wetboek van Koophandel opgenomen. Door de hiermee samenhangende bepalingen ver anderde ook sinds 1931 de aard en de functie van de strandvonder. Volgens het vroegere recht was de strandvonder in zekere zin op één lijn gesteld met een gewone particuliere redder en kon hij aan spraak maken op een hulploon, terwijl de strand vonder sinds 1931 moet worden gezien als een ambtenaar, die als vertegenwoordiger van de over heid de leiding heeft over de hulpverlening veel al door derden en die de geredde zaken van de red ders in ontvangst neemt en beheert. Een aantal bepalingen in de wet op de strandvon derij kwamen we ook al in de vroegere wetten en besluiten tegen. De belangrijkste zijn: Het beheer der strandvonderij wordt door de strandvonder uitgeoefend. De burgemeester bekleedt van rechtswege het ambt van strandvonder. Op aanbeveling van de burgemeester kan er door de commissaris van de Koningin een hulp strandvonder worden aangesteld. De strandvonder heeft voor het beheer recht op beheerloon. Het verkopen van spoedig aan bederf onderhe vige goederen door de strandvonder is toegestaan, mits hiervoor door GS een machtiging is gegeven. Binnen 8 dagen moet de strandvonder in de krant melding maken van de geborgen goederen en de rechthebbenden oproepen; na een maand zal hij de oproep moeten herhalen. Als na de tweede oproep er opnieuw een maand is verstreken en de goederen niet zijn opgeëist door de eigenaar, mogen ze door de strandvonder worden verkocht nadat hij hiervoor de machtiging van GS heeft ontvangen. De verkopingen moeten in het openbaar worden gehouden volgens de plaatselijke gebruiken. Uit de opbrengst keert de strandvonder de verschuldigde hulpionen aan de redders uit. Datgene wat aan geld overblijft, komt uiteinde lijk in de schatkist. De gebroeders Piet en Willem Zonneveld Op 24 september 1952 schrijft de 74-jarige Dirk Schermer een brief aan de burgemeester om vanwege zijn gevorderde leeftijd te worden ontslagen als hulp-strandvonder. Dit ontslag wordt hem eervol ver leend. Vervolgens worden de broers Piet en Willem Zonneveld, bei den ongehuwd en resp. 43 en 37 jaar oud, op hun verzoek door de burgemeester voorgedragen bij de Commissaris van de Koningin om tot hulp-strandvonder te worden benoemd; hun officiële benoeming volgt op 15oktober 1952. Piet Zonneveld, bij velen beter bekend als 'Piet Hoek'is de eigenlijke strandvonder. Zijn broer vertrekt in 1954 naar Australië en blijft daar vele jaren wonen. Piet Zonneveld overlijdt in 1965 en wordt op 13 juli 1965 opgevolgd door Thijs Bakker. In 1980 blijkt uit de gemeentelijke administratie dat Willem Zonneveld nog steeds officieel als hulp-strand vonder is aangesteld, terwijl hij als zodanig nau welijks ooit in functie is geweest. Navraag bij Willem bevestigt dat hij geen hulp-strandvonder (meer) wil zijn en dat hij al vele jaren eerder zijn onderscheidingstekens heeft afgegeven: hem wordt per 1 januari 1981 eervol ontslag verleend. Op dit moment is Thijs Bakker nog steeds de offi ciële hulp-strandvonder van de gemeente Castricum. Thijs heeft zijn leven aan het strand doorgebracht, als jutter, strandpaviljoenhouder en strandvonder. Over zijn leven aan het strand en zijn belevenissen wordt elders in dit jaarboekje uitvoerig verteld. Ook wordt afzonderlijk aandacht besteed aan drie bij zondere strandingen aan onze kust: van de 'Salamander'een Duitse kanonneerboot, in 1910. van een vrachtschip de 'Wan Chun in 1972 en van een potvis in 1979. Simon Zuurbier Bronnen: Archief Gemeente Castricum, aanwezig op het streekarchief te Alkmaar. Archief Provinciaal bestuur Noord-Holland, periode 1814 - 1850. 1851 - 1943. Beth. J.C.. Wettelijke bepalingen betrekkelijk de strandvonderij. Alphen aan de Rijn 1927. BooyH. Th. de, Strandrovers, jutters en redders. Ooievaarsreeks no. 113,'Den Haag 1959. Dekker, P., De ramp met de Oostindiëvaarder 'Vrouwe Elisabeth Dorothea' te St. Maartenszee, 39e bundel West-Friesland Oud en Nieuw, Hoorn 1972. Moelker. H.P., Strandvonderij langs de Noordhollandse kust, Noord- Holland, 4e jaargang no 8, juni 1985. Scheltema. Prof. Mr. F.G.. Hulpverleening en strandvonderij, be handeling van de wetten van 27 juli 1931S. Nos. 320 en 321 en de daarbij behoorende uitvoeringsmaatregelen. Alphen aan de Rijn 1934. Piet Zonneveld, strandvonder van 1952 tot 1965. Strandvonders van Castricum: Datum van aanstelling Naam (hulp) strandvonder 9 mei 1854 31 jan.1861 20 jan.1863 20 april 1869 16 okt. 1917 2 aug.1937 15 okt. 1952 3-7-1965 Pieter Bol Gerrit Termes Johannes Bernardus Vasseur Klaas van den Berg Engel Zonneveld Dirk Schermer Piet Zonneveld (Willem Zonneveld) Mattheus (Thijs) Bakker Bijzonderheden woont in Wijk aan Zee landman op Zuid Bakkum landbouwer woont op Johanna's Hof, verdwijnt met de noorderzon naar Amerika, zijn gezin achterlatend. schelpenvisser, woonde aan het Schulpstet. later aan de Bakkummerstraat. landbouwer en schelpenvisser, woonde aan de Heereweg nr 18 landbouwer en schelpenvisser, woonde aan de Achterlaan nr 24 tuinder, woonde in Bakkum tegenover hotel Borst idem strandpaviljoenhouder, woont Stetweg 6 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2001 | | pagina 11