Castricum rond het jaar 0 Castricum archeologisch van nationaal belang Het is, in het jaar 2000, aardig je af te vragen hoe het grondgebied van Castricum er 1000 jaar, of 2000 jaar geleden uitzag. In dit artikel wordt een beeld geschetst van het jaar 0 in Castricum, en er wordt wat ver teld over de ontwikkelingen tussen dit jaar en het jaar 1000. Er wordt gepoogd een beeld te geven van de sociale en politieke ontwikkelin gen in het gehele kustgebied en de aangrenzende regio's, mede aan de hand van archeologische vondsten die in Castricum gedaan zijn. Op het grondgebied van Castricum hebben zich zo veel interessante zaken afgespeeld, dat een kort artikel eigenlijk alleen maar enkele hoofdpunten kan aanstippen. In Castricum liggen enkele archeolo gisch waardevolle gebieden die, voor bepaalde perioden, tot de meest waardevolle van Nederland behoren. Met dergelijke gebieden moe ten we dus heel zorgvuldig omgaan. De archeologisch waardevolle gebieden in Castricum maken deel uit van een groter 'kern-gebied', waartoe bijvoorbeeld ook Velsen, Assendelft, Uitgeest, Limmen, Heiloo en Egmond behoren. De archeologische waarde van Castricum (en de directe buurgemeenten) hangt direct samen met het feit dat op de plaats waar nu ons dorp ligt, vroeger een 'zeegat' lag. Een rivier, genaamd het 'Oer-IJ', een noordelijke tak van de vroegere Rijn, mond de hier in zee uit. In het brede mondingsgebied, waar Castricum ont stond, was destijds een sterke zee-invloed. Zoals overal op aarde zijn en waren riviermondingen aantrekkelijke vestigingsplaatsen. Vanwege de hoge concentratie aan nederzettingen heeft dit deel van de kust in de rijksnota Belvédère, over het behoud van cultuurhistorie, een spe ciale status gekregen. niet in geheel Noord-Holland. In West-Friesland zijn uitgebreide ne derzettingen gevonden uit de Bronstijd (de periode voorde Ijzertijd). In Heiloo, Egmond, Akersloot en in Velsen zijn ook sporen gevon den uit de laatste periode van de Bronstijd. Waarschijnlijk was ons gebied (Castricum) toen nog te nat voor bewoning. In Castricum vin den we misschien niet de oudste sporen, maar van enkele perioden uit de geschiedenis van het kustgebied heeft Castricum wel een bui tengewoon compleet en interessant bodemarchief. Als we Castricum vergelijken met andere plaatsen, dan zijn er twee perioden waarover bij ons verhoudingsgewijs veel te vinden valt: de 'Romeinse tijd' (grofweg van het jaarO tot het jaar 400) en de Vroege middeleeuwen (ongeveer van 400 tot het jaar 1000). Strandwallen en het Oer-IJ Om te begrijpen hoe en waarom Castricum ontstaan is, moeten twee begrippen kort worden uitgelegd. Het eerste begrip is 'strandwallen- landschap', het tweede is 'het Oer-IJ'. Eerst iets over strandwallen. We weten allemaal dat de zee op dit moment langzaam stukjes land af snoept. Rijkswaterstaat spuit zand op het strand om dat tegen te gaan. De laatste duizenden jaren was dit anders. Nederland verover de steeds stukjes land op de zee. Zeezand spoelde aan, kwam droog te vallen en stoof op tot lange duinruggen, parallel aan de huidige kustlijn. Op deze ruggen, die uit zee oprezen, konden mensen wo- I)e eerste mensen 'in Castricum' In het jaar 0 waren er al ten minste op zes plaatsen nederzettingen op Castricums grondgebied. Die lagen veelal op de hogere plaatsen in het landschap. De natuur, het water, het zand en de planten- en die renwereld zijn in dit gebied altijd erg dynamisch geweest en de mens moest, voordat hij technisch in staat was de situatie naar zijn hand te zetten, zich daar steeds aan aanpassen. Waar water was, kwam moe ras, vervolgens land, om later weer zee te worden. En twee eeuwen later kon hetzelfde gebied weer water worden, daarna moeras, enz. Dit had natuurlijk zijn effect op de kansen die er voor de mens wa ren om te wonen en landbouw te bedrijven. De oudste harde bewij zen van menselijke aanwezigheid in Castricum zijn gevonden door amateur-archeologen op de plaats waar nu de duinen zijn (zie foto 1). Tijdens graafwerk voor de waterwinning en voor natuurontwik keling kwamen oude. diepe bewoningssporen aan het licht die stam men uit de periode die we de 'Vroege Ijzertijd' noemen. Een deel van de scherven die gevonden zijn, stammen van ongeveer 700 voor Christus. Daarmee is Castricum geen koploper in de regio, en zeker Kaart met de kerngebieden van bewoning in 'Frisia' in de 7e/8e eeuw. In de donkergrijze gebieden was de meeste geconcentreerde bewoning aanwezig in het gebied dat destijds als 'Frisiawerd aangemerkt. Het strekte zich uit van de huidige provincie Zeeland tot aan het Duits-Deense grensgebied. In midden-Noord-Holland zien we een langwerpige vlek. ongeveer van (het huidige) Velsen tot boven Alkmaar (bron: Universiteit van Amsterdam, ADC). Fries kemgewest FRISIA

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2000 | | pagina 3