voor een 'halfzessie', zoals ze dat noemden, naar Arie Kaandorp. We zaten daar en toen sloeg die klok twaalf uur en ik stond op en zei: later mag het niet worden. Toen deed ik de heddeur open en lag die klok te bed met een deken er overheen. Nadat het 'halfzessieop was, zijn we weer de kermis op gegaan en ik geloof dat het kwart over vieren 's ochtends was dat ik thuis kwam. Ik heb dat meissie weggebracht en ik zette mijn fiets bij haar huis tegen de muur aan. Er zat een carbidlantaarn op, er waren nog geen electrische lampen. Ik werd erg vriendelijk ontvangen. Haar moeder kwam nog van bed af en die tapte nog twee keer een citroentje in. Ik kom buiten en mijn lamp is verdwenen. Met een geleende lamp ben ik ver trokken. Toen was het kermismaandag en ik ver telde het verhaal aan mijn vader en dat ik een lamp van dat meissie had gekregen en dat ik die terug moest brengen. Ik mocht dan die middag weer te kermis, maar niet meer 's avonds. In die dagen was er sleuteltrekken voor de dames en ringsteken voor de heren. Ik gaf me daar ook voor op. Ik ging naar huis toe, vader lag een tukkie te doen en ik haal een paard uit het land en leende een kar, een Tilbury, van Kees Hollenberg. Ik weer naar de ker mis en ga meerije. Er vielen er steeds meer af en ik bleef erin. Op test was het zover dat ik in de prij zen zat en toen begon het pas ernst te worden. Maar ik moest melken. Het was intussen vier uur/half vijf geworden. Ik vroeg aan mijn broer Cor of hij voor me wilde melken. Dat was goed. Ik bleef en haal de de eerste prijs. Ik kwam thuis en vertelde het verhaal aan mijn vader. Hij was kwaad maar hij kon toch niet anders dan toestaan dat ik de prijs ging afhalen. De eerste prijs was een carbidlan taarn. Een lantaarn die ik daags te voren verloren had, had ik die dag weer terug. Ik heb alleen nog nooit zo 'n dure lamp gehad. Vader Piet was in 1923 van de stolp aan de Brakersweg 22 vertrokken naar de boerderij Brakersweg 77. De boerderij, waar 30 ha land bij hoorde, is in de oorlog afgebroken. Vlak voor de afbraak is de boerderij nog geschilderd door kunst schilder Mol. Op die plaats is na de oorlog een nieu we boerderij gebouwd. Het woonhuis daarvan staat nu midden in het plantsoen van het Tulpenveld. De woning wordt bewoond door zuster Marie en broer Laurentius Veldt. De stolp Brakersweg 22 werd verhuurd aan Cor Scheerman tot 1929. Klaas trouwde op 12 juni 1929 met zijn buurmeisje Johanna Jacoba Neelissen en ze gingen in zijn geboortehuis wonen. Daar begon De boerderij van Piet Veldt zoals die na de oor log aan de Brakersweg werd herbouwd. Nu staat, midden in het plantsoen, alleen het woon huis er nog (boven). Klaas op de maaimachine en naast zich Lau, Gert en Dora 1946) (midden). Klaas Veldt en zijn vrouw Johanna Neelissen 1960) (onder). 34

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2000 | | pagina 34