Klaas Veldt en Henk Twisk (bijnaam de Beinzerkijken terug op hun leven. Ook Twisk was vele jaren lid van de gemeenteraad. Klaas Veldt als lid van de werkgroep Oud-Castricum in actie bij de opgraving van een waterput uit de 2e!3e eeuw (1971 omdat hij eerst ervaring wilde opdoen. Gerrit Meijer van de Partij van de Arbeid en Piet de Vries voor de Katholieke Volkspartij, die ook voor de oorlog al wethouder was. werden op 3 september 1946 in de nieuwe raad tot wethouder kozen. De eerste vergadering van de raad sinds 4 juli 1941 stond onder lei ding van de pas benoemde burgemeester Smeets. In zijn openings toespraak benadrukte hij dat persoonlijke en partijbelangen onder geschikt moesten zijn aan het algemeen belang. Smeets refereerde nog aan het verleden toen de raad van Castricum in de wijde omtrek opzien baarde en zei: "Laten wij tonen dat de offers die gedurende de oorlogs- en bezettingsjaren zijn gebracht voor een vrij en beter Nederland, niet tevergeefs zijn gebracht.De gemeenteraad stond voor de taak de wederopbouw van de zwaar getroffen gemeente ter hand te nemen. Niet minder dan 265 woningen en 79 bedrijfsruim ten waren afgebroken en het grootste deel van de bevolking was geë vacueerd. Er was gebrek aan alles. Op voorstel van de burgemeester werd in de eerste vergadering besloten dat de notulen niet werden toegezonden, maar ter inzage werden gelegd in verband met papier schaarste. Een van de eerste betogen, die Veldt in de gemeenteraad houdt, be treft wateroverlast, een zaak die nog steeds actueel is in Castricum. Veldt vraagt aandacht voor de waterbeheersing bij het bouwrijpma- ken van grond en wijst erop dat de tuinen bij woningen aan de Hoogevoort. Nuhout van der Veenstraat en de Pernéstraat regelma tig onder water staan. In 1949 worden Meijer en De Vries herkozen als wethouders. De KVP-fractie ziet er vanaf om twee R.K. wethouders aan te stellen ge zien de goede samenwerking in het college van burgemeester en wet houders. Bij de wethoudersverkiezing in 1953 is er minder eensge zindheid. Bij de verkiezingen krijgt de KVP 9 zetels, de PvdA drie. Castricums Belang twee en de AR/CHU 1 zetel. Een deel van de KVP-fractie wenst een agrariër en een ander gedeelte een vertegen woordiger van de arbeiders als wethouder. Daarom worden voor deze groeperingen respectievelijk Veldt en De Vries als wethouders ge kozen en valt Meijer na 7 jaren wethouderschap uit de boot. Veldt spreekt zijn spijt uit over het feit dat hij de plaats van de heer Meijer inneemt. Ongeveer 7 jaar heeft hij met hem in het bestuur ge zeten van de Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon en nauw met hem samengewerkt. Door een grote groep kiezers en de stands organisaties is er echter druk op hem uitgeoefend om zich als wet houder beschikbaar te stellen en hij zag geen andere oplossing dan de benoeming te aanvaarden. Veldt refereert bij zijn benoeming aan de spreuk die Biesterbos op zijn huis had gezet: "Hoe is het mogelijk!" In dezelfde zittingsperiode nog trekt Piet de Vries zich wegens zijn leeftijd en gezondheidsredenen terug en in 1955 wordt Gerrit Meijer wederom als wethouder gekozen. Tot hun beider afscheid in 1966 werken Meijer en Veldt onder leiding van burgemeester Smeets heel plezierig samen. Ongeveer VA jaar is Veldt wethouder van Sociale zaken en daarna is hij vanaf 1955 wethouder van openbare werken. Daarnaast is hij loco-burgemeester. Veel is er in Castricum tot stand gekomen: nieuwe straten worden aangelegd, verschillende scholen worden gebouwd en een grote rioolwaterzuiveringsinstallatie en an dere nutsvoorzieningen worden gerealiseerd. Aan de voorbereiding van de plannen Kooiweg en Molendijk werkt Veldt als wethouder van openbare werken intensief mee. De verde re uitgroei van Castricum acht hij onontkoombaar. Het gemeentebe stuur voelt zich verplicht bij te dragen aan de oplossing van het wo ningtekort. Ook het provinciaal bestuur vindt dat Castricum hierin een taak heeft en dat rekening moet worden gehouden met een toe komstig inwoneraantal van 30.000. De hoofdwegenstructuur en de uitbreidingsplannen van Castricum worden op dat toekomstbeeld af gestemd. Niet altijd zijn de wethouders en de burgemeester het onderling eens. Veldt vertelt: "lk denk terug aan een kwestie over hoogbouw in plan Helmkade. De burgemeester van Alkmaar steunde de realisering van dat experiment nog al omdat het deel uitmaakte van een regionaal plan. lk was er geen voorstander van en kwam met een minder- heidsvoorstel. Mijn voorstel kwam er ruim doorheen. Later hebben we het plan Molendijk gekregen. Als wethouder maakte ik deel uit van de bouwcommissie waar ook stedenbouwkundige Gouwetor in zat. Over de torenflats in Molendijk is er in die commissie veel ge praat. Uiteindelijk heb ik mij bereid verklaard daaraan mee te wer- 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2000 | | pagina 36