op het erf van Klaas van den Berg gehouden. Er waren twee kijkda
gen. De leiding van de openbare verkoping had de burgemeester, die
belast was met het beheer van de strandvonderij in de gemeente. De
verkoop geschiedde naar keuze van de burgemeester bij opbod, of
bij opbod en afslag. De kopers moesten het gekochte hout binnen 24
uur van het erf hebben gehaald en contant betalen, waarbij op de ver
koopprijs nog tien procent toeslag kwam ter dekking van de onkos
ten. Van de verkoping werd een proces verbaal opgemaakt dat in die
tijd (rond 1880) mede ondertekend werd door makelaar Adrianus
Dekkeren gemeenteveldwachter Cornelis Bakker, die beiden als ge
tuigen aanwezig waren.
Klaas van den Berg is bijna 76 jaar als hij in 1917 wordt opgevolgd
door Engel Zonneveld. Engel woonde eerst in het duingebied op boer
derij Van Lennepsoord. later aan de westzijde van de Heereweg en
is bijna 20 jaar strandvonder geweest; Engel overleed op 71 -jarige
leeftijd op 12 juni 1937. Enkele maanden later werd op 2 augustus
Dirk Schermer benoemd tot de nieuwe hulp-strandvonder. Dirk
Schermer woonde aan de Achterlaan in Bakkum.
De geschiedenis van een aangespoelde kist
Op 12 december 1880 spoelt hier een kist aan met een koperen naam
plaat Dr. C. F. Eichler van Schwarzenborn. De kist is gevuld met 4
jassen, 7 vesten, 5 broeken. 5 overhemden, 6 borstrokken. 1 stofjas,
9 paar kousen, 5 zakdoeken. 3 sovereigns (ponden sterling), 2 halve
sovereigns.één 5-mark stuk, 13 sixpennies.één 50-centime stuk. enig
divers kopergeld, een doosje bevattende een koperen vingerhoed, een
fotografie en een caméebroche met oorbellen. Het geld heeft een
waarde van ongeveer 50 gulden.
Door de burgemeester wordt daarvan onmiddellijk bericht gestuurd
naar de Gouverneur (nu Commissaris van de Koningin) en naar de
Consuls van Engeland en Duitsland. Bovendien wordt deze vondst
in het Handelsblad gemeld. Op 27 januari 1881 ontvangt de burge
meester een schrijven van het Vice Consulaat van het Deutschen
Reiches waarin wordt meegedeeld dat de aangespoelde kist zou toe
behoren aan Dr. Carl Ferdinand Eichler. die het slachtoffer was van
een schipbreuk van de clipper Hydasper, waarop hij als arts werk
zaam was. door een aanvaring met het uit Griekenland komende
stoomschip Centaurio. Alle passagiers werden gered.
De afgifte van de kist aan de rechtmatige eigenaar duurt jaren .Begin
mei 1887 stuurt de burgemeester een brief naar Gedeputeerde Staten,
Woonhuis van Dirk
Schenner aan de
Achterlaan. Op het erf
werden aangespoelde
strandgoederen be
waard en bij veiling
verkocht.
Dirk Schermer,
strandvonder van
1937 tot 1952.
waaruit blijkt dat de afgifte van de goederen van de heer Eichler nog
steeds niet is geregeld en dat hij de kist wil opzenden. Enkele dagen
later wordt de burgemeester door GS gemachtigd tot afgifte van de
in 1880 aangespoelde kist. Vervolgens schrijft de burgemeester aan
het Duitse Vice-Consulaat in Den Helder en noemt voor de lange pe
riode tussen het vinden en nu het afgeven als reden het uitblijven van
een garantiestelling door de consul: "voor het geval dat een beter
rechthebbende aanspraak op de kist met deszelfs inhoud maakte"
Het blijkt nu na zes jaar alleen nog te gaan om wat geld en kleine
voorwerpen. De kleding in de kist is zodanig aangetast door het zee
water. dat ze waardeloos is geworden. De burgemeester is nu bereid
om zonder garantiestelling de kist af te geven, mede omdat nu ook
G.S. akkoord is gegaan.
Hierop krijgt de burgemeester het verzoek om de goederen in voor
noemde kist direct op te sturen naar de broer van het slachtoffer A.F.
Eichler. burgemeester van de plaats Borken in Duitsland. De burge
meester van Castricum stuurt echter de voorwerpen uit de kist op
naar Den Helder en verklaart dat de kist met kleding geheel is ver
gaan. De verstuurde goederen hebben een waarde van ruim vijftig
gulden.
Wet op de strandvonderij in 1931
Alle wettelijke bepalingen betreffende de strandvonderij waren on
dergebracht in het Wetboek van Koophandel. In 1931 kwam hierin
verandering. In dat jaar kwam er een afzonderlijke 'Wet op de strand
vonderij' tot stand, in deze wet waren de voorschriften opgenomen
die te maken hadden met de bemoeienis van de overheid met de hulp
verlening, zoals de hulpverlening zelf en het beheren van de gered-
8