Import-aardwerk uit de 7e eeuw. Tot on
geveer 400 na Christus maakten de
Friezen bijna al hun aardewerk zelf. Na
een periode van schaarse bewoning in
het kustgebied treffen we vanaf de 7e
eeuw hier weer aardewerk aan. Het
wonderlijke is dat het meeste aardewerk
nu geïmporteerd is uit het Duitse
Rijnland, en dus niet zelfgemaakt. Hier
zien we bodems van 'ruwwandigepot
ten, afkomstig van de 'Wei van
Brasser'. Ze zijn vermoedelijk via han
del in Castricumse contreien terecht ge
komen.
riode van de Friese handel (de 8e en 9e eeuw) is Castricum en oms
treken dus welvarend. In de tijd van Karei de Grote (rond 800) vin
den we bijvoorbeeld in het Kronenburggebied. maar ook bij Bakkunt
en in het dorpshart (bij de Somerwegh). uitgebreide bewoning. Deze
concentratie van mensen en goederen kan niet ontgaan zijn aan een
nieuw type 'handelaar', dat met snelle boten de Europese kust aan
deed: de Vikingen.
De Vikingen (in ons geval vrijwel altijd de Deense Vikingen), wa
ren nog niet bekeerd tot het Christendom. Ze waren primair hande
laars. maar in slechte oogst- of handelsjaren roofden ze waarschijn
lijk ook goederen in de hierboven genoemde handelsplaatsen. Daardoor
hebben de Vikingen een slechte reputatie gekregen. We vergeten wel
eens dat de Romeinen, maar ook de Frankische legers van bijvoor
beeld Karei Martel en Karei de Grote, in ons gebied in hun tijd min
stens zo veel weerloze boeren en dorpelingen moeten hebben uitge
moord. Dat de Vikingen een slechte naam hebben, komt zeker ook
doordat de geschreven bronnen bestaan uit geschriften die zijn op
getekend door christelijke monniken, die de nog heidense Vikingen
uiteraard afschilderden als beesten. Floe het ook zij, tussen ongeveer
800 en 1000 kende het kustgebied invallen van Vikingen. Deze in
vallen werden dermate problematisch dat de heersers in dit gebied
het land maar aan de Denen 'te leen' gaven. Lange tijd was
Kennemerland Deens gebied. Met Vikinghoofdmannen was dom
weg afgesproken dat als zij Kennemerland mochten gebruiken, zij
zouden afzien van het aanvallen van landinwaartse handelsgebieden.
Deze 'deal' werkte niet. De Vikingen vielen zelfs Keulen en Parijs
aan met hun snelle schepen, waarmee ze de rivieren op konden va
ren. In ons gebied is nooit een archeologisch bewijs van
Vikingaanwezigheid teruggevonden. Misschien waren ze er weinig
of functioneerde Castricum prima onder Deense heerschappij. Ook
dit kunnen we alleen te weten komen via de archeologie. In Castricum
liggen diverse terreinen waarin sporen liggen uit de Vikingtijd. Ze
zijn het behoud waard.
Rob Beentjes
Bronnen:
Beentjes, R.A. en Koning, J. de, Nabij de monding van het voor
malige Oer-IJ, Westerheem no. 2, 2000.
Cock, J.K. de, Bijdrage tot de historische geografie van
Kennemerland in de middeleeuwen op fysisch-geografische
grondslag. Groningen 1965, Arnhem 1980.
Deelen. D. van. Bij de oude nederzetting te Castricum.
Westerheem no. 3, 1954.
Deelen. D. van. Middeleeuws akkerland onder de Castricummer
duinen, Westerheem no. 6, 1963.
Hagers, J.K. en M.M. Sier, Castricum-Oosterbuurt, bewoningsspo-
ren uit de Romeinse tijd en middeleeuwen, RAM 53,
Amersfoort 1999.
Heidinga, H.A., Frisia in the first Millennium. An outline. Utrecht
1997^
Koning, J. de, Uitgeest-Dorregeest en De Dog. Intern rapport
(typescript). Frisia-project. Universiteit van Amsterdam 2000.
Mooij. E.. De onderkant van Castricum, 'Op zoek naar Castricums
verleden', Schoorl 1992.
Zagwijn, W.H., De ontwikkeling van het 'Oer-IJ' estuarium en
zijn omgeving. Westerheem XX. 1971.
8