Castricum - Honderd jaar geleden In het jaar 1899 is er in Castricum niet iets heel bijzonders gebeurd. Voor het jaarlijkse overzicht van 'Castricum van honderd jaar gele den' moeten we volstaan met de betrekkelijk eenvoudige zaken die in de plaatselijke politiek speelden en veelal de sfeer van die tijd weergeven. De informatie is ontleend aan de notulen van de ge meenteraadsvergadering, de inkomende en uitgaande stukken van de Gemeente Castricum, de provinciale bladen, de burgerlijke stand re gisters etc. Op 1 januari 1899 bestaat het gemeentebestuur uit burgemeester Johannes Mooij, de wethouders Wulbert Melker en Jacob Kuijs en de raadsleden Arie Asjes, Joseph Goes, Jan Schuijt, Cornelis Spaansen en Jan Twisk. Zo'n honderd jaar geleden telde Castricum bijna 1900 inwoners; op 1 jan. 1899 was dat 1879 inwoners en op 31 dec. 1899 is dit aantal toegenomen tot 1887. In dit jaar worden in Castricum 76 kinderen geboren; er worden 18 huwelijken gesloten en er overlijden 35 per sonen. Door het geboorte-overschot van 41 en doordat er 33 perso nen minder in Castricum komen wonen (118) dan er zijn vertrokken naar elders (151), neemt het inwonertal met slechts 8 personen toe. 28 juni 1899 De gemeenteraad besluit tot het verharden van het overige gedeelte aan de Kramersweg, mits ook Jonkheer Mr. Gevers (eigenaar van het aan het einde van de Kramersweg gelegen duingebied) voor de helft in de kosten deelt. 26 juli 1899 De burgemeester brengt in de raadsvergadering het openbare plein voor de doorrijstal en de herberg van de heer Koopman (eigenaar van De Rustende Jager) ter sprake. De heer Koopman is eigendunkelijk aan het plein gaan werken. Hij is daarop gewezen door de burge meester, hoewel het aanbrengen van verbeteringen op zich niet on gewenst is. De burgemeester meent echter dat dit in de toekomst tot moeilijkheden kan leiden, omdat Koopman zou kunnen beweren dat het zijn plein is, terwijl de burgemeester er zeker van is dat de grond niet van Koopman is. 4 januari 1899 De gemeenteraad bespreekt de kosten voor de herbouw van de on derwijzerswoning. Er wordt besloten tot herbouw van de woning, mits er een subsidie wordt verkregen van de provincie. Deze subsi die wordt echter niet verleend. 17 mei 1899 Het brandspuithuisje aan de Kramersweg (thans Bmr. Mooijstraat) verkeert in slechte toestand. Door timmerman Res wordt een prijs opgave gedaan. 5 september 1899 De raadsleden Schuijt. Kuijs en Goes zijn herkozen. Wethouder Jacob Pieterszoon Kuijs is periodiek aftredend en wordt herkozen. Castricum telt 245 kiesgerechtigde personen. Besluit om het schuthok aan de Kramersweg op verzoek van J. de Graaf te verplaatsen. In het schuthok werd loslopend vee onderge bracht. Als de eigenaar van het vee kwam opdagen, werd tegen een vergoeding voor voer en onderdak het vee meegegeven. 27 september 1899 Er wordt besloten om het jaarsalaris van de gemeenteveldwachter van 350 gulden te verhogen naar 400 gulden. Er wordt een schuit met grint aangevoerd via de i Schulpvaart voor de weg aan de veelading bij het station. Foto uit omstreeks 1907 van herberg 'De Rustende Jagermet de doorrijstal. Het plein voor de door rijstal wordt door Koopman, eigenaar van De Rustende Jager, verbeterd, terwijl het volgens de burgemeester bij de openbare weg hoort. 61 De Commissaris der Koningin acht het zeer nood zakelijk dat de gemeente maatregelen neemt ter verbetering van de onderwijzerswoning, ondanks het feit dat hiervoor van provinciewege geen sub sidie kan worden verstrekt. Gedeputeerde Staten zijn wel bereid om hiervoor een geldlening goed te keuren. De gemeenteraad besluit echter met al gemene stemmen om dit niet te doen, omdat de noodzaak niet in verhouding staat tot de kosten die door de gemeente moeten worden gedragen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2000 | | pagina 61